Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ali en haar vriendje (1918)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ali en haar vriendje
Afbeelding van Ali en haar vriendjeToon afbeelding van titelpagina van Ali en haar vriendje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.93 MB)

Scans (32.78 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ali en haar vriendje

(1918)–Nelly Hoekstra-Kapteijn–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 145]
[p. 145]

Besluit.

Lieve kinderen, aan de lotgevallen van Ali en haar vriendje komt een einde. Het varkentje met zijn langen snuit staat op het punt dit geschiedenisje uit te blazen. Maar even wil ik u nog vertellen, dat onze Ali al een heele jonge dame is geworden. Ze gaat met haar vriendinnetjes op dezelfde kostschool. Het Vroolijke Klaverblaadje is dus bij elkaar gebleven. Toen Mijnheer en Mevrouw Vermeer besloten hun dochtertje ter voltooiïng van haar verdere opvoeding een poosje van huis te zenden, kostte dat eerst traantjes. Ach, Ali was nooit van Papa en Mama weg geweest. Wat zou ze zich daar vreemd gevoelen, bij al die meisjes en secondanten en wat zou ze Jan, Willem en haar vriendje Janneman missen. En dan die prettige middagjes bij Juffrouw Betje, die zoo mooi kon vertellen, en Greet en Jo en Trien! Als ze daaraan dacht, begonnen de tranen weer rijkelijk te vloeien.

Maar, toen de ouders van Greet, Jo en Trien besloten hun meisjes op dezelfde school te doen als Ali, kende haar vreugde

[pagina 146]
[p. 146]

geen grenzen. ‘Moe, o, wat heerlijk!’ had Ali uitgeroepen, we blijven bij elkaar.’

‘Ja,’ had Mevrouw lachend geantwoord, ‘het Vroolijke Klaverblaadje, nu zal je je wel niet zoo eenzaam daar voelen, kindje. Jullie kunt veel over huis praten.’

‘Maar u, Papa en de jongens blijven toch hier, zoo ver van mij af,’ pruilde Ali.

‘Kom, kom, er zijn vacantie's ook,’ had Moe getroost.

De morgen van vertrek brak aan. Onze Ali had maar weinig geslapen dien nacht. Telkens dacht ze aan den morgen, dat ze voor het eerst naar school moest. Wat een kleine puk was ze toen geweest; tranen met tuiten had ze gehuild. Maar wat was die eerste schoolgang haar meegevallen. Dadelijk was ze goede maatjes met Greet geworden. Jo en Catrien waren er ook bijgekomen. Wat een pret hadden ze met elkaar gehad.

Janneman, de arme jongen, kreeg telkens tranen in de oogen, als hij aan de aanstaande scheiding van zijn vriendinnetje dacht. Toch hield Ali zich goed. - Ze zei met een dapper stemmetje Pa, Moe en de broers goeden dag. Allen gaven ze een cadeautje mee, zelfs de dienstmeisjes kwamen met een verrassing voor den dag.

Op de kostschool vonden de meisjes het prettig. Met haar medeleerlingen konden ze 't goed vinden. Toch waren allen dolblij, als de vacantie aanbrak. Dan zagen ze allen en alles weer. Dat zij in de vacantietijden veel aan de broers en Janneman te vertellen hadden, behoef ik den kinderen die dit verhaal lezen, zeker niet te zeggen.

Willem en Jan, de broers, waren groot geworden. ‘Echte heeren,’ vond Ali, toen ze voor het eerst met vacantie thuiskwam.

En niemand zou in Janneman, als hij met zijn vioolkist onder

[pagina 147]
[p. 147]

den arm iederen morgen naar de hoogere muziekschool stapte, het bleeke havelooze bedeljongetje van eenige jaren terug herkend hebben; Jantje deed goed zijn best, hij was een zeer ijverige leerling. Pietje Puck zag hij nooit meer, en zijn vader met de vrouw, die hem zoo wreed behandeld had, ook nooit meer.

Toch dacht ons Jantje in stille oogenblikken nog dikwijls aan zijn vader. Gaarne had hij hem weer eens willen spreken, maar hij wist niet waar zijn vader thans woonde. Als Jantje 's winters met Ali schaatsenrijdt, denken ze nog dikwijls aan en spreken over dien vreeselijken middag, toen Ali in het ijs lag. ‘Zonder jou,’ zei Ali eens, ‘was ik er nooit uitgekomen, Jan.’

‘En als ik jou toen niet gered had, was ik nu een arme zwerver geweest,’ gaf Jan dankbaar ten antwoord. ‘Dat zou jammer voor je geweest zijn, want dan zou niemand geweten hebben, hoe mooi je viool kunt spelen,’ lachte Ali. ‘Dan had ik het natuurlijk nooit geleerd. Wie weet, wat er zonder jou lieve ouders van me geworden was.’

‘Nu,’ stemde Ali toe, ‘dan is het ongeluk ten slotte nog een groot geluk geweest.’

 


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken