Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten 1861-62 (1863)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten 1861-62
Afbeelding van Gedichten 1861-62Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten 1861-62

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.02 MB)

ebook (3.58 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten 1861-62

(1863)–Emanuel Hiel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Minnekrans

[pagina 110]
[p. 110]
 
Die Liebe ist der Dichtung Stern,
 
Die Liebe ist des Lebens Kern;
 
Und wer die Lieb' hat ausgesungen,
 
Der hat die Ewigkeit errungen.
 
 
 
Rückert.
[pagina 111]
[p. 111]

I.

 
Hoe zal ik u toch noemen!
 
wanneer uw' blikken in mij schijnen
 
en al mijn lijden doen verdwijnen;
 
wanneer uwe oogen liefde stralen
 
en, als de beken in de dalen,
 
de bloemekens zoo frisch besproeijen,
 
mijn hert met zoeten lust bevloeijen:
 
hoe zal ik u toch noemen?
 
 
[pagina 112]
[p. 112]
 
Hoe zal ik u toch noemen!
 
wanneer gij in het kruid verscholen,
 
waar vogelen vol liefde in dolen,
 
een licken zingt zoo engelachtig,
 
zoo los, zoo fijn en toch zoo krachtig,
 
dat mijne ziel begint te springen
 
en niets haar' vreugde kan bedwingen.
 
Hoe zal ik u toch noemen?
 
 
 
Hoe zal ik u toch noemen!
 
wanneer uw' lippen, geur'ge rozen,
 
waarop de deugd de reinheid blozen,
 
als englen aan de poort van 't leven,
 
mij willen warme zoenen geven;
 
wanneer uw' zachtgekleurde wangen,
 
met vreugd mijn' heeten kus ontvangen;
 
hoe zal ik u toch noemen?
 
 
[pagina 113]
[p. 113]
 
Hoe zal ik u toch noemen!
 
bezat ik d'eêlste taal der talen,
 
waaruit ik 't zoetste woord kon halen,
 
dat ooit een stervling heeft vernomen;
 
dan zou uit mijnen boezem stroomen,
 
dit woord, als een gebed van minne
 
voor u, o heilige engelinne;
 
Hoe zal ik u toch noemen?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken