Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen) (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)
Afbeelding van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)Toon afbeelding van titelpagina van De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.19 MB)

Scans (158.12 MB)

XML (2.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (3 delen)

(1976)–Arnold Houbraken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Karel Fabricius]

KAREL FABRICIUS, een uitstekend schilder van perspectiven, berugt voor den besten in zyn tyd, was ook een goed pourtretschilder. Waar hy geboren is, ook de tyd wanneer, blyft duister: maar dat hy lange jaren te Delf gewoont heeft is bekent, gelyk zyn naam ook in de Stads gedenkschriften op het jaar 1654 den 12 October by het springen van het buskruidmagazyn gemelt staat, nevens zyn Schoonmoeder en Broeder, mitsgaders Simon Decker, Koster van de oude Kerk, met wien hy bezig was uit te schilderen, ook Mathias Spoors zyn Discipel, welke alle zeer deerlyk, door het instorten van het huis, onder het puin zyn geplettert en gesneuvelt. In Fabricius alleen was nog leven, na dat hy nevens de anderen na 't verloop van 6 of 7 uuren onder 't puin dat hem overstolpt had wierd gesleept: en om dat de huizen der Geneesmeesters voor het meeste mede ingestort waren, in het Gasthuis gebragt, alwaar na het verloop van een kwartier uurs zyne benaauwde ziel uit het

[pagina 338]
[p. 338]

elendig gekneusde lichaam verhuisde. En das (hy was nog maar dertig jaren oud) is die heldere zon pas aan 't ryzen op het onverwagtst ondergegaan.

Arnold Bon maakte op dit droevig ongeval dit treurdicht.

 
Aldus gekneust, geplettert en gebrooken,
 
Aan arm en beenen dat onkenbaar was,
 
Lag Karel Faber schier versmoort in d'as,
 
Door 't heiloos kruit; wie weet hoe aangestooken?
 
Zyn matte ziel gantsch magteloos gekreeten,
 
Wierd nog gered uit deezen bangen noodt.
 
Maar d'alvernield' en d'onmedoogde doodt,
 
Heeft hem den draad zyns leevens afgebeeten.
 
Zoo voer de grootste Konstenaar ten dale,
 
Dien Delleft ooit of Holland heeft gehad.
 
De meeste schaa van deeze brave Stad
 
Werd weer geboet, maar hy niet weer te haale.
 
Wie treurt dan niet op zyn gekrookte beenen,
 
Die ooit de konstgodin Pictura mindt?
 
Hy was van haar het beste troetelkindt,
 
En zoog 't geheimste uit haare borst en speenen.
 
Dus troft gy hem, ô doot toen hy zo schrander,
 
In 't malen met zyn deftige penseel,
 
Het weezen bragt natuurlyk op 't panneel
 
Dat zoo geleek, als 't eene Ey het ander.
 
Moest nevens hem dan Decker ook al sneeven?
 
Als of de nyd hem nog benyden wou,
 
Dat yders oog, nog namaals zeggen zou,
 
Ten is geen doek, het is het waare leeven.
 
Moest gy den geest van Faber ook zo sollen
 
Mattias Spoors, o gaauwe jongeling,
 
(Die dagelyks leergierig by hem sting,)
 
Om zoo de Konst ter wereld uit te rollen?
[pagina 339]
[p. 339]

Maar heeft dit droevig treurtoneel van Fabricius uw hart, Lezer, tot deernis bewogen, daar gy hem onder 't puin verplettert zaagt; de vertooning van het vreugdefeest der Broederen van St. Lucas, vereert door byzyn van hun grooten Mecenas, en het opperhooft van den Amsterdamschen Zangberg, die onder 't klinken der glazen vol van Bachus nat, met vrolyke kelen Evoe door de ruime zaal schaterden, (als wy boven gemelt hebben) zal u het wezen in een andere plooi zetten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken