Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten. Deel 1 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten. Deel 1
Afbeelding van Gedichten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Gedichten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.93 MB)

Scans (5.96 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeurs

Pieter Leendertz Wz.

F.A. Stoett



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten. Deel 1

(1899)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Troost in wederspoedt: aen eenen vriendt.

 
Wegh met dat nutteloos geween,Ga naar voetnoot+
 
Geen mannenvoer: de treurigheênGa naar voetnoot2)
 
Ten borst ujtstorm; rek ujt de vouwen,
 
Die 't voorhooft, vrundt, betraelijt houwen:Ga naar voetnoot4)
5[regelnummer]
Wanneer der Zon niet jujst haer' lach
 
Zoo hartlijk afgaet als ze plagh;
 
Wanneer 't geluk te zoet op sollenGa naar voetnoot7)
 
Den tejrling u doet tegen rollen.Ga naar voetnoot8)
 
De zee, die nu gegeesselt rookt
10[regelnummer]
Van Noorde winden, wort gestrookt
 
Op morghen van een labber koelen.Ga naar voetnoot11)
 
De vorst des lichts zal af gaen spoelen
 
Te nacht zijn rouw, in 't klaere nat;
 
En met een aenzicht fris en gladt
15[regelnummer]
Van nieuwe jeughd, te voorschijn stijghen.
 
'T geschrey weêr voor de lach moet swijghen.
 
Elk staet zijn' pooz te roer niet lang.
 
Zij zingen, beurt om beurt, hun' zang.
[pagina 311]
[p. 311]
 
De drooghe jok, en vochte traenen
20[regelnummer]
Ons, beurtwijz', om hun' ujre maenen.
 
Als droefheit zich op 't hooghst verslaet,Ga naar voetnoot21)
 
Weet, dat zij dan in arbejdt gaet,
 
Om de gelaede vreughd te baeren.Ga naar voetnoot23)
 
Dit 's noodlots mik. De vlucht der jarenGa naar voetnoot24)
25[regelnummer]
Waejt heel doormengt met quaedt en goedt.
 
Die heden achter ploegh gaen moet,
 
Oft met de graef den akker spitten,Ga naar voetnoot27)
 
Op morghen zal ter vierschaer zitten
 
Als rechter over 't Roomsche rijk,
30[regelnummer]
En kennen niemandt zijns gelijk.
 
Het afgement gespan der ossenGa naar voetnoot31)
 
Zal hij van 't kneuzend juk verlossen,
 
Opdat het nu de nekken dwing'
 
Van volk verovert door zijn' kling.
35[regelnummer]
Dien d' avondt om de kost zagh wroeten
 
De morghenstar ziet kooning groeten.Ga naar voetnoot36)
 
Indien Fortujn maer krijght een' gril
 
En ernst met spel doorvlechten wil;
 
De boêr, voor wien men 't al zagh stujpenGa naar voetnoot39)
40[regelnummer]
Zal weêr in 't kot van gister krujpen,
 
En levren staetelijke stofGa naar voetnoot41)
 
Aen 't graeuw, en liên van 't nederhof,Ga naar voetnoot42)
 
Tot spot en lach. Thans, bij de schooven
 
Hij in de schujr zijn hout gaet klooven:
45[regelnummer]
Waer in de bijl, met lauwerblaên
 
Gepronkt hem zal ten dienste staen.
 
Ontbreekt het hem aen wilghetakken,
 
Hij zal in 't vujr de roeden smakken,Ga naar voetnoot48)
 
Die de trauwant thans voor hem droegh,
50[regelnummer]
Als hij der wereldt anxt aen joegh.

voetnoot+
Wegh met dat nutteloos geween. Volgens hs. G. Het is eene vertaling van de 2de Ode van Sarbiëvius, door Hooft vertaald in Dec. 1634, toen hij te Brussel was. Zie Brieven III, bl. 19, en hier de Aant. Het gedicht is geschreven op den omslag van een' brief, den dichter te Brussel toegezonden.
voetnoot2)
mannenvoer, werk voor mannen.
voetnoot4)
betraelijt, gerimpeld.
voetnoot7)
te zoet op sollen, zeer veel houdend van heen en weer werpen, nu naar boven en dan naar beneden.
voetnoot8)
tegen, zoodat hij u ongunstig is.
voetnoot11)
een labber koelen, een zachte koelte.
voetnoot21)
zich op 't hooghst verslaet, zich 't krachtigst uit.
voetnoot23)
de gelaede vreughd, de vreugd, waarvan zij zwanger is.
voetnoot24)
mik, pots, rank, zooals Hooft zelf dit woord in zijn Brief 509 verklaart.
voetnoot27)
graef, spade.
voetnoot31)
afgement, vermoeide; afgematte.
voetnoot36)
ziet kooning groeten, ziet als koning begroeten.
voetnoot39)
stujpen, buigen.
voetnoot41)
staetelijke, lat. non humilis.
voetnoot42)
liên van 't nederhof, ‘'t welk de Franschen noemen Gens de la bassecourt, ende het tegendeel du cabinet’; Hooft, Brieven, III, bl. 19.
voetnoot48)
de roeden, de fasces, een bundel roeden, waartusschen een bijl uitstak, als symbolisch teeken van het hoogste gezag. Het was een der oudste insigniën van den Romeinschen magistraat; wanneer zij in het openbaar verschenen werden de fasces door de lictoren (de trauwant) vooruitgedragen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken