Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Warenar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Warenar
Afbeelding van WarenarToon afbeelding van titelpagina van Warenar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.49 MB)

Scans (5.03 MB)

ebook (3.91 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Jeroen Jansen



Genre

proza
drama

Subgenre

blijspel / komedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Warenar

(2004)–Samuel Coster, P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

Eerste bedrijf

Eerste toonneel

 
warnar,
Reym
75[regelnummer]
Her uyt, seg ick, her uyt: ick segje flucks her uyt.Ga naar voetnoot75
 
Sy wroet mit heur oogen as ien varcken mit zijn snuyt.
 
reym
 
O mijn rug, o mijn kop, o mijn neus, o mijn wanghen.
 
warnar
 
Ja, jae, je backes moet altemet vlieghen vanghen.Ga naar voetnoot78
 
reym
 
En waerom slaejeme nou, mijn neus en mongt die bloen?
 
warnar
80[regelnummer]
Vraechje waerom totebel? om dat ickje sier sou doen.Ga naar voetnoot80
 
reym
 
En waerom mach ick dan in huys niet langher bancken?Ga naar voetnoot81
 
warnar
 
Siet dese baviaen, wat heb ick hier veur rancken?Ga naar voetnoot82
 
Sel ick jou, denck ick, reen gheven van mijn bedrijf?Ga naar voetnoot83
 
Ick tyje tans wel mit ien kneppel op't lijf.Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Spoeytme vande deur, flucks, of je backes sel vlieghen vanghen.Ga naar voetnoot85
 
reym
 
Hoe wel waermen'er an die salich waer ghehanghen,Ga naar voetnoot86
 
Ten minsten hoefd'men niet te dienen sucken geck.
 
warnar
 
Wat preutelje?
[pagina 16]
[p. 16]
 
reym
 
Niet.
 
warnar
 
Soo speult den nicker mit jou beck.Ga naar voetnoot88
 
't Ierst dat ick weer wat doe, koomjeme dan daer op // storen,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Ick selje mit ien avager de ooghen uyt de kop // boren.Ga naar voetnoot90
 
Flucx hier, of ick legje ien tang tusschen hals en buyck.
 
Hoe gaetse voort, as ien luys op ien terighe huyck.Ga naar voetnoot92
 
Hier, bet hier nae toe, seg ick, nu nu ist te deghen,Ga naar voetnoot93
 
Blijftme daer sitten spinnen, songer voet te beweghen,
95[regelnummer]
En kijckje om, of wijckje ien stroo briet van daer,
 
Je krijcht goe koop de galgh totje nuwe jaer.Ga naar voetnoot96
 
Ick bin dus out, en heb meughelijck vijftich maisjens versleten,Ga naar voetnoot97
 
Maer van mijn leven noyt haers ghelijck gheweten:Ga naar voetnoot98
 
s'Is argh as de droes, en wilse haer best // temen,Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Ick sorgh se selme noch iens uyt den nest // nemen,
 
Soo deurtrapt slim isse, en soo duyvels beus.
 
Krijchtse de snof vande Pot mit ghelt inde neus,Ga naar voetnoot102
 
Ick bin armer man as de ghevanghen slaven.
 
Nu moet ick de vloer iens weer op gaen graven,
105[regelnummer]
En sien ofse noch staet soo ickse heb e stelt.Ga naar voetnoot105
 
As ick denck datter yemant mocht raken after 'tghelt,Ga naar voetnoot106
 
Soo word ick kilkout van boven tot onderen.
 
reym
 
Jae wel ick en weetme niet ghenoech te verwonderen,
 
Hoe mijn miester dus van sinnen komt berooft,
110[regelnummer]
Wat dulheyt mach hem wesen in't ydele hooftGa naar voetnoot110
 
Tot mijn ellende, dus onlancks gheslaghen,Ga naar voetnoot111
 
Dat hy mijn thienmael op een dach ten huys uyt gaet jaghen?
 
De man heeft een wonderlijcke worm inde kop;Ga naar voetnoot113
[pagina 17]
[p. 17]
 
Een hielen nacht leyt hy wacker, en staet vijftich mael op.
115[regelnummer]
Een hielen dach sit hy in huys, ghelijck as op de winckels
 
De kreupele snyers met haer ghekruyste schinckels.Ga naar voetnoot116
 
Nu ist immers ommekomen, en ick weet gheen raet,Ga naar voetnoot117
 
Van Klaertjens eer te bedecken, die op haer uyterste gaetGa naar voetnoot118
 
Beladen met kindt, en haest sal moeten baren:
120[regelnummer]
Nu ist al verlooren, ick en sie't niet te klaren.
 
Wee my verneemt hy'er of 'tminste maer sles;Ga naar voetnoot121
 
Best dat ickme verhangh hier erghens inde Nes,
 
Aen een Pastey-backers haeck, soo ben ick uyt het vresen;Ga naar voetnoot123
 
Mijn tanden wateren als ick denck watten kalkoen dat ick souw wesen.

Tweede toonneel

 
warnar,
Reym
125[regelnummer]
Nu alle dingh behouwen is, en fijntjens op zijn stee,Ga naar voetnoot125
 
Bin ick wat beter e moet als ick flus wel dee.Ga naar voetnoot126
 
Gaet binnen Reym, nu ist datjet huys bevolen // wort.
 
reym
 
Wel ick mach het bewaren dat het niet e stolen // wort;Ga naar voetnoot128
 
Want voor dieven isser aers te halen niet een kruys,Ga naar voetnoot129
130[regelnummer]
Daer is toch niet as de wint en spinnerach in huys,
 
Of hy noch sorcht dat ymant die sel komen // taecken?Ga naar voetnoot131
 
warnar
 
Toch onse lieven Heer mochtmen om jouwent wil wel Paus van Romen // maecken:Ga naar voetnoot132
[pagina 18]
[p. 18]
 
Of Koningh van Spangen, watje best quam te pas.
 
Bewaerjeme de Spinneraghen, na binnen toe ras:Ga naar voetnoot134
135[regelnummer]
Arm ben ick, dat weet ick wel, en draech't lijdtsaem en geduldich.
 
Wie datter komt kloppen en laet niemant in, weestme sorchvuldich,Ga naar voetnoot136
 
Ick loop om een bootschap, en kom terstont weer hier.
 
reym
 
En offer een buerwijf quam een kooltje vier?Ga naar voetnoot138
 
warnar
 
Dooftme al 'tvuyr uyt so hebbense gien spreecken,
140[regelnummer]
Of ick selje selver met de kop inde doof-pot steecken.
 
Komter ymand om water, soo roept metter veech,Ga naar voetnoot141
 
We meughen niet missen, onse back is leech,Ga naar voetnoot142
 
Roept het de Luy deur de veynster, soo krijchtmen gheen sluyper.Ga naar voetnoot143
 
Comter ien om een Emmer, s'is tot de kuyper,
145[regelnummer]
Om een dreg, om een puthaeck, of ander leur,Ga naar voetnoot145
 
'kHebse op straet vergheten, de dieven zijnder me deur.
 
Want by gans doot, hoe schoon datse praten,Ga naar voetnoot147
 
As ick uyt bin wil ick niemant in hebben e laten:
 
Jae al quam 'tgheluck selver, ick waerschouwje, siet
150[regelnummer]
Je meuchter op passen, doet gheen deur open niet,
 
Of je seltme te byster schrickelijck vertoornen.Ga naar voetnoot151
 
reym
 
'tGheluck, sonder sorgh, voor haer brand'men hoornen.Ga naar voetnoot152
 
'tGheluck sou hier ande deur kloppen? poep.Ga naar voetnoot153
 
'tLiep aerseling kreeght de lucht in de neus vanje stoep:Ga naar voetnoot154
155[regelnummer]
En as noodigh hier verby moet haer wech zijn ghenomen,
 
Soo wacht sy haer wel an dees zy de middelstraet te komen,Ga naar voetnoot156
 
Se kreegh wel een koorts op haer hals sachse de gevel maer aen.
[pagina 19]
[p. 19]
 
warnar
 
Je selt je mongt houwen en binnen gaen.
 
reym
 
Ick hou mijn mongt en gae binnen.
 
warnar
 
't Gheboeft loopt dapper snuyven,Ga naar voetnoot159
160[regelnummer]
Daerom selje bey de grendelen toe moeten schuyven:
 
Ick koom terstont weer in, haeltser eerder niet of.
 
Ick schey wel nood' van hier, maer ick moet nae't Princen Hof,Ga naar voetnoot162
 
Daer selmen resolveren hoemen mit het ghelt sal spelen,Ga naar voetnoot163
 
Ofmen't op de doelen verteeren sel, of an lepels ommedelen;Ga naar voetnoot164
165[regelnummer]
Compareer ick nu niet soo mach ick gissen wel,Ga naar voetnoot165
 
Datmen al het resjen te samen opsnappen sel:Ga naar voetnoot166
 
Daer en boven sellense niet anders dencken konnen
 
Waerom dat ick wegh blijf, als dat ick 't ghelt heb e vonnen.Ga naar voetnoot168
 
Se hebbe me lang e kent voor suynich en vroet,
170[regelnummer]
Des sel het seer lichtelijck worden vermoetGa naar voetnoot170
 
Dat ick nu versuym haer te raden tot sparen,
 
Om dat ick doende bin mit wat grooters te winnen of te bewaren,Ga naar voetnoot172
 
En hoe nauw dat ick het heel, noch schijnt het dat meestGa naar voetnoot173
 
Al de Werelt dat droomen ken; met sulcken feestGa naar voetnoot174
175[regelnummer]
Segghense go'en dagh die my nu ontmoeten,
 
Daermen my te voren hiel magertjens pleech te groeten.Ga naar voetnoot176
 
'tIs go'en dach Warnar, waer heen Warnar? hoe vaertet al vaer?Ga naar voetnoot177
 
Adieu, t'uwen besten, vaert wel, een goet jaer.Ga naar voetnoot178
 
Ick sorgh sy ruycken longt, dit ken veur niet niet komen.
[pagina 20]
[p. 20]
180[regelnummer]
Maer ick wil gaen daer ick voor heb e nomen,
 
En helpen daer 'twerck op 'tspoedichst' aen een zy,Ga naar voetnoot181
 
Dat ick haest op de bien weer nae huys toe ty.Ga naar voetnoot182

Derde toonneel

 
geertruyd,
Rijckert
 
Ick wilde wel Broeder dat de woorden die ick huydenGa naar voetnoot183
 
Teghen u spreken sal, ghy my ten besten duyden,Ga naar voetnoot184
185[regelnummer]
Ghelijck een Broeder hoort te doen zijn Susters reen,Ga naar voetnoot185
 
Hoe wel ick seer wel weet men acht ons Vrouwen kleen,Ga naar voetnoot186
 
Voorseecker wy souwen niet liever doen as kallen.Ga naar voetnoot187
 
Ick laet dat voor 'tgheen het is, en heb daer niet met allenGa naar voetnoot188
 
Teghen te segghen voor dees-mael, maer is mijn begeer,Ga naar voetnoot189
190[regelnummer]
Datje denckt hoe ick jou Suster ben, die voor uw eer
 
En welvaert schuldich ben sorghe te draghen.
 
rijckert
 
Wat hebje te segghen?
 
geertruyd
 
Maer je wordt vast een man op jou daghen,Ga naar voetnoot192
 
En soo ick jou verlies sonder kinderlijcke erven,
 
Soo sal de naem van mijn Vaders gheslacht heel versterven:
195[regelnummer]
Dus heb ick al de nacht vast legghen paynsen, hoe
 
Ickje best mocht uythylijcken.
 
rijckert
 
Daer slae gheluck toe,Ga naar voetnoot196
 
En tot meerder soeticheyt, een heel pont vyghen.Ga naar voetnoot197
[pagina 21]
[p. 21]
 
geertruyd
 
Siet, je mocht schier of morghen een dut komen te kryghen,Ga naar voetnoot198
 
En raken ergens an een Hoer vast, lichtvaerdich en vals.
 
rijckert
200[regelnummer]
Mienje om't wats Suster?Ga naar voetnoot200
 
geertruyd
 
Jae ick, in eernst.
 
rijckert
 
Och, ick bin om den hals.
 
geertruyd
 
Wel, hoe soo?
 
rijckert
 
Maer sulcken reden kan ick niet ghedoghen,
 
Binjer op belust, siet daer, slaet mijn een paer blaeuwe ooghen:
 
Niet mochtjeme segghen datme meer verdroot!Ga naar voetnoot203
 
geertruyd
 
Luyster.
 
rijckert
 
Soo mennighen woort daer of, soo mennigen stien veur mijn poot.Ga naar voetnoot204
 
geertruyd
205[regelnummer]
Doet het op mijn woordt.Ga naar voetnoot205
 
rijckert
 
Raejet mijn? ick doet.
 
geertruyd
 
Anders, licht datje sneefde.
 
rijckert
 
'tMocht wel dattet salich waer als ick het slechs niet en beleefde!Ga naar voetnoot206
 
geertruyd
 
Hoort eens nae mijn woorden, laetje raen, salighe man:Ga naar voetnoot207
 
Slaet het niet inde wint, je welvaert hanghter an.
 
rijckert
 
Wel ick ben te vreen, doetme morghen een Bruydt // op;Ga naar voetnoot209
210[regelnummer]
Mits bevoorwarend' dat ickse overmorgen 'tgat uyt // schop!Ga naar voetnoot210
[pagina 22]
[p. 22]
 
Weetje daer raet toe, ick loop terstont nae de Barbier,Ga naar voetnoot211
 
En laetme scheeren, adieu.
 
geertruyd
 
Ghy deunter me, hoor hier,Ga naar voetnoot212
 
Let'er iens te deech op, alle jocke laet varen;Ga naar voetnoot213
 
Ick heb een Weeuw op spoor van veertich Jaren:
215[regelnummer]
Hoe veel meer of min, weet ick niet, 'tis daer ontrent,
 
Die door een seecker ghetrogghelt Testament,Ga naar voetnoot216
 
Met temen en lemmen van haren Man heeft verworven,Ga naar voetnoot217
 
Dat de beste plock van zijn goet op haer is verstorven:Ga naar voetnoot218
 
Zy kan ryen en omsien, en maeckte dat klaer,Ga naar voetnoot219
220[regelnummer]
Dat zy voordeel van hem hebben zou, en hy niet van haer.
 
rijckert
 
Die trijp?Ga naar voetnoot221
 
geertruyd
 
En steurtje niet, al lijckt het wat na guyten // spel,
 
Tis huydensdaeghs de werelt, zy vaert vande duyten // wel,
 
Wel ghereet, wel ghekleedt, en heerlijck behuyst,Ga naar voetnoot223
 
Van onderen tot bovenen, alle dingh even juyst;
225[regelnummer]
En soo quicks te vryen alsmen een Vryster int Lant // siet.Ga naar voetnoot225
 
rijckert
 
Hels vuyr op een stockjen, soo verbrandtse haer hant // niet,
 
Ick weet wel wieje mient, de Weeuw van Claesje klick:
 
We dienen mekaer niet, Lobberich en ick:Ga naar voetnoot228
 
De valsche schoon-praet souw gheen Peert nae mijn stal // wesen:Ga naar voetnoot229
230[regelnummer]
En as ick ooc iens mal wil worden, so wil ick te degen mal // wesen,
 
Het waer wel moghelijck dat ghy me had bekoort,
 
Hadje een Meysje van achtien jaer op e spoort.
 
Gelijc hier Warnar buers dochter, die mocht mijn kommer stelpen.
 
geertruyd
 
Asje daar an woud' ick mien je waert te helpen:
[pagina 23]
[p. 23]
235[regelnummer]
Maer daer en sit niet ten besten, het volck is te slecht.Ga naar voetnoot235
 
rijckert
 
Maer 'tMeysjen is goelick, en de Vaer is oprecht:Ga naar voetnoot236
 
'k Wil gien Schoon-vaer die'er den heelen tijd' om zijn schulde ren,Ga naar voetnoot237
 
Noch een huys vol Meysjens om den gantschen dach te buld'ren.Ga naar voetnoot238
 
Ick bin die stoetery en dat ghevaert al moe.Ga naar voetnoot239
 
geertruyd
240[regelnummer]
Wel ist jou sinn'lijckheyt, God gheef ghelucker toe.Ga naar voetnoot240
 
rijckert
 
Kort beraet, goet beraet, ick gaer de Vaer af spreecken,Ga naar voetnoot241
 
Ziet ginder komt hy juyst van daen, na huys toe ghestreecken.

Vierde toonneel

 
warnar,
Rijckert
 
Ick dacht het seecker wel, en 'tlagh my op mijn leen,Ga naar voetnoot243
 
Zoo nood' wild'ick van huys, dat ick vergheefs gingh heen:
245[regelnummer]
Ick by 't Princen-Hof komende, noch binnen, noch buyten, vant,Ga naar voetnoot245
 
Corperael of Lanspezaet, Capiteyn, of Luytennant;Ga naar voetnoot246
 
't Volck past niet op haer tijt, het is seecker van 'tmal,Ga naar voetnoot247
 
Nu ty ick weer na huys, want mijn hert isser al.
 
rijckert
 
Warnar-buer, goe'n dach man, hoe staet het leven?
 
warnar
250[regelnummer]
Heb ick jou daer Rijck-buer, goe'n dach wilje Godt gheven.
 
rijckert
 
En u een goet Jaer, datje gien verdriet // schiet.Ga naar voetnoot251
 
warnar
 
As de Rijcke d'arme soo toe spreecken, dat is om niet // niet;
 
De meyt sorch ick, heeft hem 'tspul van de Pot gemelt.
[pagina 24]
[p. 24]
 
rijckert
 
Hoe gaetet al?
 
warnar
 
Hart ende swart, onbelaen met ghelt,Ga naar voetnoot254
255[regelnummer]
Ghelijck slechte luytjens van mynen doene pleghen.Ga naar voetnoot255
 
rijckert
 
Wat het is juyst allemael aen het ghelt niet ghelegen;
 
Hebje goedt ghenoeghen, je hebt een goet lot.Ga naar voetnoot257
 
warnar
 
Hoe smeerich kan hy kallen, dits al om de Pot:
 
Zoo ras as ick t'huys kom, ten baet gheen smeecken
260[regelnummer]
Sel ick voor mijn eerste werck de meyt de ooghen uyt steecken,
 
En daer na de tongh gaen tornen uyt heur keel.
 
rijckert
 
Buer-man wat staeje en praet inje selven dus veel?
 
warnar
 
Ick klaech over de armoed' die ick moet lyen;
 
Ick hebb' daer een eenighe Dochter te vryen,
265[regelnummer]
Daer ick niet me gheven kan, mijn lieve maet,Ga naar voetnoot265
 
Zoo komt het toe datter oock niemant na staet;Ga naar voetnoot266
 
En ick soudse gaern by mijn leven met een man besorghen;
 
Wangt ick vrees soo ick sturf datse schier of morghen,
 
In dese onghereghelde tyden mocht slaen op het wilt.Ga naar voetnoot269
 
rijckert
270[regelnummer]
Soo je anders gien noot hebt uw klachten vry stilt,Ga naar voetnoot270
 
Ick wilier wat by doen, gheeft den moet niet verloren.Ga naar voetnoot271
 
warnar
 
'kWeet wel waer hy wesen wil, maer dat gat sal hy niet boren,Ga naar voetnoot272
 
Hy heeft het op het kats-hooft e munt, daerom ist dat hy vrijt.Ga naar voetnoot273
 
rijckert
 
Ick hebje wat sonders te segghen.Ga naar voetnoot274
[pagina 25]
[p. 25]
 
warnar
 
Och ick bint ghelt al quijt.
275[regelnummer]
Hy heeft het opghegraven soud' ick ramen,Ga naar voetnoot275
 
En nu komt hy quansuys alle vonghen me samen,Ga naar voetnoot276
 
Om mitme t'accorderen; och hoe wee isme te moe.Ga naar voetnoot277
 
rijckert
 
Wel buur-man waer loopje soo nechtich nae toe?Ga naar voetnoot278
 
warnar
 
Ick heb in huys wat te bevelen dat ick vrees te vergheten.
280[regelnummer]
Ick koom terstont weer by je.
 
rijckert
 
Als hy komt te weten
 
Dat mijn bootschap is om zijn dochter te versoecken tot
 
Mijn Huys-vrouw', hy sel dencken dat ick met hem spot,
 
Want soo onghelijck ghegoedt men selden siet trouwen.Ga naar voetnoot283
 
warnar
 
God sy ghelooft, de Pot is behouwen,
285[regelnummer]
Alle ding is soo't was, door mijn hert ging een vlijm
 
Doen ick nae binnen trat, en ick vil schier in swijm:
 
Wat segje nou Rijckert.
 
rijckert
 
Wilje wel antwoorden op mijn vraghen?
 
warnar
 
Sy moghender nae wesen datse me wel behaghen:Ga naar voetnoot288
 
Sy moghen oock wel soo wesen datje't weet,Ga naar voetnoot289
290[regelnummer]
Ick en antwoordje van al den dagh niet een beet.Ga naar voetnoot290
 
rijckert
 
Onbillickheyt sel ickje te voren niet legghen.Ga naar voetnoot291
 
Wat dunckje van mijn gheslacht?Ga naar voetnoot292
 
warnar
 
Daer is niet op te segghen.
[pagina 26]
[p. 26]
 
rijckert
 
Wat dunckje van mijn leven, schoeyt het wel op de selfde leest?
 
warnar
 
Wat je hebt al jou leven een goed slocker gheweest.Ga naar voetnoot294
 
rijckert
295[regelnummer]
De jaren die ick out bin weetje oock wel te micken.Ga naar voetnoot295
 
warnar
 
Die hebben vry wat tellens an, se slachten je bricken.Ga naar voetnoot296
 
rijckert
 
Wel ick heb oock van jou altijd ghedacht
 
Datje een eerlijck burgher waert, daer ickje noch voor acht,Ga naar voetnoot298
 
Al binje van slechte luytjes, se waren onbesproken.
 
warnar
300[regelnummer]
Ick weet niet waert hem lieght, maer hy heeft de Pot gheroken.Ga naar voetnoot300
 
Wat is nou voort Rijckert-buur jou begheer?
 
rijckert
 
Daer toe gheef zijn seghen de opperste Heer,
 
Nae dien dat ghy mijn wel kent, en ick jou mede,
 
Soo hoop ick je seltme niet weygheren een bede,
305[regelnummer]
Dat is datjeme jou dochter te wyve wilt gheven.
 
warnar
 
Maer Rijckert ick hoorde noyt van mijn leven
 
Datje sucken quant waert; heeft dit oock slot,Ga naar voetnoot307
 
Mit een out arm man, as ick bin, te dryven de spot?
 
Heb ick dit opje verdient? ick kan't niet vermoeden.
 
rijckert
310[regelnummer]
Je moet mijn reden niet anders duyden als ten goeden,Ga naar voetnoot310
 
Het versoeck is mijn eernst, ick segje dat ick het meen.
 
warnar
 
Ey lieve, laet my en mijn dochter met vreen.
 
rijckert
 
Ghelooftme buur-man, ick doet niet om te jocken.Ga naar voetnoot313
 
warnar
 
Ghelijck by ghelijck plech alderbest te focken.Ga naar voetnoot314
[pagina 27]
[p. 27]
315[regelnummer]
Den rijcken dient wat rijcks, den kalen dient wat kaels,Ga naar voetnoot315
 
Je soutme niet kennen willen, en maken mijn dochter overdwaels,Ga naar voetnoot316
 
Dan waer ick hiel in 't onderspit, my dunct het selme niet gelijcken.Ga naar voetnoot317
 
rijckert
 
Dat is wel de mannier van sommighe rijcken:
 
Maer ick selje kennen voor een Vader alst behoort.
 
warnar
320[regelnummer]
Beloofjeme dat?
 
rijckert
 
Jae'ck.
 
warnar
 
Vaerter wel me, daer isme woort,
 
Je selt de mayt hebben, waer toe veel te sammelen.Ga naar voetnoot321
 
Gans bloedt wat hoor ick daer binnen rammelen?
 
Daer isser voorseker een achter de buyt.
 
rijckert
 
Wat het maysjens sinlijcheyt angaet: wel, hy vaerter weer uyt,Ga naar voetnoot324
325[regelnummer]
Deur is hy, waer mach hy daer zijn ghebleven?Ga naar voetnoot325
 
Me dunckt hy speult neefjen, hebje van al jou leven,Ga naar voetnoot326
 
Wie quammer oyt soo veer daer sulcks is e schiet?Ga naar voetnoot327
 
'tIs mit hem, nou siejeme, nou siejeme niet,
 
Mit een wup is hy buyten, mit een wup is hy binnen:Ga naar voetnoot329
330[regelnummer]
'tIs trouwen niet vreemt al maecktet hem beteutert van sinnen,Ga naar voetnoot330
 
d'Arme luy, als de rijcke haer spreken aen,
 
Mienen doch altijt sij zijn gheslaghen of ghevaen,Ga naar voetnoot332
 
En soo versuymense somtijts een goe gheleghentheyt.
 
warnar
 
Hout dit voor Evangely, je moocht dit overweghen meyt,Ga naar voetnoot334
335[regelnummer]
En treck ickje niet mit wortel mit al uyt de lel,Ga naar voetnoot335
[pagina 28]
[p. 28]
 
Soo gheef ick jou last, vol macht, en sonderling bevelGa naar voetnoot336
 
Datje mit miester Jeurjaen de quacsalver, mit de kromme rubben,Ga naar voetnoot337
 
Accordeert de beste koop datje kent, om me te laten lubben,Ga naar voetnoot338
 
Ick segtje mit een koele moet, zyter op verdacht.Ga naar voetnoot339
 
rijckert
340[regelnummer]
Wel buur-man me dunckt datje me niet en acht,
 
Waer heb ick dit verdient, datje mitme de geck sout scheeren?
 
warnar
 
Neen seker, ick houje veur een man mit eeren,
 
Indien ick mit jou geck soo slaetme de moort.Ga naar voetnoot343
 
rijckert
 
Hoe hebben wy't dan t'samen? staeje noch jou woort?Ga naar voetnoot344
 
warnar
345[regelnummer]
Jae; maer ghelijck gheseyt is, ick kan'er niet mee gheven.
 
rijckert
 
Dat weet ick wel, daer en leyt niet an bedreven,Ga naar voetnoot346
 
Zy sal op die voorwaerd van my werden ghetrout.
 
warnar
 
Hoor hier, beeldje niet in dat ick een Pot heb e vongen met gout:
 
rijckert
 
Wat een blaes, ick trouse om haer goede manieren.Ga naar voetnoot349
 
warnar
350[regelnummer]
Datje't dan wel verstaet, ick sel gien hylijcks goet uytkieren.
 
rijckert
 
Wy zijn't volkomen eens.
 
warnar
 
Jae, maer ick kenje wel,
 
'tIs met de rijcke luy gheef stockje, neem stockje, stockje in den hel,Ga naar voetnoot352
 
Nou beloofjese me te nemen sonder beurs sonder bricken,Ga naar voetnoot353
 
'Thans comen je de poppen in't hooft, so ist hylick an sticken,Ga naar voetnoot354
355[regelnummer]
Jy luy en houtje woort niet dan by gheval.Ga naar voetnoot355
[pagina 29]
[p. 29]
 
rijckert
 
Ick seg wat ick beloof dat ick het houwen sal,
 
En tot meerder bevesting van mijn verclaren,
 
Soo laetme vrienden t'avont by de jouwe vergarenGa naar voetnoot358
 
Om het hylick te beschryven met ghemeen accoort,Ga naar voetnoot359
360[regelnummer]
Ick sel gaen bestellen nu rechtevoort,Ga naar voetnoot360
 
Datter wat comt daer wy of bancken meughen,Ga naar voetnoot361
 
Want ick weet wel de costen daer keunje niet teughen.
 
Adieu tot flus toe, ick ty op de been,
 
En sal me mijn best spoeyen.
 
warnar
 
Daer stapt hy heen.
365[regelnummer]
O lieven Heer, wat een dingh ist oock ghelt // hebben.
 
Dese man sou op mijn dochter zijn sin noyt e stelt // hebben,
 
En had' hy niet int hooft (denck ick) van de ghevonden schat,
 
Soo comtet dat hy dus aenhout als een clat.Ga naar voetnoot368

Vijfde toonneel

 
warnar,
Reym
 
Waer benje snapster die over de buert hebt gaen verbreden,Ga naar voetnoot369
370[regelnummer]
Dat ick mijn dochter met groot goet ten huwelijck gae besteden,
 
Flucx rept me jou handen nou en wachter niet mee,
 
Wascht knap de vaten om, schickt alle ding op zijn stee,Ga naar voetnoot372
 
Voort, maeckter een eynd' of, en sonder te spotten // lanck,Ga naar voetnoot373
 
Schrobtme vaerdich de deel, en schuert de potte // banck,Ga naar voetnoot374
375[regelnummer]
Hemelt de Coocken op, en stoft het Voor-huys uyt,Ga naar voetnoot375
 
Schuert de glasen wacker, maer breeckje ien ruyt,Ga naar voetnoot376
 
Ick selse an jou huer korten, wit de muer inde kamer,
[pagina 30]
[p. 30]
 
En haelt voor een pennewaerd sagheles tot de kramer,Ga naar voetnoot378
 
Se meughent op de kerf-stock setten, 'tmacher nu wel of.
 
reym
380[regelnummer]
Miester wiljer deur wesen, hoe gaeje dus grof?Ga naar voetnoot380
 
Een hiel penningh aen sagheles om de vloer te bestroyen?
 
Dus doende selje al jou schoone goet wel vermoyen,Ga naar voetnoot382
 
Denckt alsje dat noch iens doet soo ist een duyt.
 
warnar
 
Dats alliens, 'tmoet nu vol staen, mijn dochter is de Bruyt.Ga naar voetnoot384
 
reym
385[regelnummer]
Daer slae gheluck toe: maer wie selse trouwen?
 
warnar
 
Onse Buer-vryer Rijckert, t'avont sel men maeltijt houwen
 
Op't sluyten van't hylick met de vrienden van elcke zy.
 
reym
 
Bylo dat sel wat costen.Ga naar voetnoot388
 
warnar
 
De Bruygom houtme vry,
 
'Tmach gien quaet, hy sel cost en dranck beschicken.
390[regelnummer]
Ick gae iens anden Dam, pasje op je sticken.Ga naar voetnoot390
 
Ick koom terstont weer in, de deur dicht sluyt.
 
Siet toe maeckt het schappelijck, of je raecktet gat uyt.Ga naar voetnoot392
 
Soo mach pas een ander het bruylofts stuck ghenieten.Ga naar voetnoot393
 
reym
 
Nu steecken ick en Claertjen ten ooren toe inde verdrieten,
395[regelnummer]
De Bruyt, de Bruyt te worden, en s'is op het uyterste swaer,Ga naar voetnoot395
 
Nu sie ick'er gien muyeren langher an mit me kaer.Ga naar voetnoot396
 
Ick mach terwijl binnen gaen en doen mijn dinghen,
 
Verwachtende hoe 'tongheluck met ons om sel springhen.
voetnoot75
flucks: snel
voetnoot78
altemet: af en toe; vlieghen vanghen: een pak ransel krijgen
voetnoot80
sier: zeer
voetnoot81
bancken: blijven
voetnoot82
rancken: streken
voetnoot83
Sel... bedrijf?: moet ik jou soms een verklaring geven voor wat ik doe?
voetnoot84
tyje... lijf: ga je dadelijk nog met een knuppel te lijf
voetnoot85
Spoeytme: haast je
voetnoot86
Hoe wel... ghehanghen: wat zou die er goed aan toe zijn die in de hoop op eeuwig leven gehangen was!
voetnoot88
niet: niets; Soo... beck: dan beweegt de duivel je mond
voetnoot89
't Ierst dat: de eerstvolgende keer dat
voetnoot90
avager: grote boor
voetnoot92
terighe huyck: met teer besmeurde mantel (dus zeer traag)
voetnoot93
bet: meer; te deghen: goed
voetnoot96
totje nuwe jaer: als nieuwjaarscadeau (op nieuwjaar kreeg personeel een fooi)
voetnoot97
dus: zo; maisjens: dienstmeisjes
voetnoot98
gheweten: gekend
voetnoot99
s'Is... nemen: ze is zo sluw als de duivel, en als ze op haar best gaat praten, ben ik bang dat ze me nog eens een poets zal bakken
voetnoot102
snof: geur
voetnoot105
e stelt: neergezet
voetnoot106
mocht raken after: op het spoor zou komen van
voetnoot110
dulheyt: razernij; ydele: lege
voetnoot111
dus onlancks: zo sinds kort
voetnoot113
worm: gekte (zoals de bolworm schapen dol maakt)
voetnoot116
snyers: kleermakers; haer ghekruyste schinckels: hun gekruiste benen
voetnoot117
ommekomen: gedaan met ons
voetnoot118
Van: om; die op haer uyterste gaet: die op alledag loopt
voetnoot121
verneemt... sles: indien hij (Warnar) er maar het minste van hoort
voetnoot123
Pastey-backers haeck: nl. de haak waaraan de pasteibakker (poelier) dood gevogelte buiten hing

voetnoot125
fijntjens op zijn stee: netjes op z'n plek
voetnoot126
e moet: gestemd; flus: zonet
voetnoot128
het bewaren: het (huis) bewaken
voetnoot129
aers: anders; niet een kruys: nog geen duit (op veel munten stond een kruisvormig teken)
voetnoot131
Of... taecken?: of is hij soms bang dat iemand die zal komen stelen?
voetnoot132
Toch... maecken: Onze Lieve Heer moest me zeker, om jou te plezieren, wel paus van Rome maken (d.w.z. je zou zeker wel willen dat ik zo rijk was als de paus)
voetnoot134
Bewaerjeme de Spinneraghen: bewaak jij mijn spinnenwebben maar
voetnoot136
sorchvuldich: voorzichtig
voetnoot138
offer: als er; een kooltje vier?: om een (kooltje) vuur te vragen...?
voetnoot141
metter veech: onmiddellijk
voetnoot142
meughen: kunnen; back: nl. de regenbak
voetnoot143
sluyper: insluiper
voetnoot145
leur: prul
voetnoot147
by gans doot: bij Gods dood
voetnoot151
te byster schrickelijck: al te verschrikkelijk
voetnoot152
sonder sorgh: wees maar niet bang; voor haer brand'men hoornen: haar (Fortuna) weert men, door hoorns te verbranden (zoals men deed om de pest af te schrikken)
voetnoot153
poep: onzin!
voetnoot154
aerseling: achteruit
voetnoot156
an dees zy de middelstraet: aan deze kant van de middenbestrating (nl. van de grote stenen in het midden van de straat)
voetnoot159
snuyven: rond te snuffelen
voetnoot162
Princen Hof: dit voormalige klooster aan de Oudezijds Voorburgwal, dat sinds 1578 in gebruik was als logement voor prinsen en andere hoogwaardigheidsbekleders, werd door de schutters gehuurd voor officiƫle bijeenkomsten
voetnoot163
resolveren: beslissen; het ghelt: het merendeel van de opbrengst uit boeten, verschuldigd voor overtredingen van de reglementen, kwam de leden toe; spelen: handelen
voetnoot164
doelen: de schuttersdoelen (schietbanen) bij het Singel; lepels ommedelen: lepels die worden uitgedeeld (de officieren van de schutterij mochten het geld uit de boetekas aan o.a. lepels besteden)
voetnoot165
Compareer: verschijn
voetnoot166
al het resjen: wat er overblijft; opsnappen: verteren
voetnoot168
e vonnen: gevonden
voetnoot170
Des...sparen: als ik nu nalaat hen tot sparen aan te zetten, zal het heel makkelijk achterdocht wekken
voetnoot172
Om dat: namelijkdat
voetnoot173
nauw: zorgvuldig; heel: verberg, noch: toch
voetnoot174
feest: hartelijkheid
voetnoot176
pleech: placht
voetnoot177
vaer: vader
voetnoot178
t'uwen besten: het ga u goed
voetnoot181
aen een zy: aan kant
voetnoot182
ty: ga

voetnoot183
huyden: heden
voetnoot184
ten besten duyden: positief uitlegt
voetnoot185
reen: woorden
voetnoot186
kleen: gering
voetnoot187
kallen: kletsen
voetnoot188
niet met allen: helemaal niets
voetnoot189
maer: slechts; begeer: verlangen
voetnoot192
Maer... daghen: wel, je wordt haast een man op jaren
voetnoot196
Daer slae gheluck toe: daar heb ik mazzel!
voetnoot197
vyghen: hier dubbelzinnig als zoete lekkernij (een probaat middel ter opbeuring van afgewezen mannen) en als oorveeg
voetnoot198
je...kryghen: je zou je vandaag of morgen beet laten nemen
voetnoot200
Mienje om't wats: meen je 't in ernst; om den hals: verloren
voetnoot203
Niet mochtjeme: niets kon je me
voetnoot204
stien veur mijn poot: steen tegen mijn kop
voetnoot205
sneefde: een misstap beging
voetnoot206
'tMocht...waer: het (huwelijk) zou best goed kunnen zijn
voetnoot207
salighe: goeie
voetnoot209
doetme...op: bezorg me
voetnoot210
Mits bevoorwarend': op voorwaarde; 'tgat: de deur
voetnoot211
Weetje daer raet toe: als je dat voor elkaar kunt krijgen
voetnoot212
deunter me: spot ermee
voetnoot213
alle jocke laet varen: alle gekheid op een stokje
voetnoot216
ghetrogghelt: afgebedeld
voetnoot217
temen en lemmen: zaniken en zeuren
voetnoot218
plock: deel
voetnoot219
Zy kan ryen en omsien: zij is voortvarend maar voorzichtig
voetnoot221
trijp: kreng; En steurtje niet: maak je niet druk; guytenspel: boevenstreek
voetnoot223
Wel ghereet, wel ghekleedt: met de nodige contanten en goed gekleed
voetnoot225
quicks: lustig
voetnoot228
We dienen mekaer niet: we passen niet bij elkaar
voetnoot229
schoon-praet: mooipraatster
voetnoot235
niet ten besten: geen geld; slecht: arm
voetnoot236
goelick: vriendelijk
voetnoot237
om zijn schulde ren: rent om de schulden (aan hem) te innen
voetnoot238
Meysjens: dienstmeisjes
voetnoot239
stoetery: stoet van meisjes; ghevaert: drukte
voetnoot240
sinn'lijckheyt: voorkeur
voetnoot241
ick...spreecken: ik ga er de vader over spreken

voetnoot243
'tlagh my op mijn leen: ik had er een voorgevoel van
voetnoot245
vant: vond
voetnoot246
Lanspezaet: onderofficier
voetnoot247
van 'tmal: gek
voetnoot251
schiet: overkomt
voetnoot254
Hart ende swart: gezond en wel
voetnoot255
slechte: simpele; van mynen doene: zoals ik
voetnoot257
Hebje goedt ghenoeghen: ben je tevreden
voetnoot265
Daer...kan: aan wie ik niets meegeven kan
voetnoot266
na staet: om haar hand vraagt
voetnoot269
slaen op het wilt: op het slechte pad raakt
voetnoot270
uw klachten vry stilt: houd maar op met klagen
voetnoot271
wat: nl. door een bruidsschat
voetnoot272
dat gat sal hy niet boren: dat zal hem niet lukken
voetnoot273
kats-hooft: stenen pot (met twee oren); vrijt: vriendelijk is
voetnoot274
sonders: bijzonders
voetnoot275
ramen: gissen
voetnoot276
quansuys...samen: zogenaamd als medevinder
voetnoot277
hoe wee isme te moe: wat een ellende
voetnoot278
nechtich: haastig
voetnoot283
ghegoedt: met (geld en) goederen bedeeld
voetnoot288
Sy moghender nae wesen: zij (de vragen) mogen er naar zijn
voetnoot289
soo: zodanig
voetnoot290
Ick: dat ik; niet een beet: volstrekt niets
voetnoot291
te voren niet legghen: niet voorleggen
voetnoot292
gheslacht: familie; niet op te segghen: niets op aan te merken
voetnoot294
een goed slocker: een goeie lobbes
voetnoot295
micken: raden
voetnoot296
Die...bricken: daaraan is heel wat te tellen, ze lijken op je duiten
voetnoot298
eerlijck: fatsoenlijk; daer: waar
voetnoot300
lieght: schort
voetnoot307
sucken quant: zo'n rare snuiter; heeft dit oock slot: is dit wel betamelijk
voetnoot310
reden: woorden
voetnoot313
om te jocken: voor de grap
voetnoot314
plech: placht; focken: passen
voetnoot315
kalen: arme
voetnoot316
overdwaels: trots
voetnoot317
waer ick hiel in 't onderspit: zou ik het helemaal afleggen; gelijcken: bevallen
voetnoot321
sammelen: treuzelen
voetnoot324
sinlijcheyt: genegenheid; vaerter weer uyt: is er weer vandoor
voetnoot325
Deur: weg
voetnoot326
speult neefjen: speelt verstoppertje (zoals de neefjes-duiveltjes in de rederijkersspelen, die plotseling opkomen en afgaan)
voetnoot327
Wie...daer: wie heeft ooit zo ver gereisd dat
voetnoot329
wup: wip
voetnoot330
trouwen: trouwens; al...sinnen: als het hem in de war maakt
voetnoot332
ghevaen: gevangen, beetgenomen
voetnoot334
Evangely: de waarheid; meyt: (Warnar spreekt tegen Reym)
voetnoot335
mit al: en al; lel: tong.
voetnoot336
last: opdracht; sonderling bevel: speciale opdracht
voetnoot337
rubben: ribben
voetnoot338
de beste koop datje kent: zo goedkoop mogelijk; lubben: castreren
voetnoot339
mit een koele moet: in alle rust; verdacht: bedacht
voetnoot343
slaetme de moort: mag ik doodvallen
voetnoot344
staeje noch jou woort?: hou jij je nog aan je woord?
voetnoot346
daer...bedreven: dat is niet belangrijk
voetnoot349
blaes: onzin
voetnoot352
gheef...hel: eerst geven en later terugnemen
voetnoot353
bricken: duiten
voetnoot354
'Thans...hooft: straks slaat het je in de bol
voetnoot355
niet dan by gheval: slechts als het zo uitkomt
voetnoot358
vrienden: familieleden; vergaren: bijeenkomen
voetnoot359
het hylick te beschryven: de huwelijksvoorwaarden op te stellen
voetnoot360
rechtevoort: dadelijk
voetnoot361
daer wy of bancken: waarvan we smullen
voetnoot368
clat: klit

voetnoot369
snapster: kletskous; verbreden: rondstrooien
voetnoot372
knap: snel
voetnoot373
spotten: treuzelen
voetnoot374
vaerdich: vlug; deel: vloer; potte banck: aanrecht
voetnoot375
Hemelt de Coocken op: maak de keuken in orde
voetnoot376
Schuert...wacker: lap vlug de ramen
voetnoot378
voor een pennewaerd sagheles: voor een penning aan zaagsel
voetnoot380
wiljer...grof: wil je het geld erdoor jagen? waarom ben je zo scheutig?
voetnoot382
vermoyen: verspillen
voetnoot384
Dats alliens, 'tmoet nu vol staen: dat is om het even; het (zeil) moet nu bol staen
voetnoot388
Bylo: bij God!
voetnoot390
sticken: werk
voetnoot392
schappelijck: netjes
voetnoot393
pas: straks; bruylofts stuck: geschenk ter gelegenheid van de bruiloft
voetnoot395
swaer: zwanger
voetnoot396
Nu...kaer: nu zie ik niet meer hoe alles bij elkaar te beredderen valt

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken