Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
X-Y-Z der muziek (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van X-Y-Z der muziek
Afbeelding van X-Y-Z der muziekToon afbeelding van titelpagina van X-Y-Z der muziek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.07 MB)

XML (1.48 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

X-Y-Z der muziek

(1936)–Casper Höweler–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Violoncel]

Violoncel, afgekort: cello, een laag strijkinstrument van nagenoeg denzelfden bouw als de viool (de rand is naar verhouding breeder), doch belangrijk grooter. De stemming is die van de altviool, echter een octaaf lager: C, G, d, a. De violoncello piccolo of viola pomposa is een iets kleiner cello met vijf snaren (C, G, d, a, e1). De cello heeft in het orkest nu eens een melodische, dan weer een begeleidende functie. Een droomerige melodie als het tweede thema van Brahms' tweede symphonie ligt haar evengoed als het elegische ‘Le Cygne’ uit ‘Le Carnaval des animaux’ van Saint-Saëns, en het ridderlijke van Egmond (de cantilene bij het Allegro van Beethoven's Ouverture), of het daemonische van Samiel's motief in Weber's Freischütz. Wel deelt zij vaak haar heroïsche taak met de hoorns: begin van Strauss' Heldenleben, eerste thema van Bruckner's zevende symphonie. Ridderlijk grotesk treedt de cello als leidinstrument* op in Strauss' Don Quixote; hoe dit van huis uit dwepend timbre oergeestig kan zijn merkt men in de Sérénade uit Debussy's cellosonate. Een beroemd geval van divisi* der celli geeft het cellokwintet, waarmee Ros-

[pagina 757]
[p. 757]

sini's Ouverture ‘Guillaume Tell’ opent; in ‘La Mer’ (studiepart. pag. 19) verdeelt Debussy de zestien gewenschte instrumenten in vier groepen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Eliseus Bruning

  • Emiel Hullebroeck

  • C. Poustochkine