Logo DBNL
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1 (1976)

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

(1976)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Eerste deel


Vorige Volgende

53 Opschrift.
Edele eerentfeste hoochgeleerde, welwijse vermoghene Heeren Mijne Heeren de gecommitteerde Rajden vande Staeten van Westvrieslandt ende 't Noorderquartier.

1 Edele eerentfeste hoochgeleerde welwijse vermoghene Heeren

 

2 Onlanx is t'mijner kennisse gecomen dat seker deurwaerder van 3 Uw Ed.Mogh. wt cracht van haeren mandamente geciteert soude 4 hebben binnen der stede Weesp de persone van Jan Heinrixz. Lap 5 burger ende brouwer aldaer om voor U Ed.Mogh. te rechte te 6 staen, sonder eenighe imploratie van territorie ofte kennisse van6 7 mijnen substitujt schout der stede voorseidt. Twelck gemerckt is7 8 streckende tegens de stile altoos in Hollandt geobserveert, conform8 9 den beschreven rechten, ende tot prejudicie van 't Hoochofficier-9 10 schap 't welcke aldaer onder 't Castelainschap van Mujden ende10 11 baljuschap van Goeijlandt den Ed.Moghen HH Staeten mij gelieft 12 heeft te vertrouwen, mitsgaeders tot infractie vande priviligien12 13 der voorsejder ende alle andere Steden van Hollandt in t gemeen, 14 inhoudende datmen de burgers van dien, ter eerster instantie niet14 15 en mach evoceren, maer oock over delicten elders gecommitteert,15 16 ter plaetse haerder residentie aen recht heeft te vorderen: soo16 17 heb ick niet konnen ledich staen van 't selve bij desen voor te17 18 draeghen aen U Ed.Mogh. ten einde dat haer goedt insicht hier 19 op genomen den Heere Officier der stadt Hooren impetrant van t 20 voorseide mandament gelieve te disponeren omme den20 21 gewoonelijcken ende behoirlijcken voet van procederen te volghen, 22 sonder de welcke te houden bij aldien de gedaechde schoon quame22 23 *gecondenneert*+ te werden, d'executie doch alhier soude werden23 24 gedifficulteert, dewelcke behoorlijck geprocedeert sijnde men24 25 gaerne soude doen ende admitteren: offererende tot vorderinge25 26 van de Justitie ende des Gemeenen lands middelen allen26 27 moghelijcken dienst omme alsulcke expeditie alhier ten versoecke27 28 ende clachte vanden Heere impetrant ende sijne adjuncten, ende28 29 oock anderssins ratione officij, met kennisse van saecken te doen 30 ende te laeten doen als de redene sal konnen vereischen. Hier mede,30 31 Edele Eerentfeste hoochgeleerde welwijse vermoghene Heeren 32 gebiede mij van heeler harten in gratie van Uwe Ed. Mogh., die 33

34 God in gelucksalighe regeringe genaedelijck behoede. Geschreven 35 op den Hujse te Mujden, den xvijen Augusti a 1613.

36 Uwer Ed.Mogh.

37 Geheel dienstwillighe

38 P C Hóóft.

 

Er bestonden in Holland twee colleges van Gecommitteerde Raden: een afzonderlijk voor West-Friesland en het Noorderkwartier. Een burger van Weesp is door een deurwaarder van dit college op hun bevel, op verzoek van de schout van Hoorn, gedagvaard. Dit is gebeurd met voorbijgaan van de schout van Weesp, Hooft's vertegenwoordiger in die stad, en met schending van het us de non evocando. Daar dit een inbreuk op Hooft's recht en op de privileges van de steden is, verzoekt Hooft genoemde Gecommitteerde Raden, de schout van Hoorn ertoe te brengen, de juiste weg te volgen. In dat geval zal Weesp in alle opzichten medewerken, terwijl het zich bij de thans gevolgde procedure tegen de uitvoering van een vonnis zou verzetten.


Vorige Volgende

Over het gehele werk

auteurs