Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
Toon afbeeldingen van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19,19 MB)

Scans (158,12 MB)






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

(1976)–Arnold Houbraken– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Pieter Peuteman]

De Schilder PIETER PEUTEMAN, is geboren te Rotterdam uit een deftig geslacht. By wien hy de Konst geleert heeft weet ik niet, maar hy schilderde allerhande soort van stilleeven: ook uitgehakte borden, gevormt naar de wyze der staande beelden, hoedanig een verbeeldende eenen Zwitser, die de wagt houd, in zyn voorhuis stond. Zyn Neef, die een lid der Vroedschap van Rotterdam was, verzogt hem een Tafereel te Schilderen, waar in de vergankelykheid van 's menschen leven door indrukbare beeltenissen vertoont wierd: en op dat hy zig van veelerhande voorwerpen zoude konnen bedienen, bezorgde hy hem de sleutel van de Snykamer, daar hy zig op een middag na den eeten alleen naar toe begaf om een afschetsing van 't een en 't ander te maken, 't geen hy in zyn stuk zoude te pas bren-

[pagina 323]
[p. 323]

gen, dog hy viel door d'opstygende dampen van zyn volle maag in sluymering en eindelyk by dit sprakeloos gezelschap in vasten slaap. Dit was op den 18 van Herfstmaand 1692 wanneer die aardbeving voorviel die 't gantsche land deed schudden. Hy door die beweging en 't gerammel der Doodbeenderen ontwaakt zag met nuchtere oogen verbaast om naar alle kanten, en ziende dat alle de Geraamten de hoofden schudden als de wassepoppen, de Bekkeneelen op de tanden knarsten, en armen en beenen gins en weer slingerden, verbeelde zig in dien oogenblik niet anders dan dat die geraamten zig alle gelykerhand in beweging stelden om hem aan te vallen. Dus vluchte hy in alleryl de kamer af op de straat, door den schrik met doodverf bestreken. Een weynig bedaart zynde ontdekte hy wel haast de oorzaak der vreemde beweging dier Doodbeenderen. Maar wat hielp dit? de schrik was hem zoodanig in 't bloed geslagen, dat hy kort daar aan stierf.


Vorige Volgende