Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 1 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 1
Afbeelding van Gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.93 MB)

Scans (5.96 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeurs

Pieter Leendertz Wz.

F.A. Stoett



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 1

(1899)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Stichtrijmen.Ga naar voetnoot+

 
Kraft is de man niet om een man te temmen.Ga naar voetnoot1)
 
Want wrevelheidt aenwackert door den dwang.Ga naar voetnoot2)
 
Maer moed word mack, door ingetooghen stemmen,Ga naar voetnoot3)
 
En klaere reên van vroedmaeckende sang,Ga naar voetnoot4)
5[regelnummer]
Die 's menschen hart met Gods ontsigh beclemmen.Ga naar voetnoot5)
 
 
 
Levende wet rechtgangigh in 't bestieren,Ga naar voetnoot6)
 
Besighe dapperheidt daer 't al voor swicht,Ga naar voetnoot7)
 
Heilighe lust veelvoudigh in 't versierenGa naar voetnoot8)
 
Der goedren, die ghij wtstort met het licht,Ga naar voetnoot9)
10[regelnummer]
En schept 'er toe de geesten en de dieren:Ga naar voetnoot10)
 
 
 
O God, die met uw achtbaerheidt bevangenGa naar voetnoot11)
 
Om 't hart is, grenst aen wijsheidt met sijn voet.
 
Want naer uw gang hij aenset sijne gangen,Ga naar voetnoot13)
 
Versekert dat ghij uwes zegens vloedt
15[regelnummer]
Giet op de geen die uwen aerdt aenhangen.
 
 
 
Door slofheidt een goed opset kan versmooren.Ga naar voetnoot16)
 
'T moet sijn vervolght met onversufte vlijt.Ga naar voetnoot17)
 
Wellevens konst wordt niemandt aengebooren.
 
Tot zedigheidt hoeft oeffening en tijdt.
20[regelnummer]
Te luttel moejt is al sijn moejt verlooren.
 
 
 
Die recht gewent sijn slimtreckende sinnenGa naar voetnoot21)
 
Dat haer niet meer des ouden kromheids heught
 
Geraeckt, in 't eindt, door sijn volharden, binnen
 
Het heerlijck hof van d' eerentfeste deughdt.
25[regelnummer]
Daer vaste vreughdt is voor 't gemoedt te winnen.
[pagina 164]
[p. 164]
 
Wie met het hooghste goedt sich wil verrijcken,
 
Moet koelen, en sijn eighen liefdes brandtGa naar voetnoot27)
 
Met liefd tot sijnen naesten vergelijcken:Ga naar voetnoot28)
 
Maer vlamme met sijn siel, sin, en verstandt,
30[regelnummer]
Op 't Godlijck schoon, dat niet en kan beswijcken.
 
 
 
Wacht u, uw faem, met schande, te besmetten.
 
Ontstight geen mensch met werreck oft met woordt.
 
'T is niet genoegh aen goedt nocht bloedt te letten:Ga naar voetnoot33)
 
En datmen elck geeft dat hem toebehoort.Ga naar voetnoot34)
35[regelnummer]
Eert Overheidt, en vreedhoudende wetten.
 
 
 
Slaep spijs en dranck sijn nodigh om te leven.
 
Maer matight haer, nae 't eisschen vanden nóódt.
 
Op veelerley wijs, anders doense sneeven.Ga naar voetnoot38)
 
Een slaepend mensch scheelt weenigh van een doodt.
40[regelnummer]
Een slemper wordt met voedsel goedt vergeven.
 
 
 
Den leckernij van mondt, oock oor en óóghen,
 
Den kosten vlug van welluchtende reuck,Ga naar voetnoot42)
 
Geeft meer niet toe dan ruim uw staet kan dóóghen.
 
Grootdaedighejdt krijgt een mis[s]taende kreuck,Ga naar voetnoot44)
45[regelnummer]
Als zij den bron der midlen doet verdrooghen.
 
 
 
Een wulpschen moed opstokende de vieren,
 
In 't harte, dat de Min ten deele won,
 
Maeckt bijstre staet, beroijt hooft, voose spieren.Ga naar voetnoot48)
 
En wie hem dempt, verwaereloost de zonGa naar voetnoot49)
50[regelnummer]
Aen schepsels blindt, wtroyende' alle dieren.
 
 
 
Gelijck in zee, wij staedigh 't leven waeghen
 
Omringelt van 't bujvallighe geval.Ga naar voetnoot52)
 
Spist dan 't gemoedt om rustigh te verdraeghen,Ga naar voetnoot53)
 
Daer 't nood, of nut, of deughd vereischen sal
55[regelnummer]
Voor vreemdt, voor vrundt, voor vaederlandt en maeghen.
 
 
 
Alalleens als die wandelt bij de weghen,Ga naar voetnoot56)
 
Indien hij met het oogh geen acht en geeft
 
Op 't geen dat voor sijn voeten is geleghen,
 
Licht strujckelt, en in put oft grafte sneeft:Ga naar voetnoot59)
60[regelnummer]
Soo dijt haer doen die onbedaghtheidt pleghen.Ga naar voetnoot60)
[pagina 165]
[p. 165]
 
Raedt is het oogh der sielen. Die dat lujcken,Ga naar voetnoot61)
 
Haer welvaert meest verbrodden niet alleen;
 
Maer vaeck den stant van een gemeent verstujcken.Ga naar voetnoot63)
 
Het wrevle Luck treft alderminst de geen,Ga naar voetnoot64)
65[regelnummer]
Die nae den geest voorsienigheidt gebrujcken.Ga naar voetnoot65)

voetnoot+
Stichtrijmen. Volgens hs. A.
voetnoot1)
kraft is de man niet, geweld is niet in staat.
voetnoot2)
wrevelheidt, euvelmoed.
voetnoot3)
moed, drift.
voetnoot4)
de muziek van verstandige, heldere woorden.
voetnoot5)
Gods ontsich, vrees, eerbied voor God.
voetnoot6)
rechtgangigh, die recht gaat, rechtvaardig.
voetnoot7)
besighe dapperheidt, wakkere bezigheid, voortdurende werkzaamheid.
voetnoot8)
versieren, uitdenken.
voetnoot9)
goedren, zegeningen.
voetnoot10)
de geesten, de menschen.
voetnoot11)
achtbaerheidt, ontzag, eerbied. Vgl. Spreuken, 9, 10: De vreeze des Heeren is het beginsel der wijsheid.
voetnoot13)
hij aenset sijne gangen, richt hij zijne schreden.
voetnoot16)
opset, voornemen, onderneming; versmooren, mislukken, niet tot stand komen.
voetnoot17)
onversuft, niet verslapt.
voetnoot21)
slimtreckende, kromtrekkende.
voetnoot27)
koelen, koel worden, zijne hartstochten afleggen.
voetnoot28)
vergelijcken, gelijk maken, overeenbrengen.
voetnoot33)
letten, schaden.
voetnoot34)
toebehoort, rechtmatig toekomt.
voetnoot38)
sneeven, ongelukkig worden.
voetnoot42)
kosten vlug, kost die spoedig verteerd is; welluchtende, welriekende.
voetnoot44)
grootdaedighejdt, overdaad, pracht, weelde.
voetnoot48)
voose, slappe, krachtelooze.
voetnoot49)
dempt, uitbluscht; verwaereloost, doet als hij, die de zon verspilt aan blinden, die er geen genot van hebben; en laat de wereld uitsterven, door het dempen van ‘de min, de lieve lust, die 't sterffelijk geslacht bevrijt voor 't ujtgaan’ (Hooft, Dankbaar genoegen, vs. 179).
voetnoot52)
omringelt, omringd; 't bujvallighe geval, 't wisselvallige lot.
voetnoot53)
spist, spitst; rustigh, ferm, flink.
voetnoot56)
alalleens, eveneens.
voetnoot59)
sneeft, valt.
voetnoot60)
soo dijt haer doen, zoo gedijt het doen van hen.
voetnoot61)
raedt, bedachtzaamheid.
voetnoot63)
verstujcken, aan het wankelen brengen.
voetnoot64)
het wrevle Luck, het ongeluk.
voetnoot65)
voorsienigheidt, vooruit bedenken, welke gevolgen hunne handelingen kunnen hebben.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken