De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 203]

59 Opschrift.
Edele gestrenge welwijse Hoochgeleerde Vermoghene Heere Mijn Heere Johan van Oldenbarnevelt Ridder Heere vanden tempel Rodenrijs etc. Advocaet ende garde des seaulx, van [van] Hollandt en Westfrieslandt.

1 Edele gestrenge welwijse Hoochgeleerde Vermoghene Heere, 2 Dese sal met eerbiedinge de vrijmoedicheit nemen 3 om Uw Ed^s gewichtighe sorghen eenighe steurnisse 4 te doen, ten versoecke van Peter Petersz. van Neck 5 Burgher der stede Weesp, tegenwoordelijck gebrujckt⁵ 6 sijnde in de schepen banck aldaer, gelijck oock lange 7 jaeren voor heenen vast doorgaens ende soo veel als 't⁷ 8 privilegie geleden heeft. Van welcken last hoewel⁸ 9 andersins drachelijck hem de geringh sijner middelen⁹ 10 ende huisgesin van seven kinderen wel behoort hadden 11 te verschoonen, ten waere de scaersheit geweest van¹¹ 12 goede patrjotten sijns gelijcke. De kerkenraedt en heeft¹² 13 sijner oock niet willen ontberen; ende hij sich alomme 14 met sonderlinge reckelijckheit ende gematichtheit ten ge-¹⁴ 15 meenen beste gequeten. In welcken aensien ick U Ed.¹⁵ 16 bidde te billijcker te vinden ende goede handt aen te 17 houden dat s gemeene landts Borse hem mochte ver-¹⁷ 18 lichten van eene sijner soonen met naemen Arnoldus 19 Neckius: dewelcke 't getuichenis hebbende van naers- 20 tich ende vreedsaemer Aert, tot noch toe bij hem ter 21 schoole gehouden, ende onlanx tsijnen costen bestelt 22 is in t Collegie vande HH Staeten: alwaer doch 23 eenighe plaetsen voor aenvoeijelingen tegenwoorde-²³ 24 lijck open staen. Gelieve voorts mij dese moejlijck-²⁴ 25 heit ten besten af te nemen: mitsgaeders mijn ongeluck²⁵ 26 te geven den schult, van dat ick Uw Ed. niet en hebbe²⁶ 27 moghen bejegenen met ijets van alle den dienst die 28 ick haer schuldich ben ten tijde als haer geliefde mij 29 oft dese plaetse met sijn besoeck te vereerlijcken:²⁹ 30 alsoo de sieckte van mijn Huisvrouwe ons onver-³⁰ 31 witticht van U Ed.coomste doen tot Amsterdam was 32 houdende werwaerts de kermis juist te dien daeghe

5 gebrujckt: in functie.

7 vast doorgaens: bijna voortdurend.

8 geleden: toegelaten, nl. met het oog op te nauwe verwantschap e.d.; last: het ambt was onbezoldigd.

9 andersins: overigens.

11 ten waere ... geweest: als er niet de schaarsheid geweest was.

12 patriotten: nl. niet-katholieken.

14 sonderlinge reckelijckheit: buitengewone verdraagzaamheid; ten ... gequeten: voor het algemeen welzijn ingespannen.

15 In welcken aensien: Met het oog waarop.

17 Borse: kas, schatkist; verlichten van: (nl. de zorg voor); 30 juli 1613 was Arnoldus a Neck, Wesopianus, ingeschreven als theol. stud. te Leiden.

23 aenvoeijelingen: alumni, kwekelingen.

24 moejlijckheit: bemoeienis.

25 mijn ongeluck: mijn ongunstig lot.

26 van dat ick ... dienst: van het feit dat ik u niets heb kunnen aanbieden van al de diensten.
N.B. Volgens P. Tuynman wordt hiermee de dienst bedoeld waartoe Hooft's ambtelijke instructie hem verplicht. (Bijdragen enz. Aant. 335 op blz. 102).

29 vereerlijcken: vereren.

30 onverwitticht: die niet verwittigd waren.

[p. 204]

33 oock het gesin van hier hadde getrocken, om s avonts³³ 34 wederom te keeren. 35 Hiermede

36 Edele gestrenge welwijse Hoochgeleerde vermoghene Heere 37 kusse eerbiedelijck de handen aen Uw Ed. mij gebie- 38 dende van heeler harten t'haerwaerts, Dien God in ge- 39 lucksaelighe regeringe altijt bewaere.

40 Vanden Hujse te Mujden xx^en Jan. a 1614.

41 Uw Ed.

42 Onderdaenste Dienaer

43 P C Hóóft.

Hooft vraagt ten behoeve van een verdienstelijk burger van Weesp een vrije plaats voor diens zoon op het College der Staten van Holland tot opleiding van predikanten te Leiden. Hij besluit met zich te verontschuldigen wegens afwezigheid bij een onverwacht bezoek van O. te Muiden.

33 gesin: dienstboden.

Minuut. UBA II C II. 31. Afschr. UBL. Pap. 13.