Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Emblemata moralia (1625)

Informatie terzijde

Titelpagina van Emblemata moralia
Afbeelding van Emblemata moraliaToon afbeelding van titelpagina van Emblemata moralia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.38 MB)

ebook (6.28 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Emblemata moralia

(1625)–Zacharias Heyns–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 16v]
[fol. 16v]

[Een groote deucht heeft sulcke man
Die syne tong bedwingen kan
]

 
Een groote deucht heeft sulcke man
 
Die syne tong bedwingen kan.
 
GHy die doot uwen klap u selven brengt in last,
 
V snaterige lit met vlijt te dwingen past,
 
Dat toomend' alst behoort: Geliic de Gansen plegen,
 
Die siinde door den snap en snateren verlegen,
 
Een keyken in den beck vast houden dach en nacht,
 
Als sy den Taurus berch langs vliegen metter macht,
 
Om d'Arents by geval niet wt den slaep te wecken,
 
En soo haer eygen vlucht ten roove niet t'ontdecken.
 
En temps & lieu la langue contenir,
 
Chasse detresse & porte grand plaisir.
 
TOy qui la liberté d'vne langue indiscrette
 
Precipite en danger, d'vn frein prudent arreste
 
Ton desbordé babil: ainsi que sages font
 
Les oisons, qui passant de Cicile le mont,
 
Portent de nuist et iour dans leur bouche criarde,
 
Pour vn muet baillon, vne pierre, qui garde
 
Que des aigles du nort les troupeaux ravißans
 
Ne descouvrent le vol au tant d'oyeaus passans.
[Folio 17r]
[fol. 17r]

Virtus prima compescere linguam.



illustratie

Ga naar margenoot+Wie sijnen mondt ende tonghe bewaert die bewaert sijne ziele voor anxt.
Qui garde sa bouche & sa langue, il garde son ame de tribulations.
[Folio 17v]
[fol. 17v]

Wtlegginghe.

DE Gansen van Cicilien (seyt Plutarchus, in syn verhael van't vernuft der Dieren) vreesende de Arents die haer wooninge hebben op de hooge rotsen, als sy den Taurus berch willen overvliegen, nemen elc een steen die groot ghenoech is in hare nebben om haere tongen also te toomen, mits sy van naturen kekelachtich syn, op dat sy sonder eenich geschrey 'tgeberchte mochten overkomen, een Voorbeeldt ende lesse dienende den snappaerts, om hare monden te leeren snoeren, dewijle een klapachtige tonge so schadeliicken lit is, ende

 
Het onbedacht hoovaerdich spreken,
 
Menich in grooten last laet steken.

Derhalven ooc Cato, na dat hy den mensche vermaent hadde God te dienen, beveelt hem syne tonge te bedwingen, seggende.

Virtutem primam eße puta compescere linguam,
Proximus ille Deo qui scit ratione tacere.
 
Denct t'is d'aldergrootste deucht
 
Dat g'u tong bedwingen meucht,
 
Naest by Godt is sulcke man
 
Die syn tong bedwingen kan.

Ende Socrates placht te seggen dat wy wel twee ooren hebben doch maer een tonge, om meer te hooren als te spreken, daer toe de ooren altijt openstaende ende de tonghe beset met een dobbele borstweer ofte Bollewerc van lippen ende tanden. derhalven vermaent ooc Salomon in syne spreucken 4 Cap. Doet van u den verkeerden mondt, ende laet den lastermondt verre van u syn. ende in't 18. De mondt des sotten schadet hem selven ende syne lippen vangen zyn eygen ziele. waer over de treffelijcke Poët Pibrac seyt.

 
Parler beaucoup on ne peut sans mensonge,
 
Ou pour le moins sans quelque vanité,
 
 
[Folio 18r]
[fol. 18r]
 
Le parler bref convient à verité
 
Et l'aultre est propre à la fable & au songe;
 
Du Memphien la grave contenance,
 
Lors que sa bouche il serre avec le doigt
 
Mieux que Platon enseigne comme on doit
 
Reverement honorer la silence.
 
Wel te spreecken sonder leughen
 
Selden is in ons vermeughen,
 
Oft 'tis wel maer ydelheydt:
 
Waerheyt wil het kort gheseyt,
 
D'ander doch wort aenghenomen
 
By de kluchten ende droomen:
 
Dies Herpocraet onderstont
 
Met den vinger voor den mondt
 
Te vermanen alle lieden
 
T'stille swijghen eer te bieden.

Hier by heeft my goet gedocht te voegen het achteling by my gestelt op het 42 Emblema Rollenhagij onder het spreeckwoord, Lingua quo tendis.

 
Ghy klapachtige tong, ghy snatrich lidt, waer henen?
 
Sult ghy u nimmermeer bedwingen ofte spenen,
 
Siet toe dat ghy in't lest u selven niet bedriegt,
 
Dewijle ghy soo dom en onbedwongen vliegt
 
Nu hier en dan weer daer, vast brengende tot schanden
 
Door uwen snooden klap veel luyden ende Landen.
 
Hout op, hout op by tijts, het woort synd' wt den mont
 
Al was het daer na leet men noyt weer roepen kont.
margenoot+
Proverb. 21. Cap. v. 23.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken