Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt
Afbeelding van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere wereltToon afbeelding van titelpagina van Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.63 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt

(1969)–Samuel van Hoogstraten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tweede hooftdeel.
Van veelerley Licht.

DE koleuren of verwen zijn veranderlijk door onderscheyde verlichtingen, die eerst van de Zonne of van 't vuer veroorzaekt worden. Wy zullen overslaen wat de wijsbegeerigen van lux (licht) of van Lumen (schijnsel) zeggen, en alleenlijk van licht en verlichtinge, zoo veel het onze kunst betreft, handelen.

De eygentlijke koleuren der dingen stel ik vast, dat alleen in 't Zonnelicht Ga naar margenoot+onvervalscht zijn; want hoe onzeker men van een verwe by kaerslicht oordeelt, is een yder bekent. Alle andere lichten zijn niet anders, dan wederglansen, en deelen aen de dingen, die zy beschijnen, haer eyge

[pagina 258]
[p. 258]

verwe meede. De Zon alleen is hier vry van, waer in het waere licht in de scheppinge zich vergadert heeft, daer alle andere dingen onder de starren haer licht van ontfangen. Onze Poëet zingt op volgenden zin:

 
Wy lagen als in dootse en donkre naerheit,
 
Ten waer de Zon, die 's werels ruim gesticht,
 
Van't midden der Planeten, door zijn licht
 
Hêrleeven deede in aengename klaerheit.

Ga naar margenoot+Hoe veel het Zonnelicht van het licht eens zuiveren blaeuwen Hemels verschilt, zult gy in een schoonen dach best gewaer worden: wanneer gy, te velde gaende, de schaduwe van eenich enckel ding in de ope locht, een weynich afstaende, tegen 't licht vergelijkt; gy zultze geheel uit den blaeuwen bevinden. Nu zal iemant drijven willen, dat het Zonnelicht zich gloeiend en uit den geelen vertooont; ik zal dit garen toestaen, in een lucht met warme dampen: want dan vertoont zich de Zonne zelf van die koleur, maer nimmer in recht klaer weder. Het Zonnelicht dan onbezwalkt zijnde, vertoont de dingen oprecht in haer eyge verwe.

 
Hoe aerdigh schiet de Zon een blijde strael
 
Door geene wolk! kom jonge Schilders, mael
 
Met verwen af dees schaduwige wallen,
 
En laet het licht op geene torens vallen.

Ga naar margenoot+Maer als de Zon haere straelen door nevelen heenschiet, gelijkze in't op en ondergaen gemeenlijk plach te doen, dan geeftze, als door beschilderde glazen, verkeerde doch aengenaeme verwen uit, en vermaekt het oog door die verandering.

 
Wiens hart en zinn' verheugt niet, als Auroor
 
In't Oost azuur bereyt het Zonnespoor?
 
Of doet het West nae d'ondergang noch bloozen,
 
En stroit op't blaeuw haer Lelyen en Roozen,
 
En schildert in al't geene, watze ziet,
 
Oranje op Purper in het ruim verschiet?

Ga naar margenoot+Het licht van een klaere wolk, tegen over de Zon staende, is het Zonnelicht aldernaest, vermits het niet en verwt, maer aen yder ding zijn eyge en natuerlijke koleur laet.

Ga naar margenoot+'t Gesternt en de Maen geven een bleek en twijfelachtich licht; want schoon de Maen, alsze vol is, de voorwerpen van bergen en landouwen bescheydelijk genoeg laet zien, wanneerze haer schoone gedaente in een stille stroom afdrukt, zoo blijven nochtans de, andersins genoechlijke, bosschaedjen verschriklijk om aen te zien, en de heuvelen en spelonken zijn met vreeslijkheit geverwt. Ik heb een Maneschijn met deze eygenschappen op 't aldernatuurlijkst van Johan Lievens gezien. Eenen Pieter Della Fransseka

[pagina 259]
[p. 259]

wiert in 't uitbeelden van nachten en duisternissen geprezen. Op allerley aert van nachtlicht past dit vaers:

 
De bleeke Maen verlicht met bleeke twijfellichten:
 
De blixemen met blaeuwe uit haere solferschichten.
 
Het vuur schijnt gloejend geel, maer na men stookt of brant;
 
En ook wel bleek, en vael, doch meest in 't turref landt.

Ga naar margenoot+Blixemen en weerlichten geven somtijts brandige, maer meest blaeuwe lichten, zwaer om uit te beelden, 't welk nochtans van groote meesters niet ontzien is: want men vertelt van Apelles, dat hy weerlichten, Blixemen, en donderende onweeren overwonderlijk uitbeelde. En deze stukken wierden Brontes, Astrapes, en Cerannobolus genoemt.

Ga naar margenoot+Zommige vuuren geven dan, 't zy een doots, blaeuw, of een zeer gloejend licht, maer alle vuur of kaerslicht wort meest door zijn kantige schaduwe van het dachlicht onderscheiden. De dingen door vuur verlicht, zegt Seneka, zijn anders, als die van een wijder licht omscheenen worden. De kanticheit der schaduwe komt, om dat het licht van een kleine vlamme, even als uit een punt, straelt: en alleenlijk treft op de dingen, die het rechtlijnich kan bereyken, en daer het zelve komt te missen, schampt het Ga naar margenoot+kort af, en laet de rest onverlicht: daer de dachlichten, grooter zijnde, dan de byzondere deelen, die zy beschijnen, de zelve eenichzins ook als omschijnen, en door haere grootheit omringen. Maer dergelijke verlichting is ook by nacht door het behulp van veel lampen, kaersen, of fakkelen, te weeg te brengen. Ook zoo kanmen de kaerslichten, achter geolijde papieren gestelt zijnde, bynae als daglichten uitbreiden. 't Welk in toneelvertooningen, voornamentlijk daer Schilderyen in te pas komen, daer een breet licht toe van nooden is, als ook in na 't leven teykenen by winterse avonden, te pas kan komen.

margenoot+
De Zon is alleen een onvervalst licht.
margenoot+
Van 't Zonnelicht, en van de blaeuwe locht,
margenoot+
Des dageraets.
margenoot+
Van gewolkt,
margenoot+
Maen en Starlicht.
margenoot+
Van Blixem.
margenoot+
Vuer en Kaerslicht
margenoot+
Verschilt van 't dachlicht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken