Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 75]
[p. 75]

929 (P.C. Hooft aan C. Barlaeus.)

1Mijn Heere,

 

2'T is goedt te zien, dat het postpaardt Pegasus Uwer E. ten diensteGa naar eind2 3 staat: 't welk

Non auras tantum, verum et praevertitur horas.Ga naar eind4

5Want UE. brief, geschreven op den drie en twintighsten, dat is 6 op morgen, heb ik heden ontfangen. UE. dankzeggingen dunken 7 mij woorden van verwijt; dewijl ik ongelijk dieper in UE. schuldt, 8 dan UE. in de mijne staat. Zoo lang als UE. met de zoete Meere-Ga naar eind89min, en den Heere Mostaart dit huis van vreugde deed galmen, was 10 ik in mijn kraft: nu,

 
- Quantum mutatus ab illoGa naar eind11
 
Hectore?

13Naerdien de Heer Koster eenen andren vondt heeft opgeworpen,Ga naar eind13 14 om de intreê der Koninginne te verheerlijken; zoo mogen, wijGa naar eind14 15 denken, dat wij ten minste de geneught van 't naavorsen gehadt 16 hebben, gelijk de wijzeman die naa den wortel van den boom dolf,Ga naar eind16 17 om te begronden hoe de vijgen zoo uitneemende zoet waaren, tot 18 dat zijn dienstmaaghdt hem quam zeggen, dat ze in een pot gelegen 19 hadden, daer honigh in geweest was. Waer meê zij kleenen dank 20 behaalde, bij hem, dien 't liever zouw geweest zijn, onweetende te 21 blijven, om de lust van 't jaagen naa weetenschap. Evenwel onsGa naar eind21 22 ontworp behaaght mij wel zoo zeer als dat van Doctor Koster; ende 23 te bet om de braave veirzen van UE. in 't Latijn, sampt om deGa naar eind23 24 geene die Joffrouw Tesselscha daar op gerijmt heeft in Duitsch enGa naar eind24 25 Italiaansch. Doch UE. en de Heer Mostaart zullen verre best daar 26 van kunnen oordeelen, in 't genieten van den herfst haars gezel-Ga naar eind2627schaps, die met die vruchten over komt. Zoo de Koningin, gelijk 28 UE. vermaant, door die steden en over den Haage gaat, wil 't noch 29 al een' wijle aanloopen, eer men haare Majesteit tot Amsterdam zal 30 zien. 'T verdriet mij, uit zucht tot de eere der stadt, dat zij alle 31 toerustingen zal moeten gering achten, ten opmerke van 't geen zijGa naar eind31 32 in Italië en Vrankrijk, jaa in Brabandt, aanschouwt heeft. Eene der

[pagina 76]
[p. 76]

33 onthaalingen, die, mijns bedunkens, meest bij haar zouden geacht 34 worden, zoude een' treflijke muzijk zijn. Overzulks ('t zij de HeerenGa naar eind34 35 zich der kosten ontzien) waar het wel raadzaam, eenige vermaarde 36 konstenaars uit andre steden t'ontbieden, ende daar in te volgen den 37 raadt van den Orgelist meester Dirk Sweeling, wiens gelijk ik 38 meine dat zij nooit gehoort heeft; zulks hij tot een fraai sieraadt der 39 stadt zal dienen. Konde men Juffrouwen Tesselscha en Francisca 40 bewegen, ende teffens die stijve stem van Rotterdam, om wat mildtGa naar eind40 41 met den rijkdoom haarder gaaven te zijn, ende zich daar door een' 42 groote stadt te verplichten; haare Majesteit zouw zich misschien 43 verwonderen, dat Italië haar in Hollandt bejegende. Een schouwsel 44 is 'er dat haaren oogen nergens gebeurt is, oft zal mogen gebeuren: 45 de meenighte van scheepen, die men haar behoort te vertoonen,Ga naar eind45 46 ende 't spel te eindigen met geklap van 't baldrende geschut. WelkGa naar eind46 47 geluit, uit haare ooren zouw kunnen spoelen de weêrsmaak, die zij, 48 zoo ik duchte, in onze muzijk zouw gevonden hebben. UE. gelieveGa naar eind48 49 deze mijne bedenkingen voor te draagen aen de Heeren Mostart 50 ende Koster; samt, oft het niet oorbaar waare twee verscheideGa naar eind50 51 vertooningen te doen; te weeten d'onze, en die van den Heere 52 Doctoor. Ik gebiede mij aen hunne E.E. ende aan UE. uit mijn 53 meeste vermoghen; desgelijx mijn' huisvrouw, met dank voor de 54 nieuwe tijdingen: ende blijf,

55Mijn' Heere,

56Uwer E.

57onderdaanste toegedaanste dienaar

58P.C. Hóóft.

57Zeer haastigh,

58uit mijn Toorent-

59jen, den 22 van

60Oestmaandt, 1638.

 

Het bezoek van Maria de Medicis aan Amsterdam.

[tekstkritische noot]Geen hs. Overgenomen uit Werken (1671), no. 155.
eind2
het postpaardt Pegasus: het snelle gevleugelde paard, mythologisch symbool van de dichterlijke vervoering; postpaardt betekent hier: snel paard (WNT postpaard 3660 4, alleen deze plaats).
eind4
Non auras etc.: niet slechts de orkanen achter zich laat, maar ook de uren (d.i. geen klassiek citaat. Barlaeus?).
eind8
Meeremin, vgl. 928 r. 10: Alcmariana Siren.
eind11
Quantum etc.: Hoe sterk veranderd bij vroegren/Hectorheld. Vergilius, Aeneis 2, 274-275.
eind13
Koster: dr. Samuel Coaster, vgl. FV. 138.
eind14
de intreê der Koninginne: tijdens het bezoek dat Maria de Medicis, koningin-moeder van Frankrijk, met politieke oogmerken aan ons land bracht, was zij van 1 tot 5 september de gast van Amsterdam.
eind16
gelijk enz.: uit een Italiaanse novelle?
eind21
ons ontwerp: het schijnt dat de stadsregering aan haar secretaris Mostart de opdracht gegeven had, voor praalvertoningen te zorgen en dat hij begrijpelijkerwijs zijn vrienden om ideeën gevraagd had. Coster en Barlaeus-Hooft kwamen met ontwerpen voor den dag. Dat van Coster werd in hoofdzaak gekozen, met invoeging van Barlaeus' Latijnse toespraken in dicht en ondicht. Hij kreeg naderhand van de burgemeesters opdracht - vgl. 936 r. 9 - om een beschrijving van de ontvangst te geven waarin de toespraken voorkwamen; dit werd Medicea Hospes, dat, behalve afzonderlijk (1638), in Barlaeus' Orationum liber (o.a. 1642, 1643 en 1652 en de Nederlandse uitgave 1689) verscheen. Het werd door Vondel in het Nederlands vertaald: Blijde Inkomst van Maria de Medicis (afz. 1639); de gedichten werden in uitgaven van zijn werken opgenomen (o.a. WB III 619-638).
Tesselschade vertaalde het welkomstdicht iets verkort in het Italiaans (afz. 1638, vgl. Onw. Vr. 179), een Nederlandse vertaling van haar hand is niet aangetroffen, misschien heeft zij bijgedragen aan Vondel's vertaling.
Hooft vertaalde het welkomstdicht in het Nederlands (LSt. I, 317 met het Latijnse origineel in de commentaar).
Aan de koningin werd een Franse vertaling aangeboden.
Er verschenen afzonderlijke gedichten o.a. van C.G. Plemp, P. Scriverius en J. de Brune de Jonge. Een ooggetuigeverslag van het verblijf met komen en gaan gaf J. van der Burgh in zijn brief van 8 september aan Huygens (Bijlage 929). Een uitvoerig geïllustreerd overzicht van de erepoorten, het drijvende theater en alle versieringen gaf D.P. Snoep, Praal en propaganda. Triumfalia in de Noordelijke Nederlanden in de 16e en 17e eeuw (diss. Utrecht 1975) blz. 39-64.
eind23
braave: fraaie.
eind24
vgl. 928 bij r. 34.
eind26
de herfst haars gezelschaps: als zij op de terugreis van Muiden naar Alkmaar Barlaeus bezoekt (vgl. 928, de laatste zin).
eind31
ten opmerke van: in vergelijking met (WNT opmerk 1039 ten opzichte van).
eind34
'tzij: tenzij.
eind40
die stijve stem van Rotterdam: niet bekend; stijve: sterke (WNT stijf (II) 1605 9).
eind45
men behoort te vertoonen: laat zien, dit spreekt vanzelf. Alle betekenissen die het WNT i.v. behooren geeft bevatten een aansporing of een vermaning; de constatering van een moeten (1513 8) komt nog het dichtst bij Hooft's gebruik op deze plaats.
eind46
ende (men behoort) 't spel te eindigen (onzuivere nevenschikking).
eind48
zoo ik duchte: naar ik vrees.
onze muzijk: tenzij de Rotterdamse zich op z'n Italiaans zou laten horen (r. 43).
eind50
hun eigen ontwerp dat hij beter vond, en dat van Coster, om hem niet voor 't hoofd te stoten?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart