Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van geluk gesproken (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van geluk gesproken
Afbeelding van Van geluk gesprokenToon afbeelding van titelpagina van Van geluk gesproken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van geluk gesproken

(1987)–Marijke Höweler–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 174]
[p. 174]

30 Een hartelijk welkom

Sinds die middag van rampspoed in januari had Leo 's morgens, zittend op z'n hurken op de mat achter z'n voordeur, de post gesorteerd. Er gold slechts één criterium: was er een brief van Rosa of niet? En al die zestig dagen had hij het stapeltje in z'n geheel op z'n bureau moeten kwakken, taal noch teken. Rosa beantwoordde zijn brieven niet, Rosa retourneerde zijn cadeautjes en Rosa legde na een week de hoorn op de haak zodra ze zijn stem hoorde. En zo lag Thomas' brief de hele dag ongelezen in de voorjaarszon op Leo's bureau, bovenop de drankrekening, het universiteitsblaadje en de giroafschrijving, om laat in de avond als allerlaatste van het stapeltje gelezen te worden. Niet één keer, maar met tussenpozen van soms een uur, soms een half uur werd hij vier keer gespeld en direct daarop nòg eens en nòg eens. Thomas moest wel iets heel schokkends geschreven hebben, want Leo liep tussen het lezen door biddend door zijn royale huis van de kast naar de telefoon, van de telefoon naar de keuken, zonder dat hij iets te zoeken leek te hebben op die plaatsen.

‘Wees gegroet Maria, vol van genade, gij zijt de gezegende, de gezegende, onder de vrouwen.’ Leo wist zich geen raad, en ging maar weer eens achter z'n bureau zitten. En toen werd Leo opeens driftig. Thómas was de klootzak, de lul, de hufter! Leo had er geen woorden voor. Met beide vuisten sloeg hij op z'n bureau. De godvergeten, de godverdomde vernieler van Leo's bestaan.

Abortus was wel overwogen maar daar hadden zij niet toe besloten. Beter voor Martje, beter voor Martje, Jezus Maria, bid voor ons, bid voor me, bid voor me, brulde Leo alsof hij een dier was dat onverdraaglijke pijnen leed. Als ik jou in m'n handen krijg Thomas, als ik jou ooit nog eens in han-

[pagina 175]
[p. 175]

den krijg dan vermoord ik je, dan flikker ik je van je eigen bergtop af, jij farizeeër, jij... en Leo zag de plaats vóór zich waar hij Thomas onverhoeds een trap in de rug zou geven zodat hij schreeuwend van angst viel en viel en viel. Dat toontje van die brief, Leo's maag kromp ineen, ‘ik stel voor dat wij binnenkort de zakelijke kanten regelen en ik hoop dat je zult begrijpen dat wij verder niet erg op contact prijs stellen’.

Maar wacht eens even, dacht Leo opeens, dat gaat niet zomaar. Wie zegt dat ik de vader ben? Hoewel, een vlaag van realisme maakte zich van Leo meester, wie anders? Het leek niet aannemelijk dat er veel concurrentie was. Het ging om de pretentie, de niet door enige twijfel gestoorde hoogmoed, waarmee er over hem beslist was. Het was met opzet dat Thomas zo lang gewacht had dat er geen terug meer was. Thomas had niet gerust voordat hij Leo eenzelfde gevangenis bereid had als waar hij zelf in zat, getralied door zijn nakomelingen. Het was een geval van oneigenlijke vrijheidsberoving zonder enige inspraak. Gijzeling eigenlijk!

Thomas en Barbara waren bereid Martje bij te staan in de opvoeding van haar kind. Haar kind, dacht Leo, en nam de hoorn van de telefoon en begon het nummer te draaien dat in het briefhoofd stond. Na veel getik klonk eindelijk een menselijk ‘pronto’ en Leo wist waarachtig niet wat hij daarop zeggen moest, legde de hoorn weer op de haak en begon na te denken. Voor het eerst in al die tijd was Rosa wat uit z'n gedachten geraakt. Leo moest toegeven dat daar een zekere bevrijding in stak, ofschoon hij liever op andere wijze verlost zou zijn geraakt. Wie had ook weer tegen 'm gezegd: ‘Jij maakt nog eens ongelukken.’ Dat was Rosa geweest natuurlijk. En natuurlijk werd het bekend en - Leo dacht plotseling aan Martijn - op z'n eigen faculteit maar liefst. Leo dacht na over emigratie, maar waarheen? Schuilen kan niet meer, concludeerde Leo en voelde zich eenzaam. Al die men-

[pagina 176]
[p. 176]

sen die zich zo druk over emigratie maakten, hadden het over oorlogsdreiging. Leo vond dat een lachwekkend onbenullig motief in vergelijking met het zijne.

‘Ayez pitié,’ smeekte Leo, een miskraam behoorde nog tot de mogelijkheden en was het niet zo dat bidden hielp als het maar met overtuiging gebeurde en daaraan voelde Leo geen gebrek. Ik stel voor dat je afstand doet van het vaderschap. Dat zou Thomas wel willen, die wist immers precies wat goed voor iedereen was en Leo voelde zich de les gelezen, gevangen genomen en gekneveld. Briesend rammelde hij aan de tralies van z'n bestaan, dat ingekrompen leek tot zakdoekformaat. Totdat hij, in een flits van genialiteit, zo voelde Leo dat, de oplossing wist.

Hij zou Thomas laten zien met wie hij te maken had! Afstand doen? Opeisen! Dat was het. If you cannot fight them, join them, waar had ie dat gelezen? Wie het kindje krijgt mag 't houden? Niks ervan! Heilige Thomas, Vader van God, dacht Leo triomfantelijk, wat zul jij opkijken als je straks mijn briefje krijgt. Surprise, surprise en Leo moest opeens denken aan Thomas' verjaardag waarop Leo al Thomas' medewerkers, inclusief de assistenten, uitgenodigd had. Tot zover heeft de Heere ons gebracht, waar had hij dat ook weer vandaan? Leonardo padre, padrone en Leo besloot eens lekker zijn handen te gaan wassen en z'n haar te kammen.

Eccolo! Il mio figlio Ernesto! repeteerde Leo voor de spiegel. Naar zijn vader zou hij heten, zo was dat en Leo hield even op met kammen.

Toch was er nog een probleem en z'n goede humeur werd er bijna weer door bedorven. Hij zou toch niet met Thomas' dochter hoeven trouwen om een zoon te krijgen? Er moest Eccolo! Il mio figlio Ernesto! repeteerde Leo voor de spiegel. Naar zijn vader zou hij heten, zo was dat en Leo hield even op met kammen.

En zo maakte iedereen zich op om de nieuwe wereldburger een hartelijk welkom te bereiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken