Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vreemde eilandbewoner (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vreemde eilandbewoner
Afbeelding van De vreemde eilandbewonerToon afbeelding van titelpagina van De vreemde eilandbewoner

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.16 MB)

Scans (21.41 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jacob Hillenius



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie
non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vreemde eilandbewoner

(1967)–D. Hillenius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

II/Eilandtypen

We hebben het in de Inleiding al even gezegd, het is moeilijk een grens te trekken tussen eilanden en continenten. Ook biologisch is er geen scherpe grens tussen eilandfauna's en continentale fauna's, wel een geleidelijke overgang. Biologisch van groot belang is de ouderdom van het eiland, de mate van afgelegenheid, de manier van ontstaan, de grootte en de variatie in landschappen.

Als een eiland kortweg omschreven kan worden als een stuk land omringd door water, kan men zich direct twee verschillende typen voorstellen: de continentale en de oceanische eilanden.

Continentale eilanden zijn oorspronkelijk delen van het vasteland die, doordat de zeebodem steeg of doordat het land daalde, gescheiden raakten van het vasteland.

Oceanische eilanden hebben nooit deel uitgemaakt van het vasteland. Meestal zijn het eilanden, die geheel of gedeeltelijk hun ontstaan te danken hebben aan vulkanische activiteit. Het eenvoudigste voorbeeld is een lava uitbrakende krater die zichzelf verhoogt tot hij boven de zeespiegel komt. De Hawaii-eilanden zijn op deze manier ontstaan, zoals nog goed te zien is aan hun bouw: zeer brede vulkaankegels, die voor een deel nog steeds doorgaan met het produceren van lava.

Ook sommige van de Galapagos-eilanden vertonen nog vulkanische werking, maar ook bij de nu rustige eilanden kan men aan de kraters nog duidelijk de vulkanische herkomst herkennen.

Veel koraaleilanden, in het bijzonder atollen, danken hun bestaan ten dele aan vulkanische werking en beweging van de aardkorst, ten

[pagina 34]
[p. 34]

dele aan de opbouwende werking van miljarden koraalpoliepen. Het bestaan van rifvormende koralen wordt beperkt door een aantal voorwaarden: het water moet warm zijn (gemiddeld meer dan 21°c, de rijkste ontwikkeling tussen 25° en 29°c,) het water moet slibvrij zijn, en er moet een minimum aan licht kunnen doordringen. Dit laatste staat in verband met de symbiotische levenswijze der koraalpoliepen: in hun weefsels leven eencellige algen, die onder invloed van licht uit de afvalstoffen van de poliepen nieuwe voedingsstoffen kunnen opbouwen. Het voordeel voor de koralen is voornamelijk dat de afvalstoffen - die bij zulke dicht op elkaar wonende dieren een groot bezwaar kunnen vormen - door de algen worden weggenomen. De meeste koralen leven daarom direct onder de waterspiegel tot 20 m diep, en vestigen zich dus over het algemeen alleen in kustwateren, waar de bodem niet te diep ligt. Het Great Barrier rif is een ontzaglijk groot uitgegroeid kustrif. Maar b.v. midden in de Stille Oceaan zouden zich nooit koralen kunnen vestigen, omdat de zee daar duizenden meters diep is, zodat een absoluut duister op de bodem elk begin van koraalgroei zou tegenhouden. Toch komen er in dit gebied eilanden voor die geheel uit koraal opgebouwd lijken, o.a. de cirkelvormigc atollen. Men heeft over het ontstaan van deze eilanden vaak van mening verschild, maar in grote trekken neemt men thans toch aan wat Darwin daar over stelde in 1842. Koraaleilanden zouden ontstaan op toppen van onderzeese vulkanen als die dicht genoeg aan de oppervlakte reiken. Door tectonische bewegingen (bewegingen van de aardkorst) zou de vulkaantop kunnen rijzen en dalen. Wanneer de daling maar traag genoeg was konden de koraaldieren door groei naar boven toch in de gunstige zone blijven. De lagere koraallagen stierven af. Bij stijging zou het koraal boven water komen en afsterven, waardoor een koraaleiland zou zijn ontstaan. Aruba, Curaçao en Bonaire zijn waarschijnlijk zo gevormd. Merkwaardig is in dit geval dat de koralen nog steeds in de bovenste waterlagen doorgaan met uitgroeien, waardoor het plateau van deze Antillen als de hoed van een paddestoel uitsteekt boven de oorspronkelijke vulkaankegel.

De cirkelvormige atollen kan men op verschillende manieren ontstaan denken. Ten eerste, doordat een vulkaankegel, boven zee uitstekend, aan alle zijden omringd zou worden door een strandrif. Bij

[pagina 35]
[p. 35]

langzame daling zou de ring dan omhoog groeien, bij latere stijging zou het atol boven water komen. Ten tweede, doordat een gesloten rif als bovengenoemd in het midden zou afsterven doordat de groei in de breedte, naar alle kanten, de aanvoer van zuurstof- en voedselrijk water naar het midden zou bemoeilijken. Daling en rijzing zouden op bovenbeschreven wijze ook hier een cirkelvormig eiland ten gevolge hebben. De proef op de som bleek een boring door de kalk van een atol. De Amerikaanse marine boorde op het Eniwetok-atol en vond op 1200 m diepte basalt, dat inderdaad van vulkanische oorsprong is. Men schat dat dit rif 50 miljoen jaar geleden begonnen is te groeien.

 

Helemaal zinvol is het onderscheid tussen continentale en oceanische eilanden niet. Ten eerste is maar zelden voor iedereen overtuigend aan te tonen dat een eiland nooit heeft vastgezeten aan het continent. Van de Galapagos-eilanden b.v. is herhaaldelijk beweerd dat ze met Midden-Amerika of het noorden van Zuid-Amerika verbonden zouden zijn geweest. Inderdaad is het vulkanische karakter van deze eilanden op zichzelf geen bewijs dat het oceanische eilanden zouden zijn. Juist in vulkanisch actieve gebieden zou men stijgingen en dalingen van de zeespiegel kunnen verwachten.

Van sommige eilanden staat wel vast dat ze ooit met het vasteland verbonden zijn geweest, maar de verbinding is dan al zo lang verbroken, dat het voor de tegenwoordige dierenwereld nauwelijks enige betekenis heeft. Zo'n eiland is in biologisch opzicht gelijk te achten aan een oceanisch eiland. Het is daarom dat Darlington (1957) een andere indeling voorstelde:

1. Recente continentale eilanden, die dus nog betrekkelijk kort geleden van het vasteland gescheiden raakten. Hiertoe behoren o.a. alle eilanden die van het vasteland gescheiden zijn door een zee die minder dan 200 m diep is. Tijdens de ijstijden was zoveel water vastgehouden aan de polen in de vorm van ijs, dat de waterspiegel van de zeeën over de gehele wereld 100 m, volgens sommigen zelfs 200 m, lager lag dan tegenwoordig. Tot de eilanden die tijdens de ijstijden met het vasteland verbonden waren behoren Westelijk Indonesië (met Zuidoost-Azië verbonden), Nieuw-Guinea (met Australië verbonden), Ceylon

[pagina 36]
[p. 36]

(met Zuid-India), Formosa en Japan (met Oost-Azië), Tasmanië (met Australië), Vuurland (met Zuid-Amerika), Falkland-eilanden (eveneens met Zuid-Amerika).

2. Rand-archipels. Deze liggen dicht bij continenten en kunnen zelfs voor een deel recent-continentaal zijn (Filippijnen). Het grootste deel van hun bevolking kan worden beschouwd als een verschraalde uitloper van de continentale bevolking. Hiertoe rekent men behalve de Filippijnen de Westelijke Pacifische eilanden en de Antillen.

3. Andere eilanden en eilandgroepen. Hiertoe behoren dus de eerder reeds als oceanisch beschreven eilanden, maar ook eilanden die mogelijk ooit met het vasteland verbonden waren, maar die al zó lang daarvan afgescheiden zijn dat het voor de dierenwereld van nu geen betekenis meer heeft. Alleen in sommige gevallen is er een principieel verschil te constateren tussen een werkelijk oceanisch eiland (voor zover dat ooit helemaal zeker te bepalen is) als Aldabra en b.v. de Seychellen, die misschien een rest zijn van een vroeger groter eiland, dat zelfs met India en/of Afrika verbonden was. Op de Seychellen ontbreken nl. enkele typische eilandvormen als b.v. reuzenschildpadden en niet-vliegende vogels, terwijl typische vastelanddieren als worm-salamanders en kikkers aanwezig zijn. Op Aldabra en op de Mascarenen, die door hun ligging veel gemeen hebben met de Seychellen, vindt (of vond) men juist wel reuzenschildpadden en verschillende soorten niet-vliegende vogels, en geen typische vastelanddieren. Tot deze oude en/of oceanische eilanden rekent men Celebes, Madagascar, Mascarenen, Seychellen, Nieuw-Caledonië, Lord Howe, Norfolk, Nieuw-Zeeland, Hawaii, Galapagos, verschillende eilanden in de Atlantische Oceaan (Canarische, Kaap Verden, St. Helena, Tristan da Cunha etc.), Antarctica.

Ook deze indeling is arbitrair. Wanneer we er ons consequent aan houden vallen sommige archipels uiteen in verschillende soorten. Indonesië is hiervan een prachtig voorbeeld. Het westelijk deel t.e.m. Bali is, zoals boven al aangegeven, tot de Aziatische continentale eilanden te rekenen. Het oostelijk deel met Nieuw-Guinea en de eilanden daar direct omheen (Aroe en Waigeo b.v.) behoren tot de Australische continentale eilanden. Nu hangt het er maar van af of men Australië tot de eilanden rekent (het zou dan in de derde categorie

[pagina 37]
[p. 37]

vallen) of niet. Celebes hoort in ieder geval tot de derde categorie van min of meer absolute eilanden, maar de Kleine Soenda-eilanden ten oosten van Bali liggen niet op het Aziatische plateau noch op het Australische. Het meest voor de hand liggend zou zijn om ze tot de rand-archipels te rekenen, alleen moet men daarbij bedenken dat ze zowel tot de rand van Azië als tot die van Australië behoren. Inderdaad is dat in de dierenwereld na te gaan (zie de tabellen op blz. 57 en 58).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken