Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt
Afbeelding van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere wereltToon afbeelding van titelpagina van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.63 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt

(1969)–Samuel van Hoogstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

Vyfde hooftdeel.
Van de Teykenkonst.

WEl te recht begint Vermander van de Teykenkonst op dezen zin:

 
De Vader van veel schoone konsten is
 
De Teykenkonst, die vaerdich en gewis,
 
Het geen den zin bevat heeft, uit kan beelen,
 
Door schrist bekent in al des Werelts deelen.

Wy hebben boven gezeyt, hoe de Teykenkonst niet alleen noodich is aen Ga naar margenoot+Beeltsnijders, Bootseerders, Gout-en Zilverwerkers, maer ook aen Boumeesters, Timmerlieden, ja aen Veltheeren, Prinsen, of, om met een woord te zeggen, aen alle vernuft oeffenende menschen; vermits het gezicht en het oordeel door de Teykenkonst uitermaten verlicht wort. Ga naar margenoot+Maer boven al dient zy tot de Schilderkonst, waer van zy zoo onafscheydelijk is, dat de Schilderkonst, zonder haer, niet alleen gebrekkelijk, maer geheelijk doot en gansch niet is. Daer de Teykenkonst, zonder 't behulp der verwen, alleenlijk met aenwijzing van lichten en schaduwen het grootste werk, in iets te verbeelden, machtich is. Waer uit lichtelijk te begrijpen is, dat die tot de Schilderkonst wil geraken, door de Teykenkonst moet opklimmen, en dies te omzichtiger, vermits het oud en algemeen gevoelen is, datter meer Schilders zijn, die 't aen 't wel teykenen, als aen't wel koloreeren gebreekt.

Men stelt de jeucht gemeenlijk aen't nateykenen van oogen, neuzen, monden, ooren, en verscheyderley tronien, en verder, na prenten van Ga naar margenoot+alderley slach. Nu wel aen, hang het geene gy nateikent, 't zy prent of Teykening, lootrecht als een Schildery op: op dat gy u gewennen mooght op een kunst voeglijke wijze recht uit te zien. Zit steyl overeyndt, en beur u papier Ga naar margenoot+of teykenboek met de linkerhandt ook steylachtich, op dat gy uw oog en hooft in het opzien niet te veel hebt op te slaen. Komt u een goede Ga naar margenoot+prent voor, 't en zal niet altijts noodich zijn, dat gy dezelve in al haer deelen nateykent, maer leer al vroegh de deuchden der konst onderscheyden. Gy zult in zommige, wezentlijke en aerdige troonyen, wel gestelde schoone naekten of natuerlijke bewegingen, en standen der beelden, aerdige kleedyen en vremde gereet schappen vinden: in andere, heerlijke gebouwen, deurzichten, en lantschappen, of schoone paerden, honden of eenich ongemeen dier. Volch de dingen, niet alleen, zoo als gy die voor u ziet, maer onderzoekt zelf, waer in derzelver deucht bestaet.

[pagina 27]
[p. 27]

Leer zoo van tijt tot tijt uwen geest met schoone stoffen verrijken, om op uw beurte ook uwe vindingen te baren. Maer boven al zoo onderzoek de deucht van een goede ordinantie. 't Is een groot geluk zeer goede tey keningen, om een goede handeling te leeren, al vroech na te teykenen; want zoo vint Ga naar margenoot+men in korten tijt 't gunt andere lang zochten. Anders vervalt men licht in een quaede manier, die men namaels bezwaerlijk kan verlaten. Wanneer Ga naar margenoot+gy uwe handeling nu machtich zijt, en uw oog wat verklaert is, zoo zal 't u ook niet verscheelen veel verwige Schilderyen in een verwige teykeningen na te klaren. Ontwerpt het geheel van't geene gy voor hebt, eerst in zijn Ga naar margenoot+groote zwier, op uw papier: en schift dezelve wederom in grootachtige gedeeltens, 't zy gy een beeld in hooft, armen, lichaem, en beenen verdeelt, of verscheyde beelden in groepen onderscheyt, neem naerstich acht, hoe veel 't eene gros van't ander in groote verschilt, en wat sprong en zwier alles te samen maekt.

Want gy zult'er deelen in vinden, die rondachtich, vierkantich, driehoekich, Ga naar margenoot+langwerpich, of schuins van form zijn. Merk deeze gedaentens dan met een half schemerend oog aen, zonder op eenige kleinicheden te letten. Overzie in een tronie vry de byzondere leden, ten waer gy alleen met losse streeken de holachtige schaduwkens, van oogen, neus, of mond, Ga naar margenoot+die zich voornamentlijk vertoonen, aenweest; doch dat dit niet te vroeg, en buiten haer behoorlijke plaets geschiede. Deeze manier van in't gros te schetssen, is by de meeste op een onbedwonge wijze in't gebruik, maer sommige hebben zich aengewent, met rechte streekjes, de voornaeme gedeeltens in vierkantachtige, langwerpige, en in hoekachtige formen, doch niet geheel toegehaelt, te begrijpen. Ik laet dit aen de keur des Ga naar margenoot+leerlings: maer wat verder het ruw schetssen belangt, het is de eerste grontvest van't wel teykenen, en van zoo groot een belang, dat, wanneer het gros ofte geheel, wel en verstandich is aengeweezen, men daer door dikwils meer verrecht, als'er namaels met grooten arbeit kan werden uitgevoert. Ga naar margenoot+En even gelijk men zijn vriend van verre bespeurende, of by schemerlicht ontmoetende, strax als met het verstant zijn gedaente ziet, en bevat, zoo geeft een ruwe schets dikwils aen den kenders zoo grooten indruk, dat zy'er meer, dan dieze gemaekt heeft, in zien kunnen.

Ga naar margenoot+Alles nu als zweemende geplaetst hebbende, zoo begint de byzonderheden al nader en nader aen te wijzen, de ruime lichten en groote schaduwen te plaetsen, tronien, armen en handen te onderscheiden, maer voor al de waere beweegingen, en standen na haren aert te schetssen; tot dat uw geheel werk een algemeene gedaente hebbe. Nu hand af, en den geest wederom met niet wespoorslagen genoopt. Stel uw volgwerk eens nevens 't meesterwerk ter proeve; overzie, overwik, en onderzoek, of gy ook

[pagina 28]
[p. 28]

nergens gemist hebt. 't Is noch tijt van verbeteren. Verhelp uwe misslagen strax, en zonder uitstel, op dat gy in geen gebrek van oit gebreeken te willen dulden, vervalt. Gy zult zelden missen, als gy gewoon zijt niet te willen missen: en een dingen wel gedaen hebbende, zal u meerder voordeels in uwen voortgang toebrengen, dan of gy hondert dingen fa la had vervaerdicht.

 
Die d'eerste les van deze Konst begeert,
 
Zie dat hy wel en aerdigh schetssen leert,
 
Ga naar margenoot+Dat's, hoe de zwier der dingen valt, betrachten,
 
En netticheyt en stijvicheyt verachten:
 
Want mistmen in den welstant van't geheel,
 
Men spilt vergeefs zijn arbeyd in een deel.

Men kan in't schetssen dikwils den aert der dingen zoo gelukkich treffen, dat d'alderuitgewrochtste dingen daer by niet halen mogen. My quam een verbaesde bangicheyt aen, zegt Arbiter, als ik my zelven de ruwe afschetsels Ga naar margenoot+van Protogenes voor oogen stelde, vermits dezelve, met de waerheyt van de natuere, in eenen strijt scheenen te treeden. Zoo wonderlijk vermogende zijn de Schetsen van groote Meesters, en dies te nootzakelijker is 't, het wel schetsen te betrachten. Laet u hier geen opmerking ontbreeken, om voor al de plaetsen der dingen recht te gissen; want dit zal uwen voortgang verzeekeren, en indienge in dit begin mist, zoo zal alles verminkt Ga naar margenoot+uitvallen, en gy zult niet alleen verdoolt loopen, maer ook genoot zaekt zijn om te keeren, en van nieuws te beginnen. Maer indien gy, ô leergierige jeugt, voorspoedich in de konst poogt te zijn, zoo zijt voorzichtich en langsaem; want wel doen is den wech tot ras doen. Maer wilt gy alles haestich, en by geluk aentasten, gy zult tot uw ongeluk mistasten, uwen arbeyt en tijt verquisten, niets leeren, en den lust verliezen. Dies, Ga naar margenoot+zoo zijt voorsichtich en niet te haestich. Want om de Teykenkonst te leeren, moetmen met kleyne schreden beginnen, en van geen dingen afscheyden, voor men't wel begrepen heeft. Als gy nu uwe Teykeningen opmaekt, die door de netter schetsingen alreets een gedaente hebben, zoo zie toe, dat gy niet wederom buyten spoor geraekt, geeft de buitekanten haer eygene zwiertjes, niet met een omtrek, die als een zwarten draet daer om loopt, maer wijs met een luchte hand stuk voor stuk aen. De deelen, die voorkomen, vertoonen haer geheel, andere schuilen deelsgewijs achter de Ga naar margenoot+voorste. Maer neem waer, dat gy niet te veel kleynicheyts en inhammen aenwijst; op dat de groote deelen haer schoonheyt behouden 't En is ook niet altijts van nooden de buytekant door een omtrek aen te wijzen; want somtijts kunnen ook eenige duwkens, wijt van elkander, dezelve veel grootser uitbeelden. Parrasius was, na 't getuigenis der geheele oudtheyt,

[pagina 29]
[p. 29]

alderbest in zijn omtrekken, en zy hielden dit voor d'opperste volmaektheyt, daer een Konstenaer toe geraeken kan. En hoewel het geen kleyne zaek en is, de lichaemen haere binnewerken behoorlijk aen te wijzen, zoo Ga naar margenoot+meenden zy, dat'er veele hierinne tot den hoogsten trap waeren geklommen: maer d'uiterste bepaelingen der dingen in een gewisse teykening te besluiten, hielden zy voor wat ongemeens, en achten 't alleen een werk van een zeer gelukkige handt. Want den uitersten omtrek moet zich zelven zoo keurichlijk omvangen, en zoo geestich in een aerdich omrondsel eyndigen, dat zy niet alleen schijnt te beklappen wat daer achter schuilt, maer met eenen ook te vertoonen wat daer binnen verborgen leyt. Schoon nu Parrasius in zijn binnewerk berispt wiert, zoo heeft hy een onsterflijke eer door zijne goede omtrekken verkregen. Zoo getuigt ook Petronius Arbiter, dat hy, ziende de Schilderye van Apelles, die Monochmenos genoemt wiert, zoo ontroert wiert, dat hyze boven al 't geene menschelijk was most eeren, om dat de buitenste omtrekken der figueren zoo zuiverlijk na de waere gedaentens der lichaemen eyndigden, dat men naulijx machtich was, anders te gelooven, of men zach de levende Schilderye der geesten en zielen zelve. Zoo groot is't belang van bevallijke en welgeplaetste omtrekken t'allen tijde geacht geweest.

Ga naar margenoot+Maer men moet daerom niet verzuimen, al van begin af aen, de schaduwen waer te nemen, en de zelve al schetsende haeren zwier te geven: want daer door krijgt uw werk strax een verheevener gedaente; en het gros wort'er te beeter door onderscheyden.

 
De tweede Les is, dat men moet gewennen
 
De schaduwen en dagen t'onderkennen.
 
In schaduw kan een bruine streek niet schaên,
 
Die nimmermeer in't daghlicht mach bestaen.

Eenige beginnen hare Teykeningen met omtrekken, andere op gegront papier, bootsende dezelve, eerze eenige omtrekken aenwijzen, met de grootste Ga naar margenoot+lichten, andere met alles te gelijk in't geheel te dagen en te schaduwen. Maer 't zy gy met de schaduwen begint of eindicht, gy zultze by u zelfs in mindere en meerdere gaen verdeelen, en elke, na haer behoorlijke bruinte, op een vlakke manier aenwijzen: want door het te veel verdrijven, en in een smelten zou al uw werk koper worden; en gy zoud zelfs het oordeel daer af verliezen. Laet u geen kleyne kantigheden van een zachte schaduwe verveelen, noch dat een bruindere in't midden derzelve van naby ietwes stoot; want de kracht zal te grooter zijn, als gy 't wat uit de hand stelt, en gy zult gewoon worden deel tegens deel te vergelijken; en eindelijk meer nuts uit deeze wijze van doen rapen, als gy u oit zoud hebben durven inbeelden: daer gy anders, door het zoet verdwijnende gefutsel, gevaer loopt van

[pagina 30]
[p. 30]

Ga naar margenoot+geheel te verdoolen: gelijk aen menich edel geest, door een genegentheit van hun werk deurgaens met diepen en ophoogen te verzoeten en bekrachtigen, gebleeken is. Dit zelve moetmen ook op gegronde papieren, in het aenwijzen der dagen of lichten, gedachtich zijn. Zijt ook spaerzaem met al te sterke glanssen, en laet den grond van 't papier zoo veel dienst doen, als't lijden kan: want het uiterste licht spaert men gemeenlijk, als een plichtanker, voor den uitersten noot, als in dingen die blinken. Want men moet zijn handeling nae den aert der dingen somtijts veranderen.

 
Ga naar margenoot+De derde Les is, nae den aert van't leven,
 
Een yder ding zijn eygenschap te geven,
 
In't handelen: men wen zich geen manier,
 
Als die zich strekt tot aller dingen zwier.

Maer deze opmerkinge zal door gestadige oeffeninge rijp worden.

margenoot+
Teykenkonst,
margenoot+
Hoe noodich den Schilders.
margenoot+
't Principael op te hangen.
margenoot+
Hoe te sitten.
margenoot+
't Nut uit prenten te halen,
margenoot+
En Teykeningen,
margenoot+
En Schilderyen.
margenoot+
Bootsen of Schetsen, in't gros.
margenoot+
Schemerzien.
margenoot+
Ruw te Schetsen;
margenoot+
Nut hier van
margenoot+
En desselfs vermogen.
margenoot+
Herschetsen.
margenoot+
d'Eerste Les.
margenoot+
Verwondering over ruwe Schetsen.
margenoot+
Langzaem en voorsichtich.
margenoot+
Opmaking.
margenoot+
Omtrek.
margenoot+
't Belang der goede omtrekken.
margenoot+
Tweede Les. De Schaduwen,
margenoot+
Vlak te leggen:
margenoot+
Van gelijken de dagen.
margenoot+
Derde Les, yder ding na zijn aert te handelen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken