Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone) (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)
Afbeelding van Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)Toon afbeelding van titelpagina van Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

ebook (3.62 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Looverkens (onder pseudoniem G. Hendrikssone)

(1859)–Emanuel Hiel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Wanhopige. - Romance.

 
't Avondrood was aan 't verzwinden;
 
Hier en daar in 't geurend woud
 
Hoorde men een stil gekout;
 
Was 't de stemme der beminden,
 
Die daar dwaalden langs den vliet?
 
- O, dit weet, dit weet ik niet.
 
 
 
Was 't de stemme van den zanger,
 
Die des nachts van liefde kweelt,
 
Wijl hij ieders ziele streelt;
 
Of, van Godes adem zwanger,
 
Was 't de wind, die joelde in 't riet?
 
- O, dit weet, dit weet ik niet.
 
 
 
Zie, daar tusschen 't bloeiend loover
 
Sloop een meisje, langs het strand
 
Van het beekje, dat door 't land
 
Vlood vol zangrig zingetoover,
 
En zij zucht vol zielsverdriet:
 
- ‘Ach, hij mint, hij mint mij niet!’
 
 
[pagina 69]
[p. 69]
 
En zij plofte zich in 't water,
 
Want de wreede wanhoop had
 
In haar herte plaats gevat,
 
En men hoorde een schril geschater,
 
Dan een zacht en bang gesteen,
 
Wijl het avondrood verdween.
 
 
 
Dagen waren heenverloopen,
 
Toen men, tusschen wier en slijk,
 
Vond der droeve bleeke lijk;
 
't Lag er gantsch ineengekropen.
 
‘Arme - sprak men - arme kind,
 
Waarom werdt gij niet gemind?’
 
 
 
Wat zijn nu de sombre klachten,
 
Wat is nu het stil gekout,
 
Dat er ruischt door 't geurend woud?
 
Is 't des minnezangers smachten,
 
Is 't 't geritsel van den vliet,
 
Of de wind, die joelde in 't riet?
 
 
 
Is 't 't gefluister der beminden,
 
Of hun teeder lipgestreel,
 
Of hun zuchtend mingekweel,
 
Wijl ze zich verloren vinden
 
In den reinen liefdegloed,
 
Die doorblakert hun gemoed?
 
 
[pagina 70]
[p. 70]
 
Of is 't soms de stem der droeve,
 
Die den dood in 't beekje vond,
 
Wijl het avondrood verzwond?
 
Is 't haar stem, die, zacht en stroeve,
 
Klaagt haar eeuwig zielsverdriet?
 
- Ach, dit weet, dit weet ik niet!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken