De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 428]

1112 Aen Heere ende Neeve Jeronimo Coeimans, in de Beeverwijk.

1Mijn' Heere ende Neeve,

2'T is de schuldt eenes traaghen boekbinders, dat ik mij van de 3 mijne, gemaakt door belofte aan U.E., niet eer heb gequeeten:³ 4 gelijk ik nu doe, door 't zejnden eener gaave, die, met de dujsternis⁴ 5 daarin gevonden van veelen, U.E. geest, misschien, meer ver-6moeijen dan vermaaken zal. Doch 't moest wel een donkre zin zijn,⁶ 7 die niet opklaarde, wanneer hij van de heldere straalen uwes 8 scherpzightighen verstands, bescheenen wierde. En op dit gevoelen⁸ 9 verstout ik mij te hoopen, dat het betrachten mijns woords in⁹ 10 deezen, voor geenen ondienst zal toegereekent worden, aan eenen, 11 die liever wenschte, zich met der daadt, dan met de pen, te 12 teekenen,

13Mijn' Heere etc.

Waarschijnlijk toezending van de Nederlandsche Historiën. Hooft mocht blijkbaar wel enkele exemplaren cadeau geven, voordat het octrooi verleend was (30 augustus).

3 de mijne: mijn schuld (woordsp.).

4 met...veelen: door de duisternis die daarin (in de Ned. Hist.) door velen gevonden wordt.

6 vermaaken: plezier doen; moest: zou moeten; een donkre zin zijn, die: een duistere betekenis zijn, als die.

8 scherpzightigh: scherpziend.
op dit gevoelen: dit overwegende.

9 het betrachten mijns woords: het houden van mijn woord.

Minuut. UBA II C 11.959.
Hs. halve blz. achterkant van 1106.
Dat. Blijkens 1113 niet lang voor 29 aug. 1642; het jaartal 1642 lijkt er naderhand door Hooft op te zijn gezet.