Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 34. Poëetisch prosa is een onding

Poëetisch prosa is een onding, en in prosa vind men geene poëzy. Want uit de waarheid, dat de poëzy prosa in vaerzen is (§. 3.), volgt omgekeerd geenszins, dat het prosa maatelooze poëzy zy. Dit laatste kan niet wezen, naardien alle poëzy op vaerzen gegrond is; en immers levert het prosa geene vaerzen. Vaerzen bewyzen den poëet, gelyk kinderen den vader bewyzen; en gelyk ongehuwden geen wettig kroost bezitten: zo ook vind men in prosa geene wettige poëzy. Bastaarden en aterlingen zyn steeds voorwerpen van verachting en schande.

‘Men verwart alle denkbeelden,’ zegt Voltaire, ‘men verdraait alle palen der konsten, wanneer men de naam van gedicht aan het onrym geeft. De Telemachus is een zedekundige roman,

[pagina 71]
[p. 71]

en, 't is waar, in een' styl geschreven, van welke men zich bediend moest hebben, om Homeer in onrym te vertalen; maar de doorluchtige schryver van den Telemachus had te veel smaak, en was te geleerd en te nauwkeurig, om zynen roman den naam van gedicht te geeven’ (Gedachten van Voltaire, Deel II, bl. 92, enz.) Ga naar voetnoot182.

Het zyn slechts ketters onder de kunstregters, die het bestaan van poëetisch prosa poogen te beweeren, terwyl zy dryven dat alle verhevene, hoogdraavende, schilderachtige, bloemryke prosa den naam van poëetisch prosa verdiene. Die dwaalgeesten geeven romans, dramaas, herderskouten, en andere schriften, die ten eenemaale prosaïsch zyn, voor poëetisch prosa uit; (want poëzy kunnen zy niet noemen, 't geen niet in vaerzen geschreeven is:) zy doopen, by voorbeeld, Fenelons Telemachus, Bitaubés Joseph, Van Engelens Spectatoriaalen Schouwburg, Gessners Idyllen, Zachariae Bespiegelingen Ga naar voetnoot183, en soortgelyke loutere prosaïsche schriften met dien prachtigen naam. Men ziet, by het mangelen der vaerzen, hoe valsch en ongerymd dit voorgeeven zy. Ik wraak aan alzulke prosaïsche stukken ter waereld niets, dan alleenlyk dat hen de poëzy ontbreekt; en waren ze in vaerzen geschreven, zo zou ik ze als heldendichten, tooneelstukken, herderszangen, enz. erkennen en waardeeren.

Hoe het zy; alle dichtstoffen moeten in vaerzen begreepen zyn (§. 33.), en vaerzen zyn

[pagina 72]
[p. 72]

regels die gezongen kunnen worden (§. 5.). Een heldendicht bestaat uit zangen (§. 32.); hoe wil men nu poëetisch prosa zingen? -- Met het treurspel is het even zo gelegen; ‘want Tragoedia,’ zegt Vondel, ‘is een koppelwoort, en betekent eigentlyck Bockezang, naer der herderen wedgezangen, ingestelt om met zingen eenen bock te winnen, uit welcke gewoonte de treurzangen, en sedert de tooneelspelen, hunnen oorsprong namen’ (Berecht voor Lucifer) Ga naar voetnoot184. Ook weet men

 
Dat Thespis allereerst dat slag van treurdicht vond,
 
Het welk hy voor den volke opzingen deede. ---
 
(Pels, Dichtk., bl. 27) Ga naar voetnoot185

Het woord Comoedia zegt oorsprongklyk een dorpstraatliedje; mede betreklyk tot het zingen: en dus is het met alle voorwerpen der poëzy.

Alle gedachten derhalve die, gelyk het prosa, slechts geleezen maar niet gezongen kunnen worden (§. 1.), zyn niet vaerzen, zyn niet poëzy, en poëetisch prosa blyft een onding.

voetnoot182
Gedagten getrokken uit de werken van den heere de Voltaire. II, p. 92-93 (geringe wijzigingen).
voetnoot183
Paul-Jérémie Bitaubé (1732-1808), Joseph, poème en neuf chants, Nederlandse vertaling, Amsterdam, Magerus, 1769. KB 184 E 8.
Cornelis van Engelen schreef een inleiding bij de Spectatoriaale Schouwburg van 1775.
Salomon Gessner (1730-1788), Idyllen (1756).
J.F.W. Zachariä (1726-1777), Bespiegelingen over de vier getyden van de dag (1772), niet getraceerd. Oorspronkelijk Die Tageszeiten: Ein Gedicht in vier Büchern (Rostock, 1755, 2de druk uit 1756: KB 765 D 17).
voetnoot184
‘Berecht voor Lucifer’, r. 203-206 (WB V, p. 614: anders: ‘Tragooidia’ geschreven in Griekse letters; ‘oirsprong’).
voetnoot185
Pels, Dichtkunst, r. 723-726.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken