Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
X-Y-Z der muziek (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van X-Y-Z der muziek
Afbeelding van X-Y-Z der muziekToon afbeelding van titelpagina van X-Y-Z der muziek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.07 MB)

XML (1.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

X-Y-Z der muziek

(1936)–Casper Höweler–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Negro Spirituals]

Negro Spirituals. Hoe groot het leed der Amerikaansche Negerslaven is geweest weet ieder, die ‘De hut van Oom Tom’ van Harriet Beecher-Stowe las. Dit leed heeft zich sinds eeuwen uitgezongen in een schat van geestelijke volksliederen, de Negro Spirituals, als geen ander ras bezit. De blanken hebben deze liederen eerst leeren kennen, toen na de afschaffing van de slavernij in Amerika (1 Jan. 1863) eenige muzikale studenten van de Fisk University, de Fisk Jubilee Singers, een tournee maakten ten bate van hun hoogeschool voor Negers. Daarna wonnen begaafde solisten: Roland Hayes, Paul Robe-

[pagina 545]
[p. 545]

son, Edna Thomas, Marion Kerby en John Niles, als barden der. Spirituals in steeds breeder kringen liefde en bewondering voor deze innige en sterke volkskunst.

Nooit is het aloude devies ‘Geloof, Hoop en Liefde’ zoo tot een kompas ten leven, tot een wonderlijk verwerkt kunstmotief geworden als bij de Negerslaven. Was het niet menschelijk geweest, indien het ‘zwarte ivoor’ de ethiek ‘Hebt uw naaste lief als u zelve’ had bespot om de tweespalt tusschen leer en leven van de blanke tyrannen? Dat de Negers dit niet deden is vooral te verklaren uit hun intuïtief besef: zonder het geloof aan een beter hiernamaals is het leven van een slaaf onduldbare waanzin. Daarbij kwam nog een historische, psychologische factor: de overeenkomst tusschen ballingschap, onderdrukking en beproeving van Joden en Negers. De God, die Mozes over den Farao van Egypte deed zegevieren, die den kleinen David macht gaf over den reus Goliath, die Daniël behoedde in den leeuwenkuil, die Sadrach en zijn makkers niet liet verderven in den vurigen oven, alleen zulk een God kon de Negers nog doen gelooven en hopen.

De Spirituals hebben de heldenverhalen en hemelbeloften van den bijbel nagedicht in omgangstaal. Reeds wat de Neger uit den Bijbel koos geeft inzicht in den aard van zijn geloof. Geen verteedering voor het schamel Jezuskind, maar de triomf van ‘Koning Jezus’; weinig aandacht voor hetlijdensdrama en wanneer daarover gerept wordt de nadruk op ‘an He never said a mumbalin word’. Doch een steeds weer aankweeken van de hoop op bevrijding door eindeloos de heldendaden van het Oude Testament te bezingen.

[pagina 546]
[p. 546]

De Neger spitste zich in zijn dichterlijke paraphrases van deze overwinningen niet op een gedetailleerd navertellen, maar vond zijn kracht in het steeds weer herhalen van de kernen der gebeurtenissen. Teekenend hiervooris o.m. de beschrijving, hoe Jozua Jericho innam. De voor ons zoo belangrijke bijzonderheden van het Bijbelverhaal concentreeren zich in de Spiritual tot ‘Joshua fit de battle ob Jerico, An' de walls came tumblin' down’ (Col. 14195). De Neger bracht dit alles binnen zijn eigen gezichts- en gevoelskring. De hemel is voor hem het ‘home’, de groote ‘campmeeting’ (een religieuse bijeenkomst in de open lucht) en het Evangelie brengt hem er heen als op een schip of in een trein: ‘The Gospelship’ en ‘The Gospeltrain’. Voor het begrijpen van ‘The Gospeltrain’ moet men de Amerikaansche bepaling kennen, dat de Negers niet in de appartementen van de blanken mogen reizen; dan eerst beseft men de vergevingsgezindheid van de regels ‘Get onboard, little children, There's room for many a more. The fare is cheap and all can go, The rich and poor are there. No second class aboard this train, No difference in the fare, Get onboard, little children, There's room for any a more’ (H.M.V. B 3033). De Neger (nazaat van een oude Afrikaansche cultuur, welke eeuwen her verbindingen had met de Grieksche, gelijk Frobenius aantoonde) gaf aan den Palestijnschen Jordaan de mythologische beteekenis van de ‘doodsrivier’, die men na het sterven oversteekt. Zoo in ‘Deep river’, dat den overtocht naar de ‘campground’ bezingt, waar de groote ‘campmeeting’ plaats zal vinden en het Evangeliefeest (Gospelfeast) eindeloos gevierd zal wor-

[pagina 547]
[p. 547]

den (H.M.V. B 2619). Over den hemel had de Neger waarlijk kinderlijke fantasieën. G. Simons vertelde er van in het Negernummer van den ‘Groene Amsterdammer’ (19 April 1930) naar aanleiding van Marc Conelly's tooneelstuk ‘The green pastures’; ook de Spirituals vermeien er zich herhaaldelijk in: ‘the streets up there are paved with gold’ (‘I'm tramping’); al Gods kinderen hebben er een kleed, vleugels, een harp, een kroon en, ontroerende pointe, een ziel (‘I got a robe’ (Col. 14205).

Toch bewijzen sommige Spirituals, datde Neger gevoel had voor mystiek, zooals o.a. blijkt uit ‘Ezechiel saw the wheel’, een paraphrase van Ezechiël 1:15-16: ‘En als ik die dieren zag, zie, zoo was daar een rad op aarde bij die dieren, naar vier aangezichten van hetzelve. De gedaanten nu der raderen en der zelver maaksel was als de kleur van een turkoois en die vier hadden eenerlei gelijkenis. Daartoe was hun gedaante en hun maaksel alsof het ware een rad in het midden van een rad’. De Spiritual verdiepte dit gegeven tot de verhouding van microcosmos en macrocosmos, van mensch en God: ‘The little wheel run bij faith, The big wheel run by the grace of God’ (H.M.V. C 2081). En van godsdienstpsychologisch standpunt bestudeerd interesseert de huivering om Jehova, het ‘tremendum’, waarvan de Duitsche theoloog Rudolf Otto spreekt: ‘Upon the mountain my Lord spoke, Out of his mouth came fire and smoke’, regels die men in verschillende Spirituals terug vindt, o.a. in ‘It's me, it's me, it's me o Lord, Standing in the need of prayer’, dat een religieuse extase als in statu nascendi geeft (H.M.V. C 2081). Het tremendum

[pagina 548]
[p. 548]

ook in het bekende ‘Steal away’: ‘My Lord calls me; He calls me by the thunder. The trumpet sounds within a my soal.’ (Col. 14204).

Hoe de Spirituals ontstonden? De in Amerika geïmporteerde Negers brachten uit Afrika een eigen beschaving mee. Daarvan interesseert ons in dit verband in hoofdzaak de Negermuziek, waarvan belangrijke bestanddeelen terug te vinden zijn in de Spirituals. De Neger bezit sinds onheugelijke tijden een groot muzikaal talent, dat zich echter aanvankelijk weinig op het melodische, in hoofdzaak op het rhythmische spitste. Een ander karakteristiek detail van zijn muzikalen smaak is de voorkeur voor wisselzang, tusschen voorzanger en koor, of van twee koren. Naast deze van huis uit Afrikaansche factoren kwamen bij de Amerikaansche Negers onder invloed van de muzikaliteit der blanken een toenemende melodische begaafdheid en een zich zeer sterk ontplooiend gevoel voor harmonie. De Afrikaansche Neger heeft in Amerika een natuurlijk talent voor harmonie ontwikkeld, zooals wij dat slechts kennen bij onze beste harmonicavirtuozen op straat, die zuiver op het gehoor, zonder theoretische opleiding, geheele opera-potpourris spelen met de oorspronkelijke accoorden. Een groep negers vormt vanzelf een vierstemmig koor, dat lang niet altijd in homophonen stijl blijft, maar hier en daar zelfs imitaties* maakt.

Er is geen noemenswaardig verschil tusschen de muziek van de geestelijke en de wereldlijke liederen der Negers. Soms hebben de Spirituals zelfs een uitgesproken danskarakter: zoo is ‘Witness’, een kleine revue van geloofshelden (Methusalem, Simson, Daniël) een Charleston (H.M.V.

[pagina 549]
[p. 549]

B 2727). Den besten indruk van den rauwen zangtrant der Negers geeft de bloemlezing door het Hall Johnson Negro Choir (H.M.V. C 2081).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Eliseus Bruning

  • Emiel Hullebroeck

  • C. Poustochkine