De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

Eerste deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 327]

125 Aen Sijn Pr^e Exc^ie

1 Doorluchtighste Hooghgebooren Vorst, genaedighste Heer

2 Ten versoecke ende ernstighen aenhouden van Jaques Etcheson 3 geappoincteerde onder de Comp^ie van Mons^r de Chastillon, en 4 heb ick niet konnen ledigh staen van desen te doen verschijnen⁴ 5 voor uwe Pr^e Exc^ie ten getujghenisse hoe waer is dat de voors⁵ 6 Etcheson geduirende den tijdt dat hij als Lieutenant 7 gecommandeert heeft de comp^e van Capitain de Roij 8 hebbende haer rendezvous binnen Mujden, om deselve in tucht 9 ende officie te houden gedaen heeft alle naerstigheidt ende⁹ 10 debvojr, die men tot volcomen genoeghen der wethouderen ende 11 burgerije soude weten te vereischen. Bij welcke occasie ick mij 12 sal verstouten om Uwe Pr^e Exc^ie te congratuleren over sijn¹² 13 geluckigh advienement tot den Staet van Oranges ende andere,¹³ 14 wenschende dat die possessie zij tot sijne ende zijner ondersaeten 15 hooghste prosperitejt 16 Waer in

17 Doorlughtighste Hooghgebooren Vorst genaedighste Heere, 18 God almaghtigh geduirighlijck behoede Uwe Pr^e Exc^ie wiens 19 victorieuse handt ick eerbiedelijck kusse ende nijghe mij t haer 20 waerts. Van den Hujse te Mujden den xxv^en Martij a 1618.

21 Uwer Pr^e Exc^ie

22 Onderdaenste Getrouwste Dienaer

23 P C Hóóft.

Hooft brengt bij prins Maurits een gunstig getuigenis uit over een geappointeerde, op diens verzoek.

4 desen: deze brief.

5 hoe waer is: dat waar is (+ subj. zin). (WNT hoe 782 III). Dit is een gewone formule ter inleiding van een getuigeverklaring.

9 officie: plicht; gedaen naerstigheidt ende debvojr: ijver en plicht betracht

12 sal (futurum der beleefdheid, Mem. 10).

13 advienement: opvolging, nl. door het overlijden van Philips Willem, zijn oudere halfbroeder; andere: de aanzienlijke bezittingen van Ph. W. in de Nederlanden.

Minuut. UBA II C II.92.