Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 47]
[p. 47]

915 Edn Gestrengen, hooghgeleerden, welwijzen, zeer voorzienighen Heere, Mijnen Heere Joachim van Wikkevoort, Ridder, tot Paris

(v. Wick.: a Paris 9e Juin 1638 M. le Drossart Hooft.)

1Mijn' Heere,

 

2Een' welblijde tijding is mij geweest, die van Uwer Ed. Gestr. 3 aenkoomste tot Paris, met zulk een geluk als ik haer wensch op de 4 voorder rejze. De redenen, laest tussen ons gevallen, zullen, acht ik,Ga naar eind4 5 Uwer Ed. Gestr. wel indachtigh zijn. Volghens haer goeddunken 6 van alstoen, zejnd ik nu, hier bij, de vejrsen van den Heere BarlaeusGa naar eind6 7 in Latijn, ende van den Heere van Zujlekom in Franchojs, op 8 mijnen Henrik De Groot: oft zij misschien te passe quaemen, omGa naar eind8 9 mijnen ijver, in 't verbreiden der gloorije van dien koning, ijetwes 10 te doen gelden tot vordering van gunst in dat hof. Zij zijn onge-Ga naar eind1011drukt gebleeven voor aen 't boek, om dat mij zulke tentoonstelling 12 van ejghen lof, hoewel zij door de gewoonte verschoont wort, 13 altijds wat wanvoeghlijk gedocht heeft. Zoo uwe Ed. Gestr. raed-Ga naar eind1314zaem oordeelt, dat ik een oft twee der voorzejde boeken derwaerts 15 zejnde; ik zal 't doen te waeter, over Rouen. Maer de eerste druk isGa naar eind15 16 schoonder, ende in grooter form; de tweede al te slecht; de laeste inGa naar eind16 17 kleender letter en form, doch wat dujdtlijker gestelt, ende vermeer-18dert. Derhalven gelieve Uwer Ed. gestr. in zulken gevalle, mij te 19 verwittighen, wat soorte daer dienstighst zal wezen. 'T is wel waer, 20 dat zeer weinigh Franchojzen onze tael verstaen: niettemin, hunne 21 boekerijen worden ook door Ujtheemschen bezightight; endeGa naar eind21 22 schijnt niet heel onnut voor dien Landtaerdt, dat de Eere hunsGa naar eind22 23 konings ook door vreemden wort uitgedraeghen. Wijders, naerdienGa naar eind23 24 ik door den Heere Vander Mijle bericht ben, dat brieven van 25 Ridderschap enkelijk den geene, dien zij verleent worden, tot zooGa naar eind25 26 verre toe dienen; zonder hem ende zijn' naekoomelingen edel te 27 maeken; zoo zoud' ik wel wenschen, dat zij ujtdrukkelijk inhielden, 28 dat niet alleen de eere van Ridderschap mij, maer ook de waerdig-29heit van edeldoom mij ende mijnen naekoomelingen vergunt wert.Ga naar eind29 30 Der kosten, hierom te doen, zal ik mij gejrne getroosten, biddendeGa naar eind30 31 Uwe Ed. gestr. mij dit aenmoeijen ten beste af te neemen; 't welkGa naar eind31 32 een knoop te meer zal zijn aen de banden der eeuwighe verplich-

[pagina 48]
[p. 48]

33tinge, waermede uwer Ed. gestr. overvoldoende heushejt gekeetent 34 heeft,

35Mijn' Heere,

 

36Uwer Ed. Gestr.

37Onderdaensten, toegedaensten

38dienaer ende neef,

39P C Hóóft.

37Ujt Amsterdam, den

3827en in Bloejmaent,

39des jaers 1638.

 

Joachim van Wickevoort (Wicquefort, Viquefort, enz., bij Hooft Wikkevoort), in 471 terloops genoemd, helpt Hooft via zijn broer Abraham te Parijs bij het verwerven van het ridderschap enz. Hij blijft daarna een zeer trouw correspondent, zoals hij al jaren was van Barlaeus. Hij was eerst zijdekoopman in de Warmoesstraat, daarna diplomaat: agent van Saksen-Weimar, daarna Hessen. Volgens de Allgemeine Deutsche Biographie in voce was hij een uitermate geletterd man, met geleerde Duitse juristen verwant. Uit zijn huwelijk met Anna Bosschart (door Hooft doorgaans met prosternatie maar nooit bij name genoemd) schijnt hij geen kinderen gehad te hebben. Hij was volgens genoemde bron ijverig Luthers.

Als Hooft iemand ‘neef’ noemt, is het een bloedverwant of echtgenoot van een bloedverwant, van hemzelf, van Christina van Erp, van Leonora Hellemans of van Jan-Baptist Bartolotti. De verwantschap met Joachim van Wickevoort loopt over zijn vrouw Anna Bosschart en Leonora:

Cornelis de Renialme (500 en U.d.M. 47), tr. Maria van den Cruyce. Hiervan o.a.: 1 Francina de Renialme, tr. Andries Snellinck. Hiervan o.a.: a Catharina Snellinck, tr. 1593 Diederick Bosschart, laken- en tiereteinkoper te Hamburg. Hiervan o.a.: Anna Bosschart, tr. 1623 Joachim van Wickevoort. b Karel (Carlo) Snellinck, de bij 2 genoemde schoonzoon van Hooft's gastheer te Venetië Francesco Vriendt. 2 Maria de Renialme, tr. Jacob Tasso. Hiervan wschl. ‘neef Tas’, (500 507 509). 3 Lanceloot de Renialme, tr. 1574 Maria de Cordes. Hiervan o.a. Jan Carel de Renialme = Jan Carel de Cordes (500 503 507 509 510 517 525). 4 Geertruid de Renialme, tr. Gaspar van Surck. Hiervan o.a. Susanna van Surck, tr. 1583 Arnout Hellemans. Hiervan o.a. Leonora Hellemans, tr. P.C. Hooft.

Zie voor Bosschart 1182 N.B.

[tekstkritische noot]Origineel. UBL Pap. 13. - Minuut UBA II C 11.925.
eind4
De redenen...zijn: U zult zich ons laatste gesprek zeker wel herinneren.
eind6
vejrsen: lofdichten, nl. Barlaeus' Ad magnificum virum D. Petrum C. Hooft etc. (‘Scriptor stupende’) en Huygens' Sur la vie de Henri le Grand, vgl. de verhandeling hierover in de Derde Afdeling van P. Tuynman's proefschrift Bijdragen tot de P.C. Hooft-filologie (met Aant. 381 e.v.) Amsterdam 1973.
eind8
oft: met het oog op de vraag of.
eind10
gelden: waard zijn, meetellen; vordering: vermeerdering.
eind13
wanvoeghlijk: ongepast.
eind15
de eerste druk enz. vgl. 908.
eind16
in grooter form: in folio, vgl. 950 en Leendertz' Bibliographie no 115-117.
eind21
bezightight: geraadpleegd (WNT bezichtigen 2464 4); ende (het) schijnt.
eind22
Landaerdt: natie.
eind23
uitgedraeghen: verbreid, verkondigd.
eind25
tot zoo verre toe, nl. hem de persoonlijke titel van ridder te verschaffen.
eind29
vergunt: verleend.
eind30
zich getroosten + gen.: zich gelaten schikken in (WNT getroosten 1854 1).
eind31
dit aenmoeijen: dit lastigvallen (met een verzoek).
ten beste afneemen: ten goede houden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart