Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 337]
[p. 337]

1064 Clarissimo Domino Gisberto Lappio a Waveren, Jcto Ultrajectensi.

2Licet studia mea in condendis hujusce urbis Annalibus, secus ac tibi 3 significatum comperior, proprié non versentur; verum in scribendis 4 universi Belgij Historijs, ab anno, super millesimum et quingen-5tesimum, quinquagesimo quinto, quo Carolus Caesar Principatum. 6 harum ditionum in Philippum filium transtulit; ita ut Commen-7taria, quorum, copiam offers, haud magno usui mihi futura 8 videantur; munere tamen istius indiculi, utpote insignis, nec 9 meritae benevolentiae ergá me tuae testimonio, atque ipsa genuinâ 10 antiquitatis imagine in illo exhibitâ, valdé me delectatum, pro certo 11 habeas velim. Plurimumque me debere tibi fateor, cui visum fuit 12 me tali honore dignari, simulque amicitiam non tantum a verbis, ut 13 plerique, sed a re atque operâ auspicari. Quo nomine gratias tibi 14 habeo maxumas: ausus interim precari, si qua alia monumenta 15 labori meo accommoda in manus tuas venerint, quâ de re vix 16 dubitaverim, ea impertiri ad tempus ne graveris homini valere et 17 salvere te aeternum jubenti, atque

18Cl. Tuae

19Obstrictissimo,

20P.C. Hóófdio.

19Amsterodami, XII Kal.

20Mar. MDCXLI.

 

vertaling

 

Doorluchte Heer,

 

Al is het ook, dat mijn studiën, anders dan u, gelijk ik bevind, te verstaan is gegeven, in eigenlijken zin niet draaien om het opstellen van de Annalen van deze stad, maar om het schrijven van de Historiën van de Nederlanden in hun geheel, van het jaar 1555 af, waarin Keizer Karel het oppergezag over deze gebieden aan zijn zoon Philips heeft overgedragen, zodat de Mémoires, waarover ge mij de beschikking aanbiedt, mij niet van groot nut dunken te zullen zijn, wilde ik toch graag, dat gij u overtuigd houdt, dat ik over het schenken van dat lijstje, immers een getuigenis van een opmerkelijke en onverdiende welwillendheid jegens mij van u, en over het levensechte beeld alleen al van ouder tijden daarin aan het licht gebracht, mij zeer heb verblijd. En zeer veel erken ik u verschuldigd te zijn, waar ge het goedvondt,

[pagina 338]
[p. 338]

mij met zulk een eer te verwaardigen, en tevens een vriendschap met het goede voorteken niet enkel van woorden, gelijk de meesten, maar van daad en hulpbetoon te beginnen. Uit dien hoofde weet ik u groten dank, intussen het wagend u te bidden, dat, zo enige andere gedenkstukken, voor mijn ondernemen geschikt, u in handen mochten komen, een zaak, waaraan ik wel nauwelijks twijfel, ge geen bezwaar maakt, die intijds te doen toekomen aan den mens, die u welzijn en gezondheid voor alle eeuwen toewenst, den

 

Uw Doorluchtigheid

zeer toegedanen

P.C. Hóóft.

 

Amsterdam,

18 februari 1641.

 

Hooft dankt Mr. Gijsbert Johanszoon Lapp van Waveren, advocaat te Utrecht, voor historische aantekeningen (stellig uit zijn familie afkomstig) die hij ten behoeve van de Nederlandsche Historiën heeft aangeboden, en beveelt zich voor dergelijke bijdragen in de toekomst aan.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C 11.578. - Afschr. UBL. Pap. 13.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart