Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 299]
[p. 299]

1043 Aen mijnen Heere, Mijnen Heere Joachim van Wikkevoort, Ridder, Raedsheere van haer' Hooghejt van Hessen tot Amsterdam.

1Mijn' Heere ende Neeve,

 

2Het aenstaen des Heeren van Zujlichem heeft, met den naedrukGa naar eind2 3 van U. Ed. Gestrenghejts aenmaening, eenighe drooghe vejrsenGa naar eind3 4 gewrongen ujt mijnen dorren geest. Zoo U. Ed. Gestr. belust is op 5 het aenschouwen van ijet zeldzaems in wanschaepenhejt; ik hebGa naar eind5 6 den brief open gelaeten, en 't slot daer aen gehangen, om toege-Ga naar eind67knipt te worden als hij op wegh zal slaen. Ik wenschte wel teGa naar eind7 8 verstaen, oft mijn Heer Barlaeus het paer toppen van Parnas tot een'Ga naar eind8 9 bedsteê bezight, en zich daer te slaepen gelejdt heeft om eeuwelijk 10 te droomen. Ik had zijn' E. verzocht Joffre Tesselscha tot herwaerts 11 koomen te bezweeren; dewijl mijne beleezingen, te voore geschiedt,Ga naar eind11 12 geene proef deeden: maer verneem geen beschejdt. Zij hebben 'tGa naar eind12 13 misschien zoo drok t'zaemen, dat 'er niet een woordtjen af magh 14 voor een' vriendt. Anders, ik weet niet wat dit zwijghen zeggen 15 wil. Onze prujmen en sujkerpeeren hadden haeren mondt gemaekt 16 op inlijving t' hunner E.E. met hoope dat U. Ed. Gestr. de zelve, inGa naar eind16 17 die geleghenhejt, niet onverzelschapt zouw laeten. Nu haer dit niet 18 gebeuren magh, bersten ze van spijt, oft beurzen aen den boom.Ga naar eind18 19 'T welk Broeder Campanella, moght' hij opzien, beveelen zouw,Ga naar eind19 20 in zijn boek De Sensu Rerum, te stellen. Dus verre gedeunt: maerGa naar eind20 21 dit is ernst, dat altijds blijven wil,

22Mijn' Heere,

23U. Ed. Gestr.

24Onderdaenste, ootmoedighste

25dienaer ende Neef,

26P.C. Hóóft.

 

27Mijn Huisvrouw, en ik, kussen, met verlof van U. Ed. Gestr. 28 eerbiedelijk de handen van Mê Vrouwe, U. Ed. Gestr. gemaelinne. 29 Van den H. te Mujde, den 6en in Herfstmaent, 1640.

[pagina 300]
[p. 300]

Hooft stuurt een afschrift van zijn vers op Huygens' Orghelgebrujck. - Uitnodiging.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.208. - Minuut II C 11.548.
eind2
naedruk: steun, hulp (WNT nadruk (II) 1475 1).
eind3
vejrsen: Op het orghelgebrujk van den Heere van Zujlichem enz. (LSt. I 319).
eind5
in: wat betreft.
eind6
't slot...worden: ‘met vlugge zegels’, die naderhand gesloten kunnen worden.
eind7
op wegh zal slaen: verzonden wordt.
eind8
Parnas: de Parnassus, berg in Griekenland, op welks helling Delphi ligt en die de woonplaats van de Muzen heette te zijn, vandaar de vraag of Barlaeus, de ‘vorst der dichters’, de ‘archipoëta’, daar sliep.
eind11
bezweeren: betoveren (om hier te komen); beleezingen: hetzelfde als bezweringen, iets minder sterk.
eind12
geene proef deeden: niet de beoogde uitwerking hadden.
eind16
inlijving t' hunner EE.: door hen opgegeten te worden (met woordsp.).
eind18
bersten: de pruimen; beurzen (beurs worden): de peren.
eind19
Campanella: Tommasso C., 1568-1639, Italiaans filosoof, neoplatonist, dominicaan, wegens ketterij en samenzwering tegen Spanje gevangengezet (26 jaar). Schreef ca. 80 werken, waarvan de utopia Città del Sole (1623) het beroemdste is. Hooft noemt hier De sensu rerum et magia (1620). De toespeling is nog niet verklaard; moght' hij opzien: als hij (uit het graf) kon opkijken.
eind20
gedeunt: geschertst.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart