Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.95 MB)

XML (2.41 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 1

(1976)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Eerste deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 606]
[p. 606]

257 Aenden President ende Raeden van Hollandt etc.

1 Ede etc.

 

2 Naerdien 't mij ujt krachte van 't geene op de bijgaende reqe ge- 3 apostilleert is, incumbeert te openen 't geene naer mijn gering oor-Ga naar eind3 4 deel in bedenken komt noopende 't versoek der regenten van Naer-Ga naar eind4 5 den om hunne annuele vroedschap te wisselen aen eene perpetuele, 6 soo zal ick mij, bij desen, des pooghen te quijten sulx mij d'impor-Ga naar eind6 7 tantie der saecke dunkt te vorderen, wel reverentelijk biddende, dat, 8 indien d'extensie loopt ter tedieusheit toe, U Ed. Mo. gratieuse ge-Ga naar eind8 9 liefte zij, sulx mijnen eenvoudighen ijver te goede te houden. Want 10 alhoewel dese plaetse nochte in lujster nochte in verlang en is te ge-Ga naar eind10 11 lijken bij de steden deel aende Hooghe regeeringe hebbende, sooGa naar eind11 12 zejdt nochtans Euripides daer de waerheit aen dat 't geen ijder vanGa naar eind12 13 noode heeft, den zelven meer waerdt is als Trojen te verovren, ende 14 komt het[,] alhier aen niet op de welstant van eenen persoon oftGa naar eind14 15 hujs vergankelijk in korten tijdt, maer van eene gansche burgherije,Ga naar eind15 16 zijnde soo achtbaer een lichaem, ende dat onsterffelijk.Ga naar eind16

17 Eerstelijk dan zal nae mijn meeninge te letten staen op het subject,Ga naar eind17 18 aert ende eighenschap vandien; daer nae op de commodieuste for- 19 me die men 't zelve zoude moghen geven, mitsgaeders in welker 20 maniere. Ende belangende 't subject wesende de stadt oft gemeente 21 van Naerden, die staet bij de regeerders van den jaere 1459, in 'tGa naar eind21 22 privilegie van Hartogh Philips gedateert den ijen Junij beschreven 23 aldus: ‘Dat de stede van Naerden geleghen is op de palen vanden 24 lande van Hollant, binnen dewelke allerhande meenigherleije endeGa naar eind24 25 diversse persoonen woonaghtigh zijn, ende daeghelijx koomen 26 woonen, eenloopende ende andere die het gerechte weenigh oftGa naar eind26 27 luttel ontsien, nochte [hunlieder] en pooghen te obedieren hunneGa naar eind27 28 geboden.’ Ende dien de constitutie der voors. stede bekent is zalGa naar eind28 29 moeten advoueren, dat sedert dien tijdt de gemeente aldaer in facili- 30 tejt, obedientie ende vreedsaemheit luttel heeft toegenomen: maer 31 ter contrarie alhoewel daer verschejde persoonen van discretie on-Ga naar eind31 32 der gevonden worden, dien ick nt en verstae te prejudiceren, door-Ga naar eind32 33 gaends geweest, ende noch is onrustigh keteloorigh, wrevel, partij-Ga naar eind33 34 digh ende gebandeert tegens elkanderen soo om 't different tussenGa naar eind34 35 de dijkplichtighe ende vrije landen als andere misverstanden endeGa naar eind35 36 animeusheden wt inique oft frivole oorsaeken, geresen. DewelkeGa naar eind36 37 gelijkse bij de vastheit der binnenlandsche vreede wel worden ge-Ga naar eind37 38 supprimeert maer niet geopprimeert, ende met hun onheil behan-Ga naar eind38

[pagina 607]
[p. 607]

39 gen blijven, alsoo bij tijde van troublen tot deerlijke tragedien kon- 40 nen komen wt te bersten, als inde eerste beroerten onser oorloo- 41 ghen, al te klaerlijk ende te klaghelijk gebleken is, wesende aldaer,Ga naar eind41 42 't geen alle der werelt niet bekent is, (God betere) al te zeker dat de 43 wraekgierigheit der gemescontendeerden ende wtgeweekenen tot 44 blaesbalghen gedient heeft om 't vier der Spaensche wreetheit op te 45 hitsen ten bederve van hunne eighe medeburghers ende bloedt- 46 verwanten, ende zonder exceptie oft acceptie van personen hunGa naar eind46 47 vaderlandt te devoueren aende verwoetheit vande moort, ende denGa naar eind47 48 brandt. a Ujt deselve ongetempertheit van humeuren ende impo-Ga naar eind48 49 tentià animi, atque impatientia aequi, ist, dat de regenten der voorsGa naar eind49 50 stede sich veeltijts moeijlijk difficil ende irreverentelijk hebben ge- 51 draeghen in 't geene hun debvojr ende 't respect der graeflijkheit is 52 concernerende, ende wel onwaerdelijk, van over eenighe jaerenGa naar eind52 53 voor mijnen tijdt, op de hoogheit derselve gëempieteert, usurpe-Ga naar eind53 54 rende d'exclusie vanden Schout in 't nemen van resolutien ende 55 maeken van keuren; ende d'applicatie van alle vechtboeten t' hun-Ga naar eind55 56 nen eighen proffijte, om daer wt te vervallen de kosten der teeringeGa naar eind56 57 op hunne maeltijden, ende den Schout voors voor de moejte der 58 exsecutie alleenlijk toeleggende een discretie van eenen gulden sesGa naar eind58 59 oft acht jaerlijx, bejde regelrecht tegens 't geen hun eighen priviligie 60 dicteert. Ende en hebben nojt willen admitteren de practique vanGa naar eind60 61 seker placcaet vanden hove op dit stuk wt welimportante insichtenGa naar eind61 62 ten tijde van mijnen predecesseur in officie gepubliceert ende doorGa naar eind62 63 mij gedaen renoveren. In welker wijse zijlujden zich hebben ge-Ga naar eind63 64 comporteert aengaende 't recht van de waerande der GraeflijkheitGa naar eind64 65 in Goeijlandt, dewelke eenighe dujsenden jaerlijx waerdigh zijnde, 66 nu langen tijdt desert ende vruchteloos lejdt, zouden de Ed. Mo.Ga naar eind66 67 HH. vande reke best weeten te deduceren, nevens al te veele andereGa naar eind67 68 preuven, die Hunne Ed. Mo. hebben van deser lujden onrekkelijk-Ga naar eind68 69 heit ende ongevoeghsaemheit. b Wes te meer een wel goede forme 70 nodigh is om de malignitejt der materie te mitigeren, met deGa naar eind70 71 deughd der dispositie, maer ook met eenen te swaerder om vinden, 72 ende bedenklijker het innoveren: zijnde het nieuw altijds te lang oftGa naar eind72 73 te kort, gelijk de negocianten seggen, ende met sich mennende ver-Ga naar eind73 74 moede ende onvermoede swaerigheden al te maghtigh om aen-Ga naar eind74 75 stoot ende alteratie te maeken in gemoeden die zoo schichtigh endeGa naar eind75 76 ras geraekt zijn. Men laete dan in consideratie ende comparatie ko- 77 men d'ouwde geabhorreerde ende nieuwe gewenschte forme.Ga naar eind77 78 D'ouwde heeft dit oorbaerlijx datse collusie, oft (zoomen 't daerGa naar eind78 79 heet) het lijntrekken ujtslujt; jaerlijx zonder ontsteltenisse ende or-Ga naar eind79 80 dinarié kan gedresseert worden zoo zij declineert ten quaeden; hetGa naar eind80

[pagina 608]
[p. 608]

81 universeel gecontenteert houdt, mits ijder sijn tour bekomt, oftGa naar eind81 82 Ga naar margenoot+ repulsam propinqua spes soletur; intkort de pernicieuse desseins alsGa naar eind82 83 zijnde renversabel, ende d'entrepreneurs comtabel bij de succes- 84 seurs; minst enfleert ende tot insolentie verrukt; mitsgaeders dat de 85 dignitejt der hooghe Overheit in haere behoorlijke splendeur wortGa naar eind85 86 geconserveert bij de verkiezinge gedaen door haeren officier. Daer 87 tegens heeftse ondienstelijx, d'inequalitejt vanden cours der rege-Ga naar eind87 88 ringe; dat de salutajre resolutien bij wijlen door de naesaeten wor-Ga naar eind88 89 den gerescindeert, jae ter halve exsecutie, tot kosten ende interes derGa naar eind89 90 stede; de keuren ende ordonnantien varieren nae den appetit der 91 varierende regenten ende nemmermeer tot die veneratie gerakenGa naar eind91 92 die een dochter vanden ouderdoom is; dat d'ervaerenheit kleen is; 93 Ga naar margenoot+ d'authoritejt geen; de ijver ende affectie tot de gemeene zaeke slap- 94 per, ita ut majore avaritia ac licentia grassentur, cum subjectos habeant 95 cives ut suos, et viles ut alienos; dat, die schielijk vallen in bewint vanGa naar eind95 96 kleenen dujr, gemeenlijk hongerigh zijn, ende spoeijen om sich t' 97 aprovechieren: Cum subitis avidi sint et festinantes manus, difficiliusqueGa naar eind97 98 temperare foelicitati, qua te non putes diu usurum. Aen d'andre zijde 99 heeft de nieuwe ende gepretendeerde forme loffelijx, een eenpaerighGa naar eind99 100 Ga naar margenoot+ vloeijen van regeeringe; handthavinge der eensgenome resolutien;Ga naar eind100 101 bestendigheit van keuren ende ordonnantien ende een formidableGa naar eind101 102 reputatie derselve; experientie; authoritejt; ijver ende liefde tot hetGa naar eind102 103 geen den regeerders voor altoos vertrouwt ende bijnae eighenGa naar eind103 104 schijnt; koelder baetsucht, oft immers lanksaemer gaende ende desGa naar eind104 105 te bet gëexcuseerde gierigheit; versaedelijker begeerten als die vanGa naar eind105 106 staedigh nieuw ende naekt inkomende. Wederom heeftse lasterlijksGa naar eind106 107 de collusie; difficil redres der misgrepen; onbenoeghen der gëexclu- 108 deerde, die geprojicieert worden tot het afsterven toe der gekoore-Ga naar eind108 109 ne; quaede desseins op toeverlaet van impunitejt, ende niet danGa naar eind109 110 extraordinarie remedien daer tegens; insolentie ende superbie vanGa naar eind110 111 de geene qui honorem per universam vitam, agitent. Alle welkeGa naar eind111 112 goede ende quaede qualitejten vande voors. twee formen gebalan-Ga naar eind112 113 ceert, zoude mij onder verbeteringe dunken, dat d'ouwde ende 114 reede ontfange forme ten erghsten min beswaerlijk ende ten bestenGa naar eind114 115 gedijende niet zoo oorbaerlijk en kan wtvallen als de nieuwe: dat de 116 nieuwe maghtigh is meer heils ofte meer onheils te causeren. c Ende 117 gemerkt vande vitieusheit onser materie meer te vresen als te hoo-Ga naar eind117 118 pen staet, ben gedrongen te geloven (gelijk ook die regel superGa naar eind118 119 Ga naar margenoot+ omnibus negotijs melius atque rectius olim provisum, luttel exceptie lijdt)Ga naar eind119 120 dat UEd. Mo. voorsaeten, dewelke den Prinssen in hunnen tijdt totGa naar eind120 121 oogh der regeeringe dienden, die ingenia niet quaelijk gekent heb-Ga naar eind121 122 ben, doen zij aldaer de jegenwoordighe forme introduceerden.

[pagina *29]
[p. *29]


illustratie
29 Dr. P.Jz. Hooft


[pagina *30]
[p. *30]


illustratie
30 Dr. D. Bas


[pagina 609]
[p. 609]

123 Schijnt ook niet, zonder achtgeeven op den aerdt van dien volke,Ga naar eind123 124 gebeurt, dat, alhoewel meest alle de omleggende steden, van ouden 125 herkomen, zijn geprivilegeert geweest om te nomineren dubbelGa naar eind125 126 getal, waer wt de verkiesing van schepenen wort gedaen, alleen 127 driedobbel getal ende soo veel stricter gesagh daerinne gëindulgeertGa naar eind127 128 is aen dien van Naerden, hebbende maer eerst onlanx ses oft seven 129 jaeren geleden, geimpetreert octroij, om, in plaetse van xxj naemenGa naar eind129 130 te presenteren, met nominatie van xiiij te moghen voldoen; doch 131 zonder dat UEd. Mo. advjs daer op is versocht geweest. Des mij 132 Ga naar margenoot+ conformerende met hetgeene quod sapientioribus deliberatum est, zoudeGa naar eind132 133 niet raedsaem vinden, die swakke geesten hebbende zoo luttel rete-Ga naar eind133 134 nue aen sich zelven, de rujmen toom der perpetuele regeringe te 135 Ga naar margenoot+ geven; maer nihil mutandum: d Ten waere dan dat UEd. Mo. eenGa naar eind135 136 derde forme aenstondt, sulx gecomposeert, ut demtis utriusque vitijsGa naar eind136 137 Ga naar margenoot+ solae virtutes miscentur. Ende dese soudemen moghen doen bestaen 138 ujt xxj persoonen te kiesen bij gecommitteerde van den Hove; ende 139 den Baljuw inder tijdt authorizeren om alle jaeren seven vandeGa naar eind139 140 zelve, daer onder begrepen de afgestorvene, te veranderen, oft alleGa naar eind140 141 te continueren t' sijner discretie: ook te hebben, hij, oft zijn substi- 142 tujt Schout in sijn plaetse, de voorstemme in 't neemen van alleGa naar eind142 143 resolutien, ende maeken van alle keuren ende daerop de suffragien 144 te vergaederen, verklaerende alle keuren oft resolutien anders ge- 145 arresteert krachteloos ende nul. 'T welk die van Naerden geenssins 146 vreemdt oft bujten reden behooren te vinden, ten regarde reede de 147 electie vande oude ende nieuwe gerechten, die 't beste deel derGa naar eind147 148 jegenwoordighe vroedschap maken ende de notable tot hun kiesen,Ga naar eind148 149 aen den baljuw is staende, ende zij wt krachte hunner eighene privi- 150 legien zijn verplicht over 't neemen ende maeken vande voors 151 resolutien ende keuren den voors schout te roepen; alhoewel deGa naar eind151 152 Schouten zedert eenighen tijdt, wt onlust van zich tegens soo wre-Ga naar eind152 153 vele harssenen te wrijven de dignitejt der hooghe Overheit in datGa naar eind153 154 deel quaelijk hebben bewaert, als vooren geseit is. Zoude ook rujm 155 reden zijn dat zijlieden bij dese occasie van reformeren, met eenen, 156 inwillighden de practique van 't voorseide placcaet vanden HoveGa naar eind156 157 soo dienstigh om doodslaeghen ende desolatien van familien daer 158 wt ontstaende, te verhoeden; ofte ten minsten ten behoeve van den 159 Schout lieten de voors vechtboeten, die zij alsnu gewoon zijn te ver- 160 teeren. Wel is waer dat het getal van xxj kleen is, ende de weenighte 161 corruptibler is als de meenighte, gelijk de Philosooph welbeweertGa naar eind161 162 bij exempel aen 't waeter, Dat in kleene quantitejt eer tot putre-Ga naar eind162 163 factie komt, als in groote, ende dat de meenichte minst gepredomi-Ga naar eind163 164 neert wordt van passien, d'observantie der wetten ende 't gemeeneGa naar eind164

[pagina 610]
[p. 610]

165 nut sich hoogher bevolen houdt, maer hierinne obsteert ons d'ar-Ga naar eind165 166 moede aldaer van stoffe tolerabel tot dit emploij, ende kan d'appre-Ga naar eind166 167 hensie van verwerpinge ten einde des jaers ijder houden al segnoGa naar eind167 168 staen. Ingeval ook dat eenighe zich geraeken te vergeten, soo zal 169 naer apparentie het intervenieren vanden Officier in hunne vergae- 170 deringen maghtigh zijn alle collusien te dissiperen, meneen te tra-Ga naar eind170 171 verseren, ende desseins te tronqueren: Dewelke bij aldien hij zichGa naar eind171 172 zelven quaeme te bujten te gaen ende met hun in societejt van mis-Ga naar eind172 173 handelinge te treden, immers promtelijk ende dat door ordinarienGa naar eind173 174 weghe bij UEd. Mo. kan worden gecorrigeert. Het misnoeghen 175 vande gëexcludeerde in 't kiesen zal mede gemitigeert werden ende 176 de desperatie ujtgesloten door 't jaerlijksch openen vande deure der 177 regeringe, wesende d'electie. Derhalven indien de saken sulx kon- 178 den werden gedisponeert datse waeren om te admitteren het tem-Ga naar eind178 179 perament van dese gecomposeerde forme, al waer 't noch met eeni-Ga naar eind179 180 ghe modificatie, ick zoude mij darren beloven dat de stede van 181 Naerden met meerder aequalitejt ende constantie zoude werdenGa naar eind181 182 geregeert. Bidde daerop God den almaghtighen het salutajrste UEd.Ga naar eind182 183 Mo. te inspireren ende deselve

184 Ede etc.

185 in geluksalighe regeringe te bewaeren nevens welreverente gebie- 186 denis van

 

187 Ujt Amsterdam, den

188 27en Julij a 1627.

188 Uwer Ed. Mo.

189 Onderdaenen dienstwen

190 P C Hóóft.

[pagina 611]
[p. 611]

In 1621 was Naarden erin geslaagd, van de Staten van Holland een uitbreiding van privilege te verkrijgen, waardoor de nominatie waaruit de baljuw de 7 schepenen koos, van 21 personen teruggebracht werd tot 14. Dit betekende het ontstaan van een kleinere kring van regenten en een vermindering van de invloed van de baljuw, dus de Grafelijkheid. Vgl. 163, 164, 165, 166. Naarden kreeg zijn zin door de Staten via de Rekenkamer te benaderen, door wie geen advies aan Hooft gevraagd werd: zijn waarschuwingen hadden bij de Rekenkamer geen gevolg en bereikten waarschijnlijk de Staten te laat.

Naarden probeert nu een nieuwe stap naar de autonomie te doen. Het wil, evenals de stemhebbende steden, een vaste vroedschap in plaats van een jaarlijks (ten dele) wisselende. Ditmaal vragen de Staten, tot wie Naarden zich rechtstreeks gewend had, het Hof om advies, en dit wint het advies van de baljuw in. Deze laat de gelegenheid niet voorbijgaan om in een uitvoerige uiteenzetting de voor- en nadelen van het bestaande en het gevraagde stelsel tegen elkaar af te wegen. Hij eindigt met een bekwaam tussenvoorstel, maar haalt de Taciteïische regel ‘dat in alle zaken ouwlinx best en billyxt verzien is’ met onmiskenbare voorkeur aan. Het Hof adviseert de Staten, geen verandering toe te staan (Bijlage 257), welk advies is opgevolgd.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C II. 277. Afschr. KA CLXXIab 23.
Hs. om twee lange renvooien te kunnen plaatsen heeft Hooft tweemaal een vel in de katern gelegd, dat alleen op de versozijde beschreven werd; fo 279 is blanco, fo 280 bevat het eerste renvooi a-b bij 281, 283 is bl., 284 bevat het tweede renvooi c-d bij 285.
eind3
mij incumbeert: het is mijn taak; openen: uiteenzetten.
eind4
in bedenken komt: kritische overweging verdient.
eind6
sulx: zo (ernstig) als.
eind8
indien ... toe: indien de uitvoerigheid tenslotte verveling wekt.
eind10
verlang: belangrijkheid.
eind11
steden enz.: de (18) stemhebbende steden die vertegenwoordigd waren in de Staten van Holland.
eind12
zeidt daer de waerheit aen: spreekt hierin de waarheid.
eind14
komt ... welstant: gaat het in dit geval niet om het gedijen.
eind15
hujs: geslacht, dynastie.
eind16
zijnde ... onsterffelijk: die zulk een achtbare institutie is, en als zodanig, met de individuen vergeleken, onsterfelijk.
eind17
H. analyseert het aan de orde gestelde verzoek aldus: 1. de verzoeker, 2. de vorm die aan inwilliging gegeven zou kunnen worden, 3. de wijze waarop een eventuele verandering plaats zou kunnen hebben.
eind21
bij: door.
eind24
palen: grens.
eind26
gerecht: de overheid, die zowel bestuurde als rechtsprak; eenloopende: ongetrouwden.
eind27
nochte ... geboden: en hun geboden niet pogen te gehoorzamen (‘hunlieder’ en ‘hunne’ schijnen pleonastisch: een verschrijving).
eind28
constitutie: gesteldheid.
eind31
van discretie: gematigd, eig.: met oordeel des onderscheids.
eind32
verstae te prejudiceren: wil veroordelen.
eind33
wrevel: driest.
eind34
gebandeert: in partijschappen verdeeld; different: geschilpunt; vgl. 164, 166.
eind35
misverstanden: onenigheden.
eind36
animeusheden: vijandschappen; inique: onbillijke; frivole: beuzelachtige.
eind37
gelijkse: omdat ze.
eind38
gesupprimeert: onderdrukt; geopprimeert: verstikt.
eind41
wesende aldaer al te zeker: daar 't aldaar zeer stellig bekend is.
eind46
zonder acceptie van: zonder zich te bekommeren om.
eind47
devoueren: prijsgeven.
eind48
derselve ... humeuren: deze onbeheerstheid; impotentià animi: teugelloosheid van de geest.
eind49
impatientia aequi: ongezindheid, billijkheid te betrachten.
eind52
onwaerdelijk: schandelijk; van over: sedert.
eind53
empetiëren op: afbreuk doen; usurperen d'exclusie: bij wijze van misbruik uitsluiten.
eind55
applicatie: gebruik, aanwending.
eind56
vervallen: bekostigen.
eind58
exsecutie: rechtsvordering en het ten uitvoer leggen van vonnissen; discretie: vrijblijvende vergoeding.
eind60
dicteert: zegt; practique: toepassing.
eind61
wt ... insichten: op grond van zeer belangrijke overwegingen.
eind62
predecesseur in officie: ambtsvoorganger.
eind63
renoveren: vernieuwen, opnieuw afkondigen.
eind64
gecomporteert: gedragen.
eind66
langen tijdt, nl. sedert de aanslag op de duinmeiers (vgl. 139).
eind67
deduceren: vertellen.
eind68
preuven: staaltjes.
eind70
maligniteit: boosaardigheid; mitigeren: verzachten; met ... vinden: door de voortreffelijkheid van de beslissing, die daardoor des te moeilijker vast te stellen is.
eind72
innoveren: veranderen; het nieuw: het nieuwe.
eind73
mennende: brengende.
eind74
al te: maar ál te.
eind75
alteratie: opwinding, verwarring; schichtigh: haastig (WNT schichtig 551).
eind77
geabhorreerde: verafschuwde; forme: wijze van doen.
eind78
collusie: elkaar de bal toespelen.
eind79
ontsteltenisse: opschudding; ordinarié: vanzelfsprekend.
eind80
gedresseert: verholpen; declineert: afdwaalt.
eind81
het universeel: het ‘algemeen’; mits ... bekomt: omdat ieder zijn beurt krijgt.
margenoot+
verbij gegaen zich met eene heinde hoope troost
eind82
(marg.) heinde: dichtbije; (d'ouwde) intkort ... verrukt: kortom dat ze (de oude), daar verderfelijke plannen ongedaan gemaakt en de plannenmakers verantwoordelijk gesteld kunnen worden door hun opvolgers, het minst tot opgeblazenheid en onbeschaamdheid voert.
eind85
in ... officier: in de haar toekomende luister wordt gehandhaafd door de verkiezing door haar ambtenaar.
eind87
inequaliteit: ongelijkmatigheid.
eind88
naesaeten: opvolgers.
eind89
gerescindeert: ingetrokken; jae ter halve exsecutie: zelfs als ze al voor de helft uitgevoerd zijn; interes: schade.
eind91
veneratie: eerbiedwaardigheid.
(marg.): zodat zij zich aan teugellozer hebzucht en boosheid te buiten gaan, doordat zij over de burgers heersen als hun eigendom, en ze verachten alsof ze aan hen geleend waren.
margenoot+
zulx zij met ujtgelaetener gierigheit en baldaedt gaen wejden, mits zij de burghers onder hebben als eighen, en onwaerdt, als geleent
eind95
die ... duir: wie plotseling een leidende functie van korte duur krijgen.
eind97
sich aprovechiëren: zich bevoordelen.
eind99
gepretendeerde: nagestreefde; eenpaerigh: gelijkmatig.
margenoot+
gemerkt men in schielijkheden, graegh en geswindt de handen rept; ende swaerst valt, zich in voorspoedt te maetighen, die men geenen duir toelejdt.
eind100
(marg.): aangezien men in kort durende zaken gretig en snel de handen uitsteekt en het 't zwaarst valt, zich in voorspoed, waaraan men korte duur toekent, te matigen.
eind101
formidable: ontzag inboezemende.
eind102
derselve, nl. der verordeningen; experientie: autoriteit, nl. der regeerders; het geen, nl. de gemeente en zijn belangen.
eind103
eighen: eigendom.
eind104
gaende: in beweging komende.
eind105
gëexcuseerde: door de vingers te ziene.
eind106
naekt inkomende: berooid in de vroedschap komenden; Wederom: Daarentegen; lasterlijks: aan afkeurenswaardigs.
eind108
geprojicieert: eruitgegooid (niet gekozen).
eind109
quaede ... impuniteit: boze plannen in vertrouwen op straffeloosheid.
eind110
insolentie ende superbie: onbeschaamdheid en hoogmoed.
eind111
qui etc.: die hun eervolle ambt uitoefenen hun leven lang (misschien toespeling op Tac. ann. 2, 36, 3).
eind112
gebalanceert: tegen elkaar afgewogen zijnde.
eind114
ontfange: geaccepteerde (Mem. 3); ten erghsten ... oorbaerlijk: in 't ergste geval minder bezwaarlijk en in 't beste geval niet zo goed.
eind117
vitieusheit: tot het kwade neigende; onse materie: onze mensen.
eind118
gelijk: aangezien.
margenoot+
Dat in alle zaeken ouwlinx best en billijxt verzien is,
eind119
Tacitus, Annales 14, 43, 1; luttel ... lijdt: weinig uitzonderingen toelaat.
eind120
tot oogh der regeeringe: als wijze en scherpzinnige raadgevers.
eind121
ingenia: gemoederen.
eind123
achtgeeven op: rekening houden met.
eind125
herkomen: traditie.
eind127
soo veel ... is: zoveel beperkter zeggenschap daarin is toegestaan.
eind129
geimpetreert: verkregen.
margenoot+
Dat wijzer lujden te raede gevonden hebben,
eind132
(marg.): uitgemaakt hebben.
eind133
retenue: houvast.
margenoot+
Dat 'er niet te veranderen staet:
eind135
(marg.): dat er niets veranderd moet worden.
eind136
sulx gecomposeert: zo samengesteld.
margenoot+
Dat de gebreken ter wederzijde weghgenomen, alleenlijk de deughden vermengt wierden.
eind139
inder tijdt: dan in functie zijnde.
eind140
veranderen: vervangen.
eind142
voorstemme: het recht, de eerste stem uit te brengen, of: het recht van initiatief.
eind147
beste: grootste.
eind148
tot hun kissen: coöpteren.
eind151
roepen: ontbieden (WNT roepen 740 3).
eind152
wt onlust ... wrijven: uit afkeer om zich tegen zulke dwarskoppen te moeten verzetten.
eind153
in dat deel: wat dat betreft.
eind156
placcaet, vgl. r. 61.
eind161
welbeweert: goed waar maakt (WNT beweren 2406 7).
eind162
putrefactie: rotting, bederf.
eind163
gepredomineert: overheerst.
eind164
d'observantie ... houdt: meer een gewetenszaak maakt van de handhaving der wetten en de zorg voor het openbaar belang.
eind165
obsteert: staat in de weg.
eind166
tolerabele stoffe: bruikbaar (mensen-)materiaal; d'apprehensie van verwerpinge: de vrees, niet herkozen te worden.
eind167
houden al segno staen: bij zijn plicht doen blijven.
eind170
collusien dissiperen: samenspanningen uiteen te slaan; meneen traverseren: intriges te doorkruisen.
eind171
desseins tronqueren: (slechte) plannen te verijdelen.
eind172
societeit van mishandelinge: gemeenschap van wandaad.
eind173
ordinarie: gewoon, gebruikelijk.
eind178
gedisponeert: geschikt; sulx datse waeren om te: zo, dat ze zouden; temperament: compromis (WNT temperament 1481).
eind179
gecomposeerde: (uit de beide eerste) samengestelde.
eind181
aequaliteit ende constantie: billijkheid en vastheid.
eind182
het salutajrste inspireren: het heilzaamste ingeven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra