Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oefeningen voor een derde oog (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oefeningen voor een derde oog
Afbeelding van Oefeningen voor een derde oogToon afbeelding van titelpagina van Oefeningen voor een derde oog

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

column(s) / cursiefjes
non-fictie/dagboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oefeningen voor een derde oog

(1965)–D. Hillenius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[XXIV]

Tycho ging op een zondagmiddag uit zich zelf naar Artis en het Zoölogisch Museum en kwam uren later enthousiast terug met tekeningen van vogels en reptielen. Onhandig maar toch principieel gelijkend. Hij wist het nu zeker, hij wou tekenaar worden.

Ik vond het eerst prachtig, maar later zag ik toch in de eerste plaats hoe met de introductie van dit beter kijken, reproducerend vermogen, het eind is bereikt van de kleutercreativiteit. De tekeningen van nu zijn nog heel mooi en afgerond, maar hij zal steeds beter leren kijken en - wat erger is - hij zal in foto's, reclametekeningen en kunst van anderen, methoden ontdekken om bepaalde onachterhaalbare elementen van de werkelijkheid suggestief vast te leggen. Om een oog te tekenen b.v., of de exacte stand van een poot. Elke keer dat er zo'n element bij komt verbrokkelt de oorspronkelijke stijleenheid meer. Alleen als hij werkelijk talent heeft zal hij - maar veel later - al die vreemde elementen weer kunnen omsmelten tot een eigen stijl.

Hierin ligt misschien ook een antwoord op de vraag waarom het in

[pagina 54]
[p. 54]

een tijd van moderne kunst (dat hoeft niet per se abstract te zijn) niet mogelijk zou zijn om op de oude voet door te gaan, b.v. met een 17de-eeuwse stijl. Men kan wel willen zo'n oude stijl te handhaven, maar als men niet blind is, of op andere manier abnormaal, is het onmogelijk om immuun te blijven voor stijlelementen van de omgeving. Wanneer die niet geïntegreerd worden - en daarmee zou men zélf tot de moderne kunst gaan behoren, vooral omdat er geen grens is tussen wél aanvaardbare en af te wijzen elementen - ontstaat er een verbrokkelde stijl, die daarom geen stijl meer mag heten. De enigen die onbekommerd zich zelf kunnen blijven te midden van de golven van een nieuwe richting zijn enkele genieën en enkele zonderlingen, schilders met gezichtsgebreken, naïeven, primitieven, letterlijk eigenwijzen, die onberoerd door de omstanders hun eigen gang blijven gaan. Dat sluit aan bij de twee punten die opvielen op de mooie tentoonstelling van Naïeven indertijd in Rotterdam:

1. er zijn geen naïeve schilderijen etc. (wel te onderscheiden van volkskunst) te vinden van voor ±1820;

2. er zijn zoveel Amerikanen bij. Bovendien zijn de eerste naïeven Amerikanen.

Vóór 1820 waren de meeste mensen nog vastgebakken in oude gemeenschappen. Als er kunst gemaakt werd (niet de individuele kunst van met name genoemde kereltjes) was het in de oude, heel langzaam slechts evoluerende volksstijl van die gemeenschappen. In de vorige eeuw begonnen de grote emigraties. Door kennismaking met elkaar gingen de oude volksstijlen verloren. Het land waar dat op grote schaal gebeurde en waar bovendien de eerste tijd geen musea waren om een verwarrende, nieuwe stijlvoogdij op te dringen, en waar bovendien tot op de dag van heden de bevolking te heterogeen is om een volkskunst te hebben, is Amerika. De naïeve stijl is geen stijl in de zin van een met vele anderen gedeelde traditie, maar bestaat uit individuele veroveringen, die door convergentie veel op elkaar lijken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken