Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
X-Y-Z der muziek (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van X-Y-Z der muziek
Afbeelding van X-Y-Z der muziekToon afbeelding van titelpagina van X-Y-Z der muziek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.07 MB)

XML (1.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

X-Y-Z der muziek

(1936)–Casper Höweler–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

F.

[Fagot]

Fagot, een houten blaasinstrument met dubbel rietblad*. De naam, takkebos (Fr.), houdt verband met de U-vormig samengevouwen houten buis. Het mondstuk is bevestigd op een S-vormige metalen pijp. Het instrument ontstond in de 16e eeuw en heette toen ook wel Dolciano (I.) of Dulzian (D.): de zachte. Inderdaad is de klank niet krachtig, doch behalve week kan hij ook knorrig en grotesk zijn. Oerkomisch is bijv. de gewild primitieve begeleidingsfiguur in het begin van ‘La Ballerine et le Maure’ uit Strawinski's ‘Petroesjka’, schuchter en onschuldig klinkt zij in ‘Reich mir die Hand mein Leben’ uit Mozart's ‘Don Giovanni’. Haar groote gevoeligheid heeft Strauss in zijn bewerking van Berlioz' instrumentatieleer getypeerd als ‘de stem van een ouden man, die wijsjes zoemt, welke hem nog vanuit zijn jeugd dierbaar zijn’, b.v. de ‘Berceuse’ uit Strawinski's ‘L'oiseau de Feu’. Merkwaardig, dat de grappenmaker van het classieke orkest - ‘L'apprenti sorcier’ van Dukas* - ook de arcadische melancholie van het begin van Strawinski's ‘Sacre’ kan vertolken.

De contrafagot wordt genoteerd als de gewone fagot, maar klinkt een octaaf lager. Zij dient vooral als fundamentsklank. Ook haar kan men nooit geheel ernstig nemen, zelfs niet waar Haydn in ‘Die Schöpfung’ (No. 22) bij de woorden ‘den Boden drückt der Tiere Last’ de geheele schepping op haar laat rusten. En glimlachen wij niet om het gekreun van het zielige beest, dat een be-

[pagina 293]
[p. 293]

tooverde prins zal blijken in Ravel's ‘Les entretiens de la Belle et de la Bête’ uit ‘Ma mère l'Oye’?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Eliseus Bruning

  • Emiel Hullebroeck

  • C. Poustochkine