Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verloren schaap (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verloren schaap
Afbeelding van Het verloren schaapToon afbeelding van titelpagina van Het verloren schaap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.52 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Illustrator

Fiep Westendorp



Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verloren schaap

(1947)–Han G. Hoekstra–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Hoe het begon bij den kruidenier



illustratie

Op een dag stond ik bij Evers, den kruidenier op de Prinsengracht, om wat voor de boterham te halen. Annebetje, die juist uit school kwam, was mee naar binnen gelopen. Ik kocht een ons rookvlees en wilde ook een stukje Edammer kaas hebben, maar er was alleen maar komijnekaas, en toen nam ik die maar, omdat ze er ook wel lekker uitzag. Buiten vroeg Annebetje me of ik wel gehoord had, wat Evers had gezegd. Hij zei, zei ze:

‘Meneer, u treft het niet helaas, ik heb alleen maar komijnekaas.’

‘Juist!’ zei ik.

‘Dat rijmt, hè?’ zei Annebetje, ‘waarom zou Evers rijmen, zou hij dat expres doen?’

‘Dat weet ik niet,’ antwoordde ik, ‘misschien heeft hij niet eens gemerkt, dat hij rijmde.’

[pagina 4]
[p. 4]

‘Maar zelf doe je 't wèl expres. Voor wie doe je het nou eigenlijk?’

‘Voor mezelf, en voor nog een paar andere mensen, die het lezen willen,’ zei ik een beetje verlegen, want ik vond het een moeilijke vraag.

‘Waarom doe je het nooit voor ons?’ vroeg ze en met dat ons bedoelde ze zichzelf en Joost Alexander, die pas vier jaar was geworden, in Januari toen er sneeuw lag.

‘Daar heb ik eigenlijk nooit aan gedacht, maar ik zal het wel eens doen,’ zei ik. En toen zat ik er natuurlijk aan vast. Annebetje zei nog, dat ik er maar gauw mee moest beginnen; vanavond nog, want anders zou ik het misschien weer vergeten. Ik zei, voorzichtig, dat ik wel eens zou zien. En toen waren we thuis, en gingen broodjes eten met rookvlees en broodjes met komijnekaas. Omdat het heel hard regende, ging ik die avond niet naar de stad, maar schreef een gedicht (voor mezelf, en voor nog een paar mensen die het lezen willen). Het was vlugger klaar dan ik gedacht had en ik hield zowaar nog een paar rijmwoorden over. Het waren er vier: niet en giet, hinderen en kinderen.

Ik ging daar, terwijl ik op een kopje koffie wachtte, wat mee zitten spelen zonder er erg bij na te denken. En - opeens stond er het lied van Het verloren schaap. Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Zo was het hier ook. Toen Joost Alexander van Oma uit Den Haag weer een pakje kreeg, schreef ik het lied van De sokken, en toen Annebetje zei, dat ik zeker geen lange gedichten maakte, omdat het zo moeilijk is altijd maar alles te laten rijmen, en dat het niet erg was, want ze vond de korte ook wel aardig, zei ik, dat ik het toch wel eens wilde proberen. En ik schreef de Ballade van de haai, een lang lied, dat omdat het zoo lang is en omdat er in staat wat er allemaal in staat, een ballade heet. Zo kwam er telkens een nieuw bij.

[pagina 5]
[p. 5]

Tenslotte waren er zoveel, dat ik niet wist waar ik zoeken moest in de stapel als Annebetje zei: ‘Lees nog eens van De eksterogen van aartshertog Max!’ In die dagen zat ik even met de handen in het haar. Tot iemand op een avond bij me kwam en zei, dat er een eenvoudig middeltje bestond. Hij zei, dat ik alles in een boek moest zetten en dan moest zorgen voor een bladzij waar alles op stond, wat er in stond. Ik vond dat een uitstekend idee, en zo is het gebeurd.

Hier is het boek. Het is voor Joost Alexander, die nog wel heel klein is maar die (hij heeft het me net nog eens in m'n oor gefluisterd) gauw groot wil groeien. Maar het is ook voor Annebetje, omdat ze het zusje is van Joost en alles al lezen kan; en het is ook voor de andere kinderen uit Amsterdam, en voor die uit Vlissingen, en voor die uit Deventer. Het is eigenlijk voor alle kinderen die je maar bedenken kunt. -

Maar omdat Joost Alexander zo klein was, toen ik het schreef, ben ik maar met hem begonnen.

Dat vinden jullie zeker wel goed?



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken