Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven) (1650)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandtsche woorden-schat (anoniem uitgegeven)

(1650)–Johan Hofman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

P. R.

Practijck, bewerckinghe, handel-greep, uyt-werckinge, onderwind.
Practiseren, in ’t werck stellen, uytwercken, bewercken, onderwind.
Practizijn, bewercker, uytwercker.
Prebende, prove, inkomste.
Precedent, voorgaande.
Precederen, voorgaan.
Predecesseur, voorganger, voorsaat.
Precarie, ter beede.
Precelleren, te boven gaan, uyt-munten, overtreffen.
Precept, gebodt.
Precepteur, meester.
Preceptie, bevel.
[pagina 116]
[p. 116]
Precipice, steylte, steylheydt.
Precipitatie, over-ylinge, verhaastingc.
Precipiteren, over-ylen, neerstorten.
Precijs, juyst, stip.
Predestinatie, voorschickinge.
Predestineren, voorschicken.
Predicant, Leeraer, Wtroeper, Preecker.
Predicatie, uytroep, leer-reeden, Preecke.
Predictie, voorsegginge.
Preëminentie, uyt-stekentheydt, voortreffelijckheydt, uytsteeck.
Prefatie, voor-reeden.
Preferentie, voordeel,voordeelinghe, voortreckinge.
Prefereren, voordeelen, voortrecken, meer-aghten.
Prefigeren, voor-bestemmen.
Prefixie, voor-bestemminge.
Prejuditie, nadeel, vervoordeelinge.
Prejudiceren, beschadigen, vervoordeelen.
Prelaat, Kerck-vooght.
Prelature, Kerck-vooghdy.
Prelegateren, voor-uyt-maken.
Premie, wedde, loon, prijs, vereeringe.
Premiëren, beloonen, vereeren, begiften.
Premitteren, voor senden, voor-heen-senden, voor-af-senden.
Preoccupatie, voor-kominghe, voor-op-neeminge.
Preparatie, toe-reydinge, voor-bereydinghe, gereedtschap.
[pagina 117]
[p. 117]
Preparatoir, toe-reydelijck, by voor-raedt.
Prepareren, toe-reyden, voor-bereyden.
Preposeren, voor-stellen.
Prepositie, voorstellinge.
Prerogatijf, voordeel, voor-reght.
Presbyter, Ouderlingh.
Presbyteriaal, Ouderlingschap, Ouderling-aghtigh, Ouderlingh betamelijck.
Prescientie, voor-wetenschap, voorwetenheydt.
Prescriberen, voor-schrijven, verjaren.
Prescriptie, verjaringhe, bevel, voor-schrijvinge.
Present, tegenwoordigh, geschenck.
Presentatie, anbiedinge.
Presenteren, aanbieden.
Presentie, tegenwoordigheydt.
Preservatie, behoedinge, verhoedingh, bewaringe.
Preservatijf, verhoedigh, bewarend.
Preserveren, behoeden, behouden, beschutten.
President, voorsitter.
Prefidentie, voorsittinge.
Prestantie, overtreffinge.
Presteren, betoonen, te weegh brengen, vol-voeren, daer doen.
Presumeren, vermoeden, wanen.
Presumptie, vermoeden, waan, laatdunckentheydt.
Presumptueux, verwaant, vermetende, laatdunckend.
[pagina 118]
[p. 118]
Presupponeren, vast stellen, voor heen bedinghen.
Presuppositie, vast-stellinghe, voor-bedingh.
Preteriëren, verby-gaen.
Pretenderen, vereysschen, voorwenden, vorderen.
Pretentie, vereysschinghe, voorwendinghe, vorderinge.
Pretext, dexel, voorwendinge.
Pretieux, kostelijck, dierbaar.
Prevaleren, overtreffen, te boven gaan.
Prevaricatie, overtredinge, te buyten ganinge, vergrijpinge.
Prevariceren, te buyten gaan, vergrijpen.
Preventie, voorkominge.
Prevoost, zede-straffer, tught-vooght, tught-meester.
Preuve, proeve, bewijs.
Primaat, Opper-Kerck-vooght.
Primogeniture, eerst-geborenschap.
Prins, Vorst.
Principaal, voorneemste, voornaamste.
Prisatie, waardeeringe.
Privaat, afgesondert, bysonder.
Privatie, ontneeminge, ontbeeringe.
Privé, bysonder.
Priveren, ontneemen, ontsetten.
Privilegie, voor-reght, Hantvest.
[pagina 119]
[p. 119]
Probabel, bewijslijck, waarschijnlijck.
Probatie, beproevinghe, bewijsinghe.
Proberen, beproeven, bewijsen.
Probleme, leer-beeld, vraagh-stuck.
Procederen, voort-gaan, voort-varen, dinghen.
Procedure, voort-ganck, dingh-taal, pleyt-handel.
Proces, gedingh.
Processie, ommegangh.
Proclamatie, uytroep.
Proclameren, uytroepen.
Procreatie, teelinge.
Procreëren, teelen.
Procuratie, voorsorge, volmaght.
Procurator, gemaghtighde.
Procureren, versorgen.
Procureur, versorgher, Pleyt-versorgher.
Prodige, deur-brenger, quist-goedt.
Prodigaliteyt, quistinge.
Prodigeren, verquisten.
Prodigieux, wanschapen, wonderbaarlijck.
Productie, voort-brenginge.
Profaan, onheyligh, werelts.
Profaneren, ontheyligen, ontwijen.
Profereren, uytspreecken, uytten, voortbrenghen.
Professie, belijdenisse, voorgeevinge.
Professor, Hooft-leeraar, Opper-leeraar.
[pagina 120]
[p. 120]
Profijt, baat, voordeel, winst.
Profiteren, vorderen, winninge doen.
Profuge, toevlught, voorvlughtigh.
Profusie, quistinge, verplenginge.
Progenie, geslaght, afkomste.
Prognosticatie, voorkenninge, voorduydinghe.
Prognostiqueren, voorkennen, voorduyden, voorkundigen.
Progressie, voortgangh.
Prohiberen, verbieden.
Prohibitie, verbodt.
Proye, buyt, roof.
Project, voorwerp, ontwerp.
Projecteren, voorwerpen, ontwerpen.
Prolix, wijdloopigh.
Prologie, voor-reeden.
Prolongatie, verlenginge.
Prolongeren, verlengen.
Promissie, belofte, toe-segginge.
Promitteren, toeseggen.
Promotie, bevorderinge, voortsettingh.
Promoveren, bevorderen, voortsetten.
Prompt, vaardigh.
Prononciëren, uyt-spreken.
Prononciatie, uytspraack.
Propagatie, voortplantinghe, uytbreydinghe.
Propheet, Godts Tolck.
Propheteren, voorsegghen, waarsegghen, Preken.
[pagina 121]
[p. 121]
Prophetie, voorsegginge.
Propice, goedtgunstigh, toe-gedaan.
Proportie, even-reedenheydt.
Propoost, voorneemen, voorhebbinge.
Proposeren, proponeren, voorstellen.
Propositie, voorstel.
Proscriberen, verbannen.
Proscriptie, ban, verbanninge.
Prose, rijmloos, onberijmt.
Prospereren, welvaren, veroveren.
Prosperiteyt, voorspoet, welvaart.
Prosterneren, nederwerpen.
Protectie, beschut, bescherminge.
Protecteur, beschutter, beschermer.
Protigeren, beschermen, beschutten.
Protest, wederspraack.
Protestatie, teegenspraack.
Protesteren, voortuygen, weederspreken.
Protocol, schrijf-boeck, klad-boeck, schrijf-rol.
Protocolleren, te boeck stellen.
Proverbe, spreeckwoord.
Provident, voorsienigh.
Provideren, voorsien.
Providentie, voorsienigheydt, voorsieninge.
Provisie, voorsieninge, voorraat.
Provisioneel, by voor-raadt.
Provocatie, uytdaginge, porringe.
Provoqueren, uytdagen, porren.
Prudent, voorsightigh.
Prudentie, voorsightigheydt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken