Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy (2002)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.21 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Bulhof



Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeve eener theorie der Nederduitsche poëzy

(2002)–O.C.F. Hoffham–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§. 71. Dichten, vaerzenmaaken, en rymen heeft eenerlei betékenis

Dichten, vaerzenmaaken, en rymen heeft eenerlei betékenis; want hoewel zy drieërlei bedryf uitdrukken en elkander ondergeschikt zyn, (§. 10. §. 52. §. 65.), zo sluit echter het eene altyd het andere in zich: en de beide uiterstens, dichten en rymen, konsentreeren zich in het middelpunt, vaerzenmaaken. Men kan derhalve deeze drie werkwoorden, als gelykluidend, onverschillig

[pagina 152]
[p. 152]

gebruiken, gelyk de poëeten zelven ons leeren, by voorbeeld:

 
Veel werken
 
Van oude schryvers zyn op deeze wyz' gedicht,
 
Waar tegen het gebruik der jongre dichtren licht;
 
Want Vondel, Vollenhove, en die in deeze tyden
 
Het vloeienst rymen --
 
(Pels, Dichtkunst, bl. 6) Ga naar voetnoot440

en elders:

 
die 't niet kan, wil mede aan 't rymen trekken --
 
Doch gy, dicht niets --
 
(Bl. 40) Ga naar voetnoot441

Jeremias de Decker, in zyn lofdicht op de werken van vader Cats, zegt:

 
Dat Cats alleen door zyn gedicht
 
Meer blinde zielen broght tot licht,
 
Meer dertele tot schamen,
 
Als all' ons dichters t'samen;
 
En dat derhalven hem de kroon
 
Toekomt, die Phoebus is gewoon
 
Den rymeren te geeven
 
Die boven andren sweven.
 
(Rymoefeningen, Boek III, bl. 41) Ga naar voetnoot442

In Vondels leven heet het van hem: ‘Nog zeer jong raakte hy aan 't rymen en toonde zynen aangeboren trek tot de dichtkunst.’ (bladz. 11) Ga naar voetnoot443. En Vondel zelf zegt: -- ‘Onder de knipzangen door verscheide Rymers gedicht.’ (Poëzy, Deel II, bl. 460) Ga naar voetnoot444en laager:

 
Zyn beeldt na Febus zwymt,
 
't Zy dat hy dicht of rymt;
 
(bl. 578) Ga naar voetnoot445

[pagina 153]
[p. 153]

en in de voorrede voor zyne Warande der dieren: ‘Van den onverstandigen kan noch Apollis <Apellis> beeld, noch Homeri rymen niet onghelastert noch onghetadelt blyven Ga naar voetnoot446’ -- Hier heeten de vaerzen van den prins der Grieksche dichteren rymen; en men weet dat Homerus niet heeft gerymd. Zo ook getuigt Vondel van de geestryke vaerzenmaakster Anna Roemers:

 
Wie dan uw rymen komt t'erkennen,
 
Zal roepen: dit 's geen maeght, 't is Maro die hier zingt.
 
(Poëzy, Deel I, <bl. 288>) Ga naar voetnoot447

Nu heeft Virgilius zo weinig als Homerus gerymd.

Dat eindelyk dichten en rymen volstrekt eenerlei betekenis heeft, blykt ook van daar, dat Vondel Virgilius woorden: ‘sunt et mihi carmina’ vertaald door ‘ik kan oock dichten,’ en door ‘ik kan oock rymen.’ Men vergelyke zyne vertaalde 9de herderskout in prosa met die in vaerzen Ga naar voetnoot448.

voetnoot440
Pels, Dichtkunst, r. 146-150. Zie noot 451.
voetnoot441
Pels, Dichtkunst, r. 1062 en 1065.
voetnoot442
De Decker, Rym-oeffeningen, Amsterdam, bij Abraham van Blancken, 1659: ‘Op de Wercken van den edelen, achtbaren en hoog-geleerden Heere Jacob Cats’. UBL 1199 F 14.
voetnoot443
Het leven van Joost van den Vondel door Geeraart Brandt, ed. P. Leendertz, p. 8. Het leven van Vondel, van Geeraart Brandt, bevindt zich ook achterin de uitgave van Vondels poëzie van 1682.
voetnoot444
Vondel, Poëzy II, p. 460: ‘Onder de knipzangen, door verscheide Rymers gedicht, schreef Vondel 't geen volght’ (niet in WB).
voetnoot445
‘Op d'afbeelding van D. P. Pers’, r. 3-4 (WB V, p. 243).
voetnoot446
Warande der dieren, Voor-reden, Apellis, met de betekenis: ‘Van Apelles’ (WB I, p. 505, r. 68-69). Hoffhams versie ‘Apollis’ is een drukfout.
voetnoot447
Poëzy I, (bladzijnummer niet aangegeven, moet zijn p. 288): ‘Op de geboorte van onze Hollantsche Sappho Anna Roemers’, r. 40-42 (WB II, p. 394: variant: ‘Wie dan uw Spreucken, en uw Rijmen komt t'erkouwen / Zal roepen: dit's geen maeght, noch van 't geslacht der Vrouwen / 't Is Maro die hier zingt, 't is Kato die hier spreeckt’).
voetnoot448
Virgilius, Ecloga IX, v. 33: sunt et mihi carmina: Ook ik heb verzen geschreven. In de prozavertaling staat inderdaad (WB VI, p. 164) ‘Ick kan oock dichten’ en in de vertaling in verzen (WB VI, p. 165) ‘Ick kan oock rymen’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken