Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloemhof der doorluchtige voorbeelden (1647)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloemhof der doorluchtige voorbeelden
Afbeelding van Bloemhof der doorluchtige voorbeeldenToon afbeelding van titelpagina van Bloemhof der doorluchtige voorbeelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.12 MB)

ebook (6.30 MB)

XML (0.76 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek
non-fictie/essays-opstellen
anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloemhof der doorluchtige voorbeelden

(1647)–Maria Heyns–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Daer in door ware, vreemde en deftige geschiedenissen, leeringen en eygenschappen, alles dat de mensch tot nut en vermaek verstrekken kan, te bemerken is


Vorige Volgende

Het II. hooftstvck.

Dat de gemene Staet door geleertheyt staende blijft, wort door d'adelijke spreuk op Cesars beelt uytgebeelt. Servius Tullius wet daer van. Keyzer Iustinianus bevestigt die. Guicciardijns verwijt aen de Francoysen, datze haer winningen te licht weer verliezen. Keyzer Augustus verwondering over 't zelve van Alexander de Groot. Antigonus aerdige gelijkenis van Pyrrhus by een tuysscher. Scipioos gebet. Salustius leerling van Heerschappy. Agesilaus wijze antwoort op een edele vraeg. Wijze der Turkse Sultans als zy naer hun godsdienst gaen. Zinrijk opschrift op Pallas beelt.

IVlius Cesar staet, in d'adelijke Spreuken van Gabriel Symeon, ор de wereltkloot afgebeelt, met een boek in de slinkker, en

[pagina 6]
[p. 6]

een zwaert in de rechte hant, met dit opschrift: Ex utroque Cesar, dat is, Keyser door 't een en't ander. Dat zeggen wil, dat Cesar 't rijk door wapenen en geleertheyt verkregen en bewaert had. Want 't is niet genoeg dat men landen verovert, maer men moet de veroverde ook zien te bewaren. Servius Tullius, zeste Koning der Romeynen, maekte op dit oogmerk een wet: dat de gemeyne staet niet min door wijze raden, en beleyt van vrede, als door wapenen en krijgservarenheyt steunt. De Keyser Justinianus lette daer ook op, want hy zegt in't begin zijner onderwijzingen van de burgerlijke Rechten: dat de Keyzerlijke Majesteuyt niet alleen met krijgswetenschap verciert, maer ook met wetten, om zo wel in tijd van oorlog als vrede behoorlijk te heerschen, voorzien moet zijn. Daer blijkt klaerlijk uyt dat d'oude Vorsten bekommert waren, om 't geen, dat zy met grote voorzichtigheyt en moeiten verkregen hadden, wijsselijk te bewaren. Daerom beschuldigt Guicciardijn, een wijs Historischrijver onder de nieuwe, bedektelijk de Francoysen met onvoorzichtigheyt, die hun grenzen door wapenen lichtelijk uytbreyden, en 't geen, dat zy gewonnen hebben, qualijk bewaren konnen; zonder te bemerken dat een land, daer 't zo meê gaet, haer schadelijk en ten lesten verderffelijk is. Dat wist Keyzer Augustus wel, die, de tochten van Alexander de Groot in Oosten gelezen hebbende, zich verwonderde, zo men zegt, dat hy 't eene lant by 't ander denkende te veroveren, niet op de middelen, van die wel te bewaren, docht. Justinus zegt even zo veel van Pyrrhus, Koning van Albanien: want waer hy quam, daer kon niemant hem tegenstaen; maer zo zeer als hy een gelukkige winnaer geacht wiert, zo ongelukkigen bezitter achtte men hem weer, als of hy maer vermaek schiep, 't eene lant by 't ander te winnen, en daer na weer te verliezen. Daerom geleek Antigonus hem by een tuysscher, die, op hope van gewin, zijn eygen goet verquist, zonder hem, met 'et gene dat hy wint, te konnen genoegen; maer altijt naer het gene, dat een ander heeft, staet, en dikwils, om daer toe te komen, al dat hy te vooren gewonnen heeft , verliest. Scipio Censor , dat is tucht-

[pagina 7]
[p. 7]

meester, zijnde, bad, als hy, naer 's lands wijze, een openbaer gebed zou doen, in plaets van te zeggen, o Goden, vermeerdert het rijk, houd het staende, het is alrede groot genoeg; laet ons te vrede zijn, dat 'et stant houde. Daer op zag Sallustius, door dit zeggen, dat een Heerschappy door de zelve middelen, daer men die door verkrijgt, makkelijk bewaert wort. Met Cesars spreuk, komt Homerus veerske zeer wel over een, dat Alexander gemeenlijk in de mond had, en ook Francois d'eerste niet qualijk aenstont, als 't blijkt aen de merken van zijn drukker Robertus Stephano in de schone grieksche boeken, die hy in't licht gegeven heeft, daer dit veerske naer Homerus zin bystaet, dat in de persoon van Agememnon begeert dat een Koning zy

Wijs in raden,
Kloek in daden.

Agesilaus, die grote Koning van Sparte, eens gevraegt zijnde, welke van beyde deugden hem de waerdigste docht, kloekheyt of gerechtigheyt, antwoorde wijsselijk, dat de kloekheyt zonder gerechtigheyt van 'er luyster berooft is. 't Is ook een wijze onder de Turcken, als hun Sultan in zijn Moske of kapelle gaet, om zijn godsdienst te plegen, dat de Talisman, of tempelbewaerder, hem te gemoet komt, en met luyder stemmen vermaent, dat hy gedenk, dat het Keyzerrijk, dat door gerechtigheyt en dapperheyt verkregen is, niet anders dan door de zelve wapenen bewaert en beschermt kan worden. Daer uyt ziet men, tot ons groot nadeel, zegt de Heer van Bosbeke, in zijn vertoog van de Turcken te beoorlogen, dat die vyant der Christenen zo streng en wakker is, in zijn wetten t'onderhouden, en 't geen, dat hy gewonnen heeft, te bewaren, dat hy hem nooyt uyt zijn veroverde plaetsen laet drijven: zo dat men qualijk zeggen kan, of zijn yver om te winnen grooter, dan zijn magt om te bewaren, is.

Tot een besluyt zullen wy 't oud Opschrift niet vergeten, dat Petrus Victorius, een edel persoon, zegt uyt Spanje gebracht te zijn, door Augustijn Neruche, in 't wederkeeren van zijn reyze; het luyd, verduytst zijnde, dus:

[pagina 8]
[p. 8]

Aen Pallas d'overwinster.

Hier versloeg Cato d'overige benden der vyanden, en steld'er een konstig geboude kapel, en een Pallas van metael. Yder zy dan gehoorzaem, en wete dat het rijk des Raeds en volx van Romen door de voorzichtigheyt der goden, en dapperheyt der soldaten beheerst, en bewaert wort.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken