Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (8.53 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1982)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 137]
[p. 137]

24 De harde aanpak

Martje zou ‘een gesprek krijgen’ maar vooralsnog zat ze over de rand van haar koffiekopje het zaaltje te bestuderen waarin ze terechtgekomen was. Het leek alles maanden geleden. Als een verhaal van iemand anders. Wèl was ze erg moe, dat wel. En langzaam begon ze te beseffen dat het niet gewoon was dat haar vader in Amsterdam was. Plotseling voelde ze zich misselijk worden.

‘Waar is de wc?’ vroeg ze aan het meisje dat naast haar zat. Maar die was druk bezig haar nagels te bekijken, dus veel tijd om Martje van dienst te zijn had ze niet. Gelukkig kon ze hem nog nèt op tijd op eigen kracht vinden en bij het doortrekken hoopte ze maar dat de spatjes aan de zijkant ook met het spoelwater meegenomen zouden worden. Toen dat niet het geval bleek, zette Martje zich aan het werk. Op haar knieën bekeek ze de pot van de wc nu wat beter, vooral de zijkanten en dat had het vervelende gevolg dat alles weer van voren af aan kon beginnen. Wèl werd het vlug tijd voor het gesprek op deze manier en toen ze in het kantoortje kwam, zag ze dat het buiten mistte. Gewone mist, niets bijzonders.

Er kwam een mevrouw op haar toe. ‘Ik heet Gees,’ zei ze en Martje gaf haar gehoorzaam een hand. Ze kwam haar wel een beetje bekend voor.

‘Wèl,’ zei Gees, ‘vertel eens, hoe voel je je?’

‘Ik ben een beetje moe.’

‘Ja, en verder?’ wilde Gees weten.

‘Verder niets,’ zei Martje, ‘ja, ik was misselijk.’

Gees keek haar onderzoekend aan. ‘Hoe komt dat zo?’

‘Weet ik niet,’ zei Martje.

‘Wat was er gisteren precies gebeurd,’ vroeg Gees, ‘waar-

[pagina 138]
[p. 138]

om ging je naar Buitenveldert?’

Opeens schoot Martje weer van alles te binnen en ze voelde zich weer misselijk worden.

‘Wil je nog eens naar de wc?’ vroeg Gees, maar Martje wilde het dit keer liever met rustig ademhalen bedwingen en schudde van nee.

‘Probeer het eens te vertellen,’ vervolgde Gees vriendelijk, ‘hm, je lag thuis in bed, je broer, hoe heet hij?’

‘Martijn,’ zei Martje bedremmeld.

‘Martijn was thuis, jij lag in bed en wat gebeurde er toen?’

‘Ik dacht dat ik weg wou,’ zei Martje bijna onverstaanbaar.

‘Ja, je wilde weg en toen?’ moedigde Gees aan.

‘Toen heb ik me aangekleed,’ zei Martje.

‘Deze kleren deed je aan?’

Martje keek eens naar beneden.

‘Ik geloof van wel,’ zei ze.

‘Was je niet benauwd dat Martijn je zou horen?’

‘Ja,’ knikte Martje.

‘En toen, wat deed je toen?’

‘Toen heb ik staan wachten,’ herinnerde Martje zich moeizaam.

‘Op de bus?’ vroeg Gees.

‘Nee, voor de deur,’ zei Martje.

‘Wat wilde je daar?’

‘Ik wilde met hem praten.’

‘En toen?’ vroeg Gees.

‘Ik wilde met hem praten.’

‘Gewoon praten?’

‘Ja,’ zei Martje onhoorbaar.

‘Wilde je praten?’

‘Ja,’ zei Martje nu iets harder.

‘Waarover?’ vroeg Gees. ‘Martje, waarover wilde je praten?’

[pagina 139]
[p. 139]

Geen antwoord.

‘Je had het vast koud voor die deur.’

Nee, schudde Martje.

‘Waar dacht je aan toen je daar stond?’

‘Weet ik niet meer,’ zei Martje, ‘zo'n tijd geleden.’

‘Ja?’ vroeg Gees, ‘lijkt het zo lang geleden?’

‘Ja,’ knikte Martje.

‘Vind je het erg als ik rook?’ vroeg Gees opeens. En Martje zag het dashboard van Leo's auto. Op de Autobahn reden ze weer en er was nog niets gebeurd. Ook door dat misselijke gevoel dat ze had, leek het allemaal weer precies als toen. Gees had inmiddels een sigaret opgestoken en Martje moest zich nu concentreren op haar ademhaling om de revolutie in haar maag in bedwang te houden.

‘Waar dacht je zoal aan, toen je daar stond?’ Geesje wist van volhouden, daar stond ze om bekend in het team. Daarom kreeg ze altijd de alcoholisten toegeschoven. Maar dit keer had Gees ertegen geprotesteerd en zodoende zat ze nu bij Martje.

‘Martje,’ vroeg Gees, ‘hoor je wel eens dingen die andere mensen niet horen?’

Martje keek nu op en zweeg.

‘Hoor je wel eens iets, stemmen of zo?’ vroeg Gees.

‘Nee,’ schudde Martje heftig.

‘Net of iemand je iets zegt?’

Martje zweeg, dacht aan haar wonder en schudde nogmaals. Voor geen goud, voor niets en niemand zou Martje haar geheim prijsgeven.

‘Of hoor je wel eens muziek?’

Nee, schudde Martje, het leek alsof ze Geesje daarmee van zich af wilde schudden. Haar hart bonsde en haar oren suisden zodat het niet meeviel om naar Geesje te blijven luisteren.

‘Martje, hoor je me?’ vroeg Geesje vriendelijk.

[pagina 140]
[p. 140]

Martje maakte zich los van haar eigen avontuur en knikte naar Geesje.

‘Martje, wat wilde je precies bij Leo? Was Leo je vriend?’

Geesje begon nu storend te worden. Martje hoorde muziek, heel zachte, doorzichtige muziek en het werd tijd dat ze er eens mee ophield daar doorheen te zitten schreeuwen.

‘Was Leo je vriend, vertel eens,’ zei Geesje.

‘Ja,’ knikte Martje om ervan af te zijn.

‘En was je kwaad op hem?’

‘Ja,’ knikte Martje.

‘Wat had hij gedaan Martje? Màrtje,’ zei Gees nu opeens hard. ‘Kom, hier blijven, kijk me aan, zó, precies en vertel, waarom was je zo kwaad op Leo? Néé, hier kijken, luister naar me en vertel!’

‘Hij had een ander,’ zei Martje. Ze begon nu toch zo langzamerhand genoeg van Geesje te krijgen. Maar gelukkig dat ze weg kon wanneer ze maar wilde en Geesje zou van hogen huize moeten komen als ze haar tegen wilde houden.

‘Martje,’ hoorde ze Gees roepen. ‘Martje, je kunt me heel goed horen en je moet naar me luisteren, waarom was je zo kwaad op Leo?’

Maar nu kwam het geluid uit de hoek van de kamer en Martje draaide haar gezicht van Geesje af. Opeens voelde ze een duim en een wijsvinger aan weerszijden van haar kin en nu kon ze niet anders dan Geesje aankijken. Ze kon alleen haar ogen nog dicht doen om haar te ontwijken, dus deed ze dàt maar.

‘Martje,’ zei Gees, ‘je speelt met vuur, wéét je dat wel?’

Even sloeg Martje de ogen op.

‘Je doet gevaarlijk, je steekt toch ook niet zomaar een autoweg over wèl? Nee, kijk me aan! Martje toch,’ zei Gees opeens lief, ‘luister toch naar me kindje. Kom, geef me je hand en vertel me wat je hoort, is het mooi? Is het muziek misschien?’

[pagina 141]
[p. 141]

Maar Martje had haar gelukkig op tijd door. Zij wilde het af gaan nemen, daarom deed ze zo lief.

‘Martje,’ Gees pakte haar hand en Martje trok die vliegensvlug terug.

‘Vertel me, wat hoor je, ik zie aan je gezichtje hoe mooi het is, zeg eens?’

Bijna, het viel niet mee om er niet aan toe te geven en te vertellen over dat ijle geluid, die zachte, zachte... Martje kreeg tranen in haar ogen zo mooi was het. Kom dan hoorde Martje, ze spitste haar oren, kom dan echode het heel in de verte. Maar toen hoorde Martje opeens de stoorzender weer die haar hand vast wilde houden.

‘Waarom vertel je me niet wat je hoort, is het zó mooi, dat je het liever voor jezelf wilt houden?’

Martje knikte bijna onmerkbaar.

‘Ja? Ben je bang dat ik het af wil nemen, dat het dan nooit meer terug komt?’

Ja, knikte Martje, iets duidelijker nu.

‘Maar je kunt niet weglopen kindje, het lijkt veel fijner maar het is niet zo.’

Martje keek Geesje ongelovig aan en ze zàg dat Geesje zichzelf niet geloofde en daar had ze gelijk in.

Geesje zuchtte en vroeg zich af hoe ze zo liegen kon, jaloezie, iedere keer weer. Ik kan toch beter gewoon bij m'n verslaafde zootje blijven, dacht Gees. Het gewone gejank en zelfbeklag en de goede voornemens niet te vergeten.

‘Je gelooft me niet, hè, je hebt gelijk, ik loog ook tegen je.’

Voor het eerst kwam er enige uitdrukking op Martje's gezicht die voor Geesje bestemd was.

‘Martje,’ zei Gees zachtjes, ‘ik weet het werkelijk niet of het niet veel mooier is.’

Nu vond Martje het opeens minder erg dat Gees er doorheen zat te praten. Een verlegen lachje kwam op haar gezicht.

[pagina 142]
[p. 142]

‘Heb je 't wel eens gehoord?’ fluisterde Martje.

‘Nee,’ antwoordde Gees zachtjes, ‘nee, nooit. Maar ik probeer het me voor te stellen.’ En toen dacht Gees opeens weer aan de harde aanpak die over het team gewaaid was en de diagnose lag klaar: Gees had zich in laten pakken en Gees had alle hoeken van de kamer te zien gekregen. En Jan Willem had het zelf ook zo moeilijk gehad met borderlines, maar geloof me nou, je schiet er niets mee op en daar zat Geesje, geheel volgens voorspelling en ze voelde zich veel ongelukkiger dan Martje. Die is met de muziek mee, dacht Geesje nu en ze deed nog één vermoeide poging volgens het nieuwe regime, de zogenaamde harde aanpak.

‘Je laat me mooi voor joker zitten Martje, je sluit me buiten!’

Martje keek haar hautain aan en wendde haar hoofd af.

‘Wie moet er nu voor Martijn zorgen?’

Het was een schot in de lucht. Martje keek op en leek belangstelling te hebben.

‘Wat moet Martijn zonder jou?’ vroeg Gees.

Martje keek haar verwonderd aan.

‘En wie moet Leo verrot slaan?’

‘Heb ik gebeten,’ fluisterde Martje.

‘Dat is niet genoeg,’ zei Gees resoluut.

‘Leo moet veel erger gestraft worden,’ wilde Geesje zeggen, maar dat deed haar zo aan de sadomasochistische advertenties van Vrij Nederland denken dat ze iets anders zocht.

‘Leo moet veel erger op z'n sodemieter hebben,’ zei Gees en bedacht zich dat ze de pagina nog niet geheel verlaten had. Maar Martje bleef kijken.

‘Martje,’ zei Gees, ‘die auto kan hij zó laten repareren. Misschien zie je er nu al niets meer van, dàt is toch niet genoeg?’ Gees had de pest in dat ze niet meer wist dan die twee dingen uit het nachtrapport.

‘Martje,’ vroeg Gees, ‘voelde het lekker?’

[pagina 143]
[p. 143]

‘Ja,’ knikte Martje. En ze fluisterde nòg wat.

‘Wat zeg je?’ fluisterde Gees nu terug.

‘Ik heb 'm geschopt.’

‘Net goed,’ zei Gees, ‘en wat nog meer?’

‘Geslagen.’ Martje begon iets levendiger te kijken.

Prima, hoorde Gees zichzelf zeggen. Ik zou misschien ook nog verslaggever kunnen worden van bokswedstrijden, dacht Geesje bij zichzelf.

‘Hela Martje,’ zei Gees, ‘zeg 'ns, heb je dóórgebeten?’

‘Ja,’ knikte Martje.

‘Voel je 't nog aan je kaak, is ie een beetje stijf?’

‘Ja,’ zei Martje en bewoog haar kaak een beetje om het te voelen.

‘Da's morgen over, maar die hand niet, moet je maar denken. Hou jij van vechten?’

Dat vond Martje een rare vraag.

‘Ik vecht nooit,’ zei Martje.

‘Nooit, en nou opeens zo goed?’ vroeg Gees en ze probeerde een maximum aan bewondering in haar stem te leggen.

‘Is papa voor mij hier gekomen?’ vroeg Martje opeens met een heldere stem.

‘Ik denk het,’ zei Gees en nam zichzelf kwalijk dat ze het niet gevraagd had gisteren.

‘Ben ik ziek?’ vroeg Martje.

‘Nee,’ zei Gees, ‘waarom, het was toch z'n verdiende loon?’

Martje keek even gerustgesteld.

‘Maar die ambulance dan?’ vroeg Martje.

‘Wat wil je,’ zei Gees opgewekt, ‘Buitenveldert!’ En die was weer goed voor vijf minuten, dacht ze.

‘Toch vind ik het niet erg genoeg,’ zei Geesje vlug toen ze Martje zag afdwalen en er niet op durfde te vertrouwen dat het reflectie was.

Martje keek haar verwonderd aan.

[pagina 144]
[p. 144]

‘Nee,’ zei Gees en piekerde over nieuwe kwellingen die de haar onbekende man toe zouden komen. ‘Wat zouden we nog meer kunnen doen?’ vroeg Gees, die uitgeput was in de sadistische sector.

‘Snijden, afsnijden,’ zei Martje resoluut en lachte. Martje was wakker.

En Geesje dacht aan Jan Willem die niets van Freud moest hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken