Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 59. Oefening en kunstliefde moeten den vaerzenmaaker vormen

Oefening en kunstliefde moeten den vaerzenmaaker vormen, voorondersteld dat hy daartoe geboren zy (§. 53.): want wie zulks niet is, dien zal het nooit gelukken het fyne der kunst te betrappen. Wanneer een jongeling genie vertoont (§. 52.) en van een goed geheugen voorzien is (§. 54.); dan moet kunstliefde geen vlyt spaaren, en oefening de kunst beschaaven. Oefent zich zulk een veelbeloovend jongeling in het doorbladeren onzer puikdichters (§. 63.); leert hy hunne kernvaerzen van buiten; bezoekt hy vlytig den schouwburg, privaattooneelen en poëetische gezelschappen; en slaat hy hiernevens de hand aan het vaerzenmaaken: zo zal hy zich ongemerkt in de kunst vormen:

 
Dan wekt het leezen van eens anders puikgedachten,
 
Een' verschen yver in het dichterlyk gemoed. --
 
De ontvonkte dichtgeest drinkt den geest der dichtverstanden
 
Ook gretig in door 't geen in 't leezen hem bekoort;
 
Dit laaft zyn' dorst, gelyk een regen de akkerlanden;
 
Als hem de godsdrift sterkt brengt hy gedichten voort,
 
Die hooger dan 't vernuft der stervelingen zweven.
 
(P. Burman, Intreereden, bl. 44 en 45) Ga naar voetnoot370

Het verkeeren in boekwinkels, bezit men slechts oppervlakkige kunstmin, is zeer vermogend om de poëetische genie aan te kweeken en te voltooijen.

[pagina 128]
[p. 128]

Van hier komt het dat boekverkoopers, derzelver winkelknechts en jongens, door hun Metier en door dagelykschen omgang met levende of doode, met gedrukte of manuscript dichters en rymers, in de natuurlykste gelegenheid zyn van poëeten of vaerzenmaakers zelven te worden: want het geene waarmede wy omgaan kleeft ons aan. De beroemde Aretyn, die gevreesde poëet en geessel der vorsten, was in zyn jeugd een boekbinders jongen; en hoe hoog klom hy niet, lang deeze nederige trap! ‘Door het zien en behandelen der boeken van geleerde lieden, kreeg hy smaak in 't leezen. Levendig van geest en gelukkig van geheugen zynde (§. 54.), maakte hy goeden voortgang daarin; en kort daarna gaf hy zyn handwerk de zak, begaf zich naar Rome, en geraakte in dienst van Paus Leo den X, en van zyn' neef Juliaan de Medicis, die beide hem met weldaaden ophoopten’ (Levensbeschryving van versch. vermaarde Italiaansche mannen, bl. 104) Ga naar voetnoot371. -- Het ontbreekt derhalve geenszins aan voorbeelden van boekhandelaars die poëeten waren; en, om onder nabuurige natiën geene te gedenken, zo behoef ik, onder onze landgenooten, alleenlyk eenen Kroon , den vader van ons Neêrduitsch Rymregister, een' Halma, Tirion, Willis, Van de Gaete, Meijer, Entrop, Van der Plaats Ga naar voetnoot372 te noemen: lieden, die allen geheel eigenaartig door hunne kostwinning zich tot poëeten vormden.

Ook is het niet vreemd dat akteurs, die

[pagina 129]
[p. 129]

geduurig en volgens hunne professie dichters en vaerzen in den mond voeren, zelven al speelende poëeten en vaerzenmaakers worden. Aan voorbeelden hiervan mangelt het wederom niet; ik zal onder de Franschen slechts Moliere en Baron, onder de Engelschen alleenlyk Shakespear en Garrik, onder de Duitschers slechts Brandes en Stephani, bybrengen. En waren, onder ons, Adr. Bastiaansz de Leeuw, J. Sammers, W. van der Hoeven, A. Spatsier, J. Starrenburg Ga naar voetnoot373, niet even vermaarde vaerzenmaakers als tooneelspeelers? Niets is eindelyk ook natuurlyker, dan dat liefhebber-akteurs, welken by ons zo veel worden gevonden, zelven vaerzenmaakers worden. Men denke alleenlyk aan den poëet en akteur Gottlieb, die zo hartlyk zong:

 
Geen vreemde kunstmin, vreemde vlyt,
 
Geen sluwe list, geen dreigend wapen,
 
Geen nut verpoozen, wyd noch zyd,
 
Moete ooit uit onze maag u raapen!
 
Blyf houw en trouw ons, dat je 't vat,
 
Al stond de galg 'er op, of 't rad!
 
(Al stond 'er de galg op, Bedr. IV, toon. 6) Ga naar voetnoot374

voetnoot370
Petrus Burmannus Secundus (1713-1778, Santhorst), Intreéreden [...] over de poëtische verrukking, [...] in Nederduitsche vaerzen nagevolgd door Dirk Smits, Rotterdam, bij Philippus Losel, 1743, p. 44 en 45. (‘Puikgedachten’ is een leesfout. In het origineel staat: ‘Wekt dikwerf 't lezen van eens anders puikgedichten’). KB 3096 A3.
voetnoot371
Levensbeschryving van verscheidene vermaarde Italiaansche mannen en vrouwen: in ‘Het leven van Petrus Aretinus’.
voetnoot372
Willem Kroon: ‘Opdracht’ der Verzameling van de bruykbaarste Nederduytsche Rymklanken; (zie noot 195).
François Halma (1653-1722) te Utrecht, Amsterdam, Leeuwarden;
Isaak Tirion, uitgever te Amsterdam;
Arnold Willis, te Rotterdam (uitgever van Poot);
Hendrik van de Gaete (1682-1719), te Amsterdam (uitgever van Langendyk);
Pieter Meyer (1718-1781), te Amsterdam;
Pieter Jan Entrop, uitgever tussen 1758 en 1774, te Amsterdam;
Volkert van der Plaats (1728-1796), te Harlingen; allen boekverkopers en uitgevers die ook de letterkunde bedreven.
voetnoot373
Molière (1622-1673) Frans toneelspeler en -schrijver;
Michel Baron (1653-1729), Frans toneelspeler en -schrijver;
William Shakespeare (1564-1616), Engels toneelspeler en -schrijver; David Garrick (1717-1779), de beroemdste Engelse acteur van de 18e eeuw.
Johann Christian Brandes, auteur van Der Graf von Olsbach.
Gottlieb Stephan jr., schrijver van Der Deserteur aus Kindesliebe, zie noot 251.
Adriaan Bastiaansz de Leeuw, kluchtschrijver en toneelspeler van naam, gestorven voor 1689. Van hem is bekend Circe van 1660.
Jacobus Sammers (Worp, Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg, p. 157) had na 1667 belangrijke rollen in Amsterdam.
Willem van der Hoeven, schrijver van Het Koffyhuis (1712, zie noot 98), acteur in Amsterdam (Worp, Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg, p. 160) sinds 1680.
Anthony Spatzier (1718-1777), (Worp, Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg, p. 203) tot 1773 in Amsterdam, leider van de Haagse toneelspelers (naam ook als Spatsier gespeld).
Johannes Starrenburg (gestorven 1772), (Worp, Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg, p. 204).
voetnoot374
O. C. F. Hoffham, Al stond 'er de galg op of de verydelde toneelcomparitie, Erven Klippink, 1783: p. 100. KB 2212 A 4.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken