Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stichtelyke zinnebeelden (1723)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stichtelyke zinnebeelden
Afbeelding van Stichtelyke zinnebeeldenToon afbeelding van titelpagina van Stichtelyke zinnebeelden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.36 MB)

ebook (8.28 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stichtelyke zinnebeelden

(1723)–Arnold Houbraken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Gepast op deugden en ondeugden, in LVII tafereeelen vertoont


Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

XI.
De haan.

Ontwetende wekt hy.



illustratie

 
De wakkre Haan, die 't morgenlicht
 
Verkondigt met luitruchtig kraaien,
 
Beschaamt de traagheid, die haar plicht
 
Verzuimt, en zorgloos zich laat paaien
 
Van 't zagte dons waar op ze leid,
 
En 's levens oogwit zoekt te ontduiken.
 
Dat eist, met ernst, met wakkerheid,
 
Den kostelyken tyd gebruiken.
 
Meest word de Jonkheid van den Haan,
 
Gemoedigt op de letterbaan.
[pagina 42]
[p. 42]

XI. Zinnebeelt.

De Haan is een Zinnebeeld van wakkerheit, en yver; waarom hy ook nooit door den vadzigen slaap zig in zynen gewoonen tyd van wakker worden vergist: 't geen hy al vroeg, eer de blozende Morgenstont

 
Treed prachtig op zyn gouden wagen,
 
Om 't oog der werrelt te behagen,

met zyn gekraay te kennen geeft; waar door hy andere Hanen zoo veer zyne schorre keel gehoort word, tot een algemeen nakraajen, en den lantman tot zyn beroep wekt.

Even gelyk de morgenstont de planten als met een nieuw leeven herschept, zoo maakt zy ook den geest der menschen in hunne lichamen van vermoeitheit uitgerust, en de zintuigen door den slaap van alle vermoeyingen ontheft, wakker, vrolyk, lustig, en bekwaam tot hunne oeffeningen. Ja gelyk de Lentemorgezon wel 't aangenaamste, en de meeste bewerking daar omtrent heeft; zoo is ook de lentezon van 's menschen leeven wel de bekwaamste tot de oeffeninge van allerhande weetenschappen; aan de uitwerkzelen te kennen, die, als het roode teeken aan d'Oostermorgenkim, eenen schoonen dag voorspellen.

Voorbeelden van zulken die in hunne lentejeugt teekenen van hun vernuft deeden zien, en tot meerder Jaren gekoomen, de werrelt met den glans hunner geleertheit hebben verlicht, zouden wy by menigten, (de Jeugt ten spoor) konnen aantoonen.

J. v. Vondel, gaf al vroeg zyn vernieuwden Gulden Winkel, de Warande der Dieren, en andere teekenen van zyn ryzende zon in 't licht, en rees naderhant tot zulk een hoogte op, dat hy de Prins der Nederduitsche Dichteren genoemt word.

[pagina 43]
[p. 43]

Van Hugo de Groot getuigt Brant, dat hy vroeg zoo veer in de Latynsche taal gevordert was, dat hy met zyn twaalfde jaar op de hoge schole te Leiden gebracht wierd, daar hy in drie jaren arbeits, alles daar hy zig toe geschikt hadde, als Regtsgeleertheit, Godsgeleertheit, Wiskonst en Hemelloopkunde, afgedaan hebbende, nog naaulyks vyftien jaren oud zynde, zig in 't gevolg van den Heer Johan van Oldenbarnevelt, in Gezantschap aan den Konink van Vrankryk, Hendrik den Grooten, vertrekkende, begeven heeft. Aldaar den titel van Regtsgeleerden verkregen hebbende, wert hy van den Koning niet alleen met een Goude keten, maar ook om zyn uitstekende geleertheit in die jaren met 's Konings afbeeltzel beschonken.

P. Rabus, en zyn Konstgenoot de Heer D. van Hoogstraten, die de Latynsche taalgeleertheit hielpen opbouwen, inzonderheit de laastgemelde, die daar in voor een puikdichter, en te gelyk voor een groot verbeeteraar der Nederduitsche taal bekent is, hebben al vroeg een mengelwerkje van hun vernuft ter drukpers gegeeven; 't geen het keurig oog van den grooten J. Antonides zoo behaagde, dat hy het ook met dit volgende Lofdicht vereerde:

 
De teedre Jeucht staat nu aan mannewerk de handt:
 
En 't heeft zyn voeglykheit, en staat op zyne beenen.
 
Schenkt dan de Hemel nu dus vroeger het verstant?
 
Of is Parnas misschien zoo steil niet als wy meenen?
 
Gelooft dat vry: maar houd van klimmen nimmer op.
 
Al schynt de toegang licht; de steilte is by den top.

Geraard Brandt, de Historischryver, werde mede in de lente van zyne jeugt door zyn vleiende Zanggodin het Dichtvuur in den boezem gesteken. Dit is te zien in het pleit tegen de uitgave van den Veinzenden Torquaat: waar in hy dus zeit: Zoo dit ongedrukt bleef, my zou geen ondienst geschieden. Dit zyn Gedichte Uitkomsten, aan malkanderen gevoegt in een ouderdom, dien myn eerste

[pagina 44]
[p. 44]

Mecenas Barleus, kindsheit noemde, enz. Gemelde Heer Barleus beschonk dat Treurspel met dit volgende Vaars:

 
't Was eertyts mannenwerk. nu komt de teere jeugt,
 
En davert op 't Tooneel, en tart de gryze haren
 
In Treurspel uitgetreurt, ja de onbesneeude jaren
 
Verzetten tydt en kunst. de Wysheit gansch verheugt
 
En weet niet, of zy is geleert en aangeboren.

En lager:

 
Dus veinst de jonge Brandt, en doet ons al verwond'ren
 
Dat jonkheit veinzen kan. hy bergt noch grooter licht,
 
En als Torquatus veinst, zoo veinst ook zyn gedicht.
 
't Is weêrlicht tot een proef. Daar na zoo zal hy dond'ren.

Hier mede zal ik afbreken, en sluiten den Inhout

van het Tafereel voorts in 't volgende Gedicht.

 
De wakk're Haan, die elk wekt tot zyn plicht,
 
Vervrolykt zig zoo haast hy 't morgenlicht
 
In 't Oost' ziet boren
 
Door 't nachtzwerk, als een beste Diamant
 
Die zynen glans verspreit aan allen kant,
 
En laat zich hooren.
 
Kom leer, en spoor, op 't voorbeeld van den Haan
 
U zelven, en ook and're om op te staan
 
In 't morgenkrieken:
 
Terwyl de Zon uws levens klimt om hoog,
 
Uw drift, gelyk de pylen uit een boog,
 
Op snelle wieken
 
Naar wetenschap, en waarheitkennis draaft,
 
Eer uw beroep, aan 't werreldlyk verslaaft,
 
U overrompelt,
 
En in den vloed van aardsche bezigheit
 
Gelokt, door winst en blinkend Goud verleit,
 
Word neêr gedompelt.
 
Al wie met ernst, in 't bloeyen van zyn jeugt
 
En noeste vlyt, de wetenschap en deucht
 
Komt na te jagen:
 
Verrykt zich met den schat van zyn gewin
 
En leyt dien op, ten goeden voorraad, in
 
Zyn oude dagen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken