Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De spelen van Gijsbrecht van Hogendorp (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van De spelen van Gijsbrecht van Hogendorp
Afbeelding van De spelen van Gijsbrecht van HogendorpToon afbeelding van titelpagina van De spelen van Gijsbrecht van Hogendorp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.09 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Editeur

F.K.H. Kossmann



Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De spelen van Gijsbrecht van Hogendorp

(1932)–Gijsbrecht van Hogendorp–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Van Heinsius tot Duym

Het humanistische declamatiestukje van Casparius bezit feitelijk geen dramatischen bouw. Uiterlijk lijkt het in zijn schikking op Seneca's tragedievorm; het heeft geen characters en geen actie; van eenheid van plaats en tijd kan men eigenlijk niet spreken. Het blijft hier verder buiten beschouwing.

Heinsius gaf zijn spel den vorm van een gave tragedie naar het model van Seneca. Auriacus vult het tooneel als de klassieke edele held; zijn charakter en dat van Loysa zijn tragisch volledig uitgewerkt; de scene is aan zijn hof en de gebeurtenis verloopt in een aaneensluitend tijdsbestek. Veel handeling is voor hem niet weggelegd, doch het noodlot voltrekt zich aan hem; hij is een lijdelijke sprekende held en Loysa naast hem deelt deze rol. De fatale werkzaamheid ver-

[pagina XXV]
[p. XXV]

toont zich op het tooneel in de helsche verschijningen die aan geen plaats of tijd gebonden zijn; de Sicarius is werktuig van het Fatum. De vijandelijke Spaansche macht komt ter sprake, doch is geen bron van actie in het drama. Deze klassieke fatale beschouwingswijze moge niet christelijk van herkomst zijn, zij is met de christelijke opvattingen niet onvereenigbaar. En de dichters vonden in het Oude Testament vele stoffen, die zich tot een dergelijke klassiek-fatale behandeling leenden. Libertas Saucia, als deus ex machina verschijnend, verzacht deze opvatting niet; zij is gewond en verslagen; haar slotwoord is een jammerklacht. De epiloog van Prins Maurits, die niet meer tot het stuk behoort, is slechts een zwakke aanwijzing dat na deze tragedie nog een andere tijd volgt.

Duym heeft, ondanks de schijnbare ondergeschiktheid van zijn wijzigingen, daardoor toch den kern van Heinsius' fatumstragedie geraakt. Wat buiten de tragedie behoorde te staan is daar binnen geraakt: de choren zijn scenes geworden waarin bepaalde personen over hun persoonlijke belangen uitweiden; het fatum zelf is uiteen gevallen in een aantal het kwade willende krachten. En deze krachten ageeren. De moord wordt aangestookt, voorbereid en bedreven. De vijandelijke macht is hiermee inderdaad ten tooneele verschenen, al is dit door de overigens getrouwe navolging van het latijnsche voorbeeld nog weinig uitgewerkt en betrekkelijk onwerkelijk. Natuurlijk is ook deze strijd tusschen het kwaad en het in dit geval onbeschermde goede tragisch. Hij is echter niet fataal; in deze beschouwingswijze zouden aan de booze machten goede tegengesteld kunnen zijn die den afloop hadden kunnen verhoeden. Duym heeft dan ook den geest van het slottooneel geheel gewijzigd. De jammerklachten van Loysa, de overlevende heldin, liet hij terzijde. De Vrijheid betreedt het rouwtooneel, waar reeds voor haar een Rithmeester en Hopman, als woordvoerders van een militaire wacht bij den dooden vorst, hun rouwbeklag deden hooren. De Vrijheid klaagt dan met hen, doch Prins Maurits nadert thans ook en spreekt haar moed in, waarna zij hem hulde brengt en Maurits het spel met een plechtige gelofte besluit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken