Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen) (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
Afbeelding van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.19 MB)

Scans (158.12 MB)

XML (2.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

(1976)–Arnold Houbraken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Philips de Koning]

PHILIPS de KONING geboren tot Amsterdam in 't jaar 1619, op den 5 van Slagtmaand, heeft de Konst geleerd by den vermaarden Rembrant van Ryn.

J. van Vondel verscheiden malen door hem naar 't leven afgeschildert, maakte op zyn eigen Afbeeldzel dit nevensgaande vaersje:

 
Zoo schildert my een Konings hand
 
In 't kleen, terwyl ik's Konings snaren,
 
En heilig Harpgezang, en trant
 
Vast volge, in top van's levens jaren,
 
Een min dan seventig. Wat is 't?
 
Nog min dan verf, een damp, een mist

Dus ook Jan Vos op dezelve Beeltenis:

 
Nu Koning Vondel maalt, den Koning der Pocëten,
 
Is hy ook Koning in het treffen van zyn beeld.
[pagina 54]
[p. 54]
 
Wie 't leven treft, betoont zig d' omtrek regt te weeten.
 
Hoe loont hy Koning best, die hem uit verwen teeld?
 
Met vaarzen die een kroon vol paarlen overhaalen.
 
Wie verf tot menschen vormt is kwalyk te betaalen.

Menigte Pourtretten, Historien waard te vereelden en zinryke vertoonzelen heeft zyn vermaard penceel in de Waereld gebragt, die tot zyn roem na blyven. Meer gemelde J. van Vondel, Vader der Nederduitsche Dichtkonstoeffenaren, heeft op sommige zyner voornaamste tafereelen, als op de afbeelding der Hoogleede Maria van Outshoren, en Juffr. Marg. van Ryn; gelyk ook op de berugte slapende Venus Lofdichten gemaakt. Het laatste dagt ons de moeite wel dubbeld waard van uit te schryven, aan gezien Vondel niet alleen in het zelve als een schilder van 't schilderen spreekt; maar ook al van Koning Konst zeit wat 'er van gezeit kon worden, en dus my daar in heeft voor uit geloopen, en van die moeite ontlast.

Hy pryst het schoone in de Konst door eigen konstwoorden en uitdrukkingen, en toond hoe hy de kragt in zyne werken door klaarheid in steê van 't naare zwart bewerkte; in welk opzigt hy zyn meester Rembrant van ter zyde een streek geeft, die niet tegenstaande zyne beelden op den voorgrond van zyne tafereelen in klaren dag stonden, zig niet ontzag (tegens de natuur aan) de lucht van agteren in eenen duisteren nagt te verkeeren. De Lezer zal den steek, in 't volgende gedicht op de slapende Venus, wel ontdekken.

[pagina 55]
[p. 55]
 
Men brogt, toen lust en konst in 't renperk t' zamen liepen,
 
De schaduwe en het licht op doeken en paneel.
 
'T een steekt op 't ander af. De schaduwen verdiepen.
 
Het licht verheft zig uit het duister. 'T eene deel
 
Behoeft het andere. Het voorste staat in d'oogen
 
Heel sterk, en 't agterste verschiet voor ons gezigt.
 
'T gelyken van dees beide is van een groot vermogen.
 
De dwerg vergroot den reus, de hut een hoog gestigt.
 
Dus baart de Schilderkonst ook zoons van Duisternissen,
 
Die gaarne in schaduwe verkeeren, als een Uil.
 
Wie 't leven navolgt kan vercierde schaduw missen,
 
En als een kind van 't licht gaat in geen scheemring schuil.
 
Hy schildert zonder schim en schaduw. Zoo volgt Koning
 
De heldere natuur: en vraagt men waar dit blykt?
 
Bezie dit heerlyk stuk, de levende vertooning
 
Van Venus, die hier slaapt, en geen schild ry gelykt,
 
Nog verf, maar Vleesch en bloet. Jupyn komt neêrgestegen,
 
Verslingert op het schoon van een volschapenheid,
 
Niet in zyn eigen schyn, maar als een goude regen.
 
Heeft Zeuxis kloek penceel de Vogels zelfs verleid,
 
Hier word het hoofd der Goôn door schildery bedrogen.
 
Zoo word de Schilderkonst allengs in top voltogen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken