Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven) (1650)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven)

(1650)–Johan Hofman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

A. P.

Apertie, openinge.
Apologia, verantwoordingh, naamscherm, verdedigingh.
Apoplexie, popelsye, beroertheyt.
Apostaat, afvallige.
Apostasie, afval.
Apostil, bescheyt, bescheyt-schrift.
Aposteme, Apostumatie, swellinge, geswel.
Apozeme, kruyd-drank.
Appaiseren, bevredigen.
Apparentie, schijnbaarheyd.
Apparent, ooghschijnlijck, schijnbaarlijck.
Appareren, bereyden, verschijnen.
Appart, afgesondert, afgedeelt.
Appel, beroep.
Appellatie, beroepinge.
Appelleren, beroepen.
Appenderen, anhangen.
[pagina 12]
[p. 12]
Appendix, anhangsel.
Appetijt, graagheyd.
Appingeren, anvoegen, afmalen, aanschilderen, opdichten.
Applauderen, vervrolijcken, prijsen, toejuyghgen.
Applicatie, toepassinge.
Appliceren, toepassen.
Appointeren, spitsen, bestemmen, vergelijcken.
Appointement, besleghtinge.
Apponeren, apposeren, bysetten.
Apporteren, bybrengen, toebrengen.
Appositie, bysettinge.
Appreciëren, waerdeeren, schatten.
Apprehenderen, vatten, bevatten.
Apprehensie, vattinge, begrijpinge.
Approbatie, goetkenninge.
Approberen, goedt kennen, goedt achten.
Approche, naardering, loopgragt.
Approcheren, naarderen.
Appropinqueren, genaken, naarderen.
Appropriëren, toe-eygenen.
Appuy, leening, steunsel.
April, Grasmaant.
Apteren, voegen, passen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken