Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

XML (2.14 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

(1979)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Derde deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 419]
[p. 419]

1107 Weleedelen, gestrengen, hooghwijzen, zeer voorzienighen Heere, Mijnen Heere Gaspar van Vosberghen, Ridder, gecommitteert ter vergaaderinge van de Ho.Mo.HH. Algemeine Staaten der Vereenighde Neederlanden. In den Haaghe.

1Weleedele etc.

 

2Gehoort hebbende te voore, ujt den boekdrukker Elzevier, met hoeGa naar eind2 3 minlijke geneeghenheit U. Ed. Gestr. zich gewaardighde te bevor-4deren, dat mijne Historien, eerstdaaghs, begenaadight met OctroijGa naar eind4 5 der Ho. Mo. HH. Algemeine Staaten, in 't licht moghten ver-6schijnen; zie ik nu 't zelve bij 't schrijven van den eersten deezer,Ga naar eind6 7 waar meede U. Ed. Gestr. gelieft heeft mij te vereeren. GrootenGa naar eind7 8 dank ken ik U. Ed. Gestr., voor deeze onverdiende gunst schuldighGa naar eind8 9 te zijn: ende hadde liever (liete mijne geringheit het toe) den zelvenGa naar eind9 10 met dienst van eenigher waarde, dan met woorden, te bewijzen. 11 Want, dat mij, voor 't eerlijk gewagh, gemaakt van U. Ed. Gestr.Ga naar eind11 12 Heere Vaader, z.g. eenighe erkentenis zoude toekoomen, kan ikGa naar eind12 13 niet reekenen, die gehouden ben geene waarhejt van belang, 't en 14 waare zij tot schaade mijns vaaderlands strekte, te verzwijgen;Ga naar eind14 15 inzonderhejt lof nocht laster: achtende mijn Meester PraecipuumGa naar eind15 16 munus annalium, ne virtutes sileantur, utque pravis dictis factisque ex 17 posteritate et infamiâ metus sit. Ujt kracht van welke wet, en om geenGa naar eind17 18 geloof te verwaarloozen, ik ook benoodight geweest ben bij wijlenGa naar eind18 19 eenighe snootheeden, begaan aan onze zijde, doch reeds gemeltGa naar eind19 20 door andren van de zelve, op te haalen. Ende bid ik, dat daaropGa naar eind20 21 reedelijk inzight, ende mij zulx niet quaalijk af, warde genoomen:Ga naar eind21 22 zijnde mij daerentussen zeer lief, dat U. Ed. gestr. tot noch toe niet 23 aanstootlijx gemerkt heeft. Haare smaak (indien U. Ed. gestr.Ga naar eind23 24 eenighe vindt) in 't leezen der blaaden, die onder haar berusten, zal 25 geen kleen deel der vergeldinge van mijnen grooten arbejdt zijn. 26 Noopende haare heusche erbieding van d'andre Heeren andermaalsGa naar eind26 27 aan te maanen tot verslagh te doen van de stukken aan hunne Edn 28 behandight, zie ik niet naaders, dan mij te gedraaghen tot deGa naar eind28 29 beschejdenhejt Uwer Ed. Gestr. die verre best zal kunnen oor-30deelen, oft het hunne Edn verveelen moghte. Wijders, mijn' 31 Heere, naardien onze partij, hoewel het Recht voor haar, enGa naar eind31 32 daarenbooven de Spaansche, in billijkheit van handel geenszins bij 33 haar te gelijken is, echter niet heel zujver van zonden blijkt; zooGa naar eind33 34 wenschte ik de behulpzaamhejt van U. Ed. Gestr. wijzen raadt wel,

[pagina 420]
[p. 420]

35 om te raamen oft ook ijemandt van achting zich daaraan keerenGa naar eind35 36 zoude, dat men 't gesleeten vejrs,Ga naar eind36

Iliacos intra muros peccatur et extra,Ga naar eind37

38onder den tijtel van 't boek stelde; ujtbeeldende voorts, met 39 personaadjen, aan den eenen kant, het Geweldt gepleeght bij de 40 Trojaanen int schaaken van Helena, aan den andren de Twist in 't 41 Grieksche leegher, tussen Agamemnon en Achilles. 'T welk ijetwes 42 helpen moghte, om den boeke ook toegang bij lujden te oopenen,Ga naar eind42 43 die daarin de deughdt onzer zaake, ende de ondeughdt der hunneGa naar eind43 44 zouden zien afgemaalt. Voor mij; ik schep in zoodaanigh kermis-Ga naar eind4445werk geen groot behaaghen: maar de drukker, waanende dat zichGa naar eind45 46 meenigh ijdel mensch aan sieraadt van tijtels vergaapt, en des teGa naar eind46 47 lichter van zijn geldt schejdt, moejt mij om eenighe vonde vanGa naar eind47 48 pronk voor 't voorhooft des werks. U. Ed. Gestr. vergeeve 't mij, 49 zoo ik haar geduldt, met deezen langen brief ende nieuw verzoek, 50 te veel vergh; ende bewaare, bid ik neevens weleerbiedighe groe-51tenis, in haare goede <gunste,>

52Weleedele etc.

53U. Ed. Gestr.

54Onderdaansten, ootmoedighsten

55dienaar,

56P.C. Hóóft.

55T'Amsterdam, 5 Julij.

561642.

 

Hooft bedankt voor het bevorderen van de verlening van het octrooi voor de Nederlandsche Historiën. - Over het vermelden van slechte daden aan onze zijde. - Over het titelblad.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C 11.584. - Afschr. KA CLXXIab 137.
T. in r. 51 is ‘gunste’ weggevallen door een te lange doorhaling.
eind2
Elzevier: Louys Elzevier, 1604-1670, sedert 1637 te Amsterdam, telg van het Leidse drukkers- en uitgeversgeslacht.
eind4
Octroij: monopolie van publicatie, door de Staten-Generaal voor een aantal jaren verleend.
eind6
't zelve: het; bij 't schrijven: uit de brief.
eind7
U. Ed. Gestr. kan hier nog medew.vw. bij een onpersoonlijk gelieft zijn, maar dat gelieven bezig is, zich in persoonlijke constructies te voegen, bewijst 1146 r. 4.
eind8
ken: erken.
eind9
liete (...) toe: als toeliet.
eind11
eerlijk: eervol; gewagh, gemaakt: vermelding.
eind12
Vaader: Caspar van Vosbergen, hoogbaljuw van Zierikzee, eervol vermeld in het tiende boek.
eind14
't en waare...strekte: tenzij mijn vaderland erdoor geschaad werd. Hooft bedoelt niet ‘tenzij de reputatie v.m.v. geschaad werd’, maar: tenzij er iets voor Spanje, waarmee wij nog in oorlog zijn, verborgen moet blijven.
eind15
laster: blaam; achtende mijn Meester: daar mijn meester (Tacitus) van oordeel is (nom. abs.); praecipuum etc.: treflijkste taak der Annalen, dat niet over moedigen handel worde gezwegen; dat van verdorven woord en doen uit opspraak bij nazaat men afdeinst. Tacitus, Annales 3, 65, 1.
eind17
geen geloof verwaarloozen: niet lichtvaardig om te springen met het vertrouwen dat ik bij anderen geniet (WNT geloof 1246 2o).
eind18
benoodight: genoodzaakt.
eind19
eenighe: bepaalde, zekere; snootheeden: slechte daden (WNT snoodheid 2406 b).
eind20
de zelve: onze zijde.
eind21
reedelijk inzicht (...) genoomen: acht (...) geslagen (WNT inzicht 2214 II).
quaalijk afgenoomen: verweten.
eind23
Haare smaak: Uw behagen, genoegen.
eind26
heusche erbieding: beleefd aanbod; d' andre Heeren: zoals verderop blijkt, is de door Hooft ingestuurde kopij van de Nederlandsche Historiën onder verschillende afgevaardigden ter S.G. verdeeld, ter bespoediging van het oordeel.
eind28
zie ik...moghte: weet ik niets beters dan mij aan uw oordeel te onderwerpen, daar u veel beter (verreweg het best) kunt beoordelen, of zij er genoeg van hebben (bescheidenheidswending voor: klaar zijn).
eind31
hoewel het recht voor haar (is) enz.: hoewel onze partij het recht aan haar zijde heeft en bovendien de Spaanse partij in rechtvaardigheid en rechtmatigheid van optreden helemaal niet met haar te vergelijken is.
eind33
echter: toch, desalniettemin.
eind35
raamen: raden, vaststellen.
iemandt van achting: een geacht persoon; zich daaraan keeren: zich daaraan stoten.
eind36
gesleeten: veelgebruikt (WNT slijten 1758 3 3 eal.).
eind37
Iliacos etc. Iliums vestingwal, men zondigt erin, en erbuiten. Horatius, Epistulae 1, 2, 16. De toepassing is, dat er zowel door Nederlanders als door Spanjaarden misslagen begaan worden.
eind42
toegang openen: ingang doen vinden.
eind43
de deughdt: het goed recht.
eind44
afgemaalt: afgeschilderd; Voor mij: Wat mij betreft.
eind45
waanende: van mening zijnde (niet: ten onrechte v.m.z.).
eind46
ijdel: oppervlakkig, gehecht aan uiterlijkheden; sieraadt van tijtels: fraaie titelbladen (WNT titel (I) 223 3); des...schejdt: er des te eerder geld voor over heeft.
eind47
moejt...werks: klampt mij aan, vraagt mij telkens, een versiering voor het frontispice van het boek te bedenken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra

  • R.E.O. Ekkart