Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
X-Y-Z der muziek (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van X-Y-Z der muziek
Afbeelding van X-Y-Z der muziekToon afbeelding van titelpagina van X-Y-Z der muziek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.07 MB)

XML (1.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

X-Y-Z der muziek

(1936)–Casper Höweler–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Trom, trommel]

Trom, trommel, familienaam van een groep slaginstrumenten. De kleine trom bestaat uit een korte metalen cylinder, aan beide uiteinden overtrokken met een vel. Het vel dat bespeeld wordt is strakkergespannen, dan het andere, waarlangs een dikke snaar loopt, die meetrilt en het karakteristieke geruisch veroorzaakt. De kleine trom wordt geslagen met twee houten stokken, waarvan de einden knopvormig zijn. De roertrom of roffeltrom, met een houten cylinder, grooter dan de kleine trom en zonder snaar, daardoor doffer van klank. De Jazztrom heeft een zeer kleinen cylinder en één vel. De groote trom is belangrijk grooter dan de genoemde kleine trommen, haar klank zwaarder, lager en doffer; de cylinder kan van hout of van metaal zijn. In het symphonie-orkest plaatst men haar meestal op een schraag, soms legt men haar plat, wat het timbre beïnvloedt. De groote trom wordt bespeeld met een stok, waarvan de leeren knop met paardenhaar is gevuld. De toon is onbestemd, in tegenstelling met die van de pauken*. Tot voor kort was het gebruik van deze trommels nogal eenvoudig: dramatisch roffelt de kleine trom bij de woorden ‘Verschwunden ist der Kranz’ in Egmond's slot-monoloog (Beethoven's tooneelmuziek); dit mar-

[pagina *49]
[p. *49]
Opera VI

illustratie
‘Don Giovanni’ van Mozart, Kerkhofscène (II 3); tooneelbeeld van Alfred Roller voor de opvoeringen van de Weensche Hofopera onder Mahler.


[pagina *50]
[p. *50]
Opera VII

illustratie
‘Tristan und Isolde’ van Wagner (I 2); staande Jacques Urlus als Tristan.


[pagina 725]
[p. 725]

tiale effect heeft Strawinski aan het begin van de ‘Danse de la Ballerine’ uit Petroesjka* komisch gebruikt. Beethoven combineerde militairement de groote trom met bekkens en piccolo* in de finale van de Negende*. Wagner verkreeg door de roertrom het wilde geruisch van de Walkürenritt. In de moderne muziek is een ware cultus van de verschillende trommen ontstaan. Zoo geeft Strawinski (zie plaat) in de partituur van ‘L'histoire du soldat’* uitvoerige aanwijzingen over de verschillende trommen en tromstokken (vilten, kapok-vulling, houten knoppen); men bestudeere vooral de Marche triomphale uit dit werk en Milhaud's ‘La Création du monde’, in het bijzonder de fuga daarvan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Eliseus Bruning

  • Emiel Hullebroeck

  • C. Poustochkine