De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 3

Derde deel

Regelnummers proza verbergen

[p. 451]

1129 (B. Conders van Helpen aan P.C. Hooft.)

1Hooghwaarde Here.

2Ik wasch een moor, indien ik onwaardige poog' waardigen dank te² 3 zeggen voor d'onwaardeerlikke Nederlandtsche Historien, mij 4 door den heere Ridder van Wickefort gedaan behandigen. Ik zoude⁴ 5 qualik met mijn hooft bewaart zijn, indien ik de aardige ziel =⁵ 6 schepselen van den Groten Hooft niet in meerder waarde hield, als al 7 de grote rijkdommen van Oost ofte Westindien. Dit klein getal van 8 ongezouten woorden zal dan zonder zeggen zeggen, dat ik mij aan⁸ 9 uwe Ed^ts: ongemeine heusheidt ten hooghsten verbonden houd,⁹ 10 ende dat ik den Schepper bidden zal om zoo veel gelegenheidt, als 11 ik heb genegenheidt om uwe Ed^t: met lijf en ziel te dienen, als¹¹ 12 zijnde

13Hooghwaarde Here

14Uwe Ed^ts

15Hoochverplichten dienaar

16Bern: Conders van Helpen.

17Hage desen 1^en van Wintermaandt 1642.

J^r Bernhard Co(e)nders van Helpen, ridder, 1601-1678, heer tot Fraem, Huisinghe enz. enz., president van de Ommelanden enz., afgev. ter S.G., ambassadeur, staatsman, plaatselijk despoot, alchimist van internationale bekendheid (NNBW VI 317), dankt voor toezending van de Nederlandsche Historiën.

2 Ik wasch een moor: Ik probeer iets onmogelijks te doen (‘Het is de Moriaan geschuurd, gewassen’, volgens Stoett II 47 al middeleeuws).

4 mij door (...) gedaan behandigen: die men (UEd?) (mij door (...) heeft laten overhandigen.

5 qualik met mijn hooft bewaart: slecht van een hoofd voorzien (WNT bewaren 2380 5).

8 ongezouten: eerlijke; zonder zeggen: zonder spreken.

9 ongemeine heusheidt: uitzonderlijke beleefdheid.

11 als zijnde: daar ik ben.

Origineel. UBL Pap. 2.