Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde werken. Deel 7. Geschiedwetenschap. Hedendaagsche cultuur (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde werken. Deel 7. Geschiedwetenschap. Hedendaagsche cultuur
Afbeelding van Verzamelde werken. Deel 7. Geschiedwetenschap. Hedendaagsche cultuurToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde werken. Deel 7. Geschiedwetenschap. Hedendaagsche cultuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.07 MB)

Scans (34.02 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.50 MB)

tekstbestand






Editeur

L. Brummel



Genre

non-fictie

Subgenre

verzameld werk
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde werken. Deel 7. Geschiedwetenschap. Hedendaagsche cultuur

(1950)–Johan Huizinga–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Verzameld werk VII


Vorige Volgende
[pagina 424]
[p. 424]

XXI Katharsis

Niet van een ingreep der ordenende machten is het heil te verwachten. De grondslagen van cultuur zijn van anderen aard, dan dat zij door gemeenschapsorganen als zoodanig, hetzij volken, staten, kerken, scholen, partijen of genootschappen, zouden kunnen worden gelegd of in stand gehouden. Wat daartoe noodig is, is een inwendige loutering, die de individuen aangrijpt. De geestelijke habitus van de menschen zelf moet veranderen.

De huidige wereld is op den weg van een algemeene verloochening van absolute ethische normen ver voortgeschreden. Zij leeft nauwelijks meer in een overtuigde onderscheiding van goed en kwaad. Zij is geneigd, alle crisis, waarin deze beschaving verkeert, louter te zien als een strijd tusschen tegengestelde strekkingen, als een machtsstrijd tusschen vijanden. En toch ligt de mogelijkheid van hoop enkel in de erkenning, dat in dien strijd de handelingen zich rangschikken naar een beginsel van volstrekt goed en volstrekt kwaad. Uit zulk een erkenning volgt, dat het heil niet kan besloten zijn binnen de zege van één staat, één volk, één ras, één klasse. Het blijft de uiterste verlaging van menschelijk verantwoordelijkheidsgevoel, wanneer men de normen van aanvaarding en verwerping ondergeschikt maakt aan een doel, dat op een egoïsme gebaseerd is.

Het dilemma, waarvoor de tijd ons plaatst, neemt dagelijks toe in urgentie. Zie nog eens naar de wereld in haar politieke verwarring. Overal verwikkelingen, die eerlang gebiedend oplossing zullen vragen, en waarvan elk onbevooroordeeld beschouwer erkennen moet, dat een oplossing, die niemands gegronde belangen schaadt, niemands billijke wenschen verijdelt, nauwelijks uit te denken is. Het zijn kwesties van nationale minderheden, van onmogelijk getrokken grenzen, van verbod van natuurlijke aaneensluiting, van ondragelijke economische verhoudingen. Elk van die toestanden slechts verdragen in een verbittering die ze tot evenzoovele haarden maakt, waaruit ieder oogenblik de vlam kan opslaan. In elk ervan staat zeker recht tegenover zeker recht. De beslissing schijnt slechts op twee wijzen mogelijk. Een ervan is gewapend geweld. De andere is een regeling op grond van ver strekkende internationale welwillendheid, van een afzien van wederzijdsche billijke eischen, van ontzag voor het recht en

[pagina 425]
[p. 425]

het belang van anderen, kortom van onbaatzuchtigheid en rechtvaardigheid.

Van deze deugden nu schijnt de huidige wereld verder verwijderd, dan zij het gedurende tal van eeuwen heeft willen zijn, of althans pretendeerde te willen zijn. Zelfs de principieele eisch van internationale rechtvaardigheid en internationaal welzijn wordt thans door velen verzaakt. De leer van den onbeteugelden machtsstaat spreekt bij voorbaat elken overweldiger vrij. De wereld blijft hulpeloos bedreigd door den waanzin van den verwoestenden krijg, die nieuwe en ergere verwildering in zijn schoot draagt.

Publieke krachten werken tot afwending van het grondelooze euvel, werken tot overeenstemming en overleg. Het geringste succes van den Volkenbond, al ontvangt Ares het met grijnzenden hoon, is thans meer waard dan een galerij van glorie te land en ter zee. Toch zijn de krachten van een verstandig internationalisme op den duur niet genoeg, als de geest niet verandert. Evenmin als herstel van welvaart en orde op zichzelf zuivering van cultuur beloven, is deze te wachten van oorlogsverhoeding op zichzelf door internationale politiek. Een nieuwe cultuur zal slechts kunnen worden gedragen door een gezuiverde menschheid.

 

Katharsis, zuivering, noemden de Grieken den geestesstaat, dien het aanschouwen der tragedie achterlaat, de stilte des harten, waarin medelijden en vrees zich hebben opgelost, de zuivering van het gemoed, die voortspruit uit het begrepen hebben van een dieperen grond der dingen. Die ernstig en opnieuw bereid maakt tot de daden van den plicht en het ondergaan van het lot. Die de hybris breekt, zooals haar breuk door het treurspel vertoond werd. Die onttrekt aan de hevige driften van het leven, en de ziel tot vrede voert.

Tot de geestelijke clearing, die de tijd behoeft, zal een nieuwe askese noodig zijn. De dragers van een gezuiverde cultuur zullen moeten zijn als pas ontwaakten in een vroegen morgen. Zij zullen booze droomen van zich hebben af te schudden. Den droom van hun ziel, die uit de modder opgroeide en er weer in verzinken wou. Den droom van hun brein dat enkel ijzerdraad was, en hun hart van glas. Den droom van de klauwen waartoe hun handen vergroeiden, en de slagtanden tusschen hun lippen. Zij zullen zich moeten herinneren, dat de mensch kan willen, geen roofdier te zijn.

De nieuwe askese zal een zijn niet van wereldverzaking en om

[pagina 426]
[p. 426]

hemelsch heil, wel van zelfbeheersching en getemperde schatting van macht en genot. De verheerlijking van het leven zal men een weinig moeten dooven. Men zal zich moeten herinneren, hoe reeds Plato de werkzaamheid van den wijze beschreef als een bereiding tot den dood. Een vaste oriënteering van levensleer en levensgevoel op den dood verhoogt het recht gebruik van de levenskrachten.

De nieuwe askese zal een overgave moeten zijn. Overgave aan dat wat als hoogste te denken valt. Dat kan Staat of volk of klasse evenmin zijn als het eigen persoonlijk bestaan. Gelukkig zij, voor wie dat beginsel slechts den naam kan dragen van Hem die sprak: ‘Ik ben de weg, en de waarheid, en het leven’.

 

Van de geestelijke houding, die tot herstel der cultuur noodig is, zit in de politieke activismen van den dag iets aangeduid, maar ongezuiverd, verstrikt in een buitensporig puerilisme, overstemd door de kreten van het opgesloten beest, bezoedeld door leugen en misleiding. Het ontbreekt de jeugd, die, hoe dan ook, deze cultuur in haar komende phase zal hebben te dragen, niet aan bereidheid tot overgave, overgave om te dienen en te ontberen, om daden te doen en zich op te offeren. Doch de algemeene verzwakking van het oordeel en de ontworteling der moreele normen staan haar in den weg, om het beginsel, waarvoor men haar opeischt, op zijn diepste waarde te keuren.

 

Het is niet duidelijk te zien, waar de onmisbare zuivering der geesten zal moeten inzetten. Moeten wij door nog diepere laagten heen, om murw te worden? Of is de aaneensluiting der menschen van goeden wille over de wereld reeds gaande, ongezien onder al de luidruchtige verwarring van den dag? Nogmaals, het aankweeken van een internationalen zin is niet alles, wat vereischt wordt. Toch is het van het uiterste belang, dat dit geduldige werk van het bereiden der geesten voor betere tijden voortgaat, zooals het op menige plaats in de wereld behartigd wordt, door engere groepen van gelijkgezinden in kleinen kring, door internationale officieele organisaties, uit kerkelijk, uit staatkundig, of uit algemeen cultureel gezichtspunt. Waar ook maar een tengere plant van echte internationaliteit opkomt, stut haar en begiet haar. Begiet haar met het levende water van het eigen nationaal bewustzijn, mits het zuiver is. Zij zal er te krachtiger door groeien. De internationale zin, - die immers reeds in het woord zelf het behoud van nationaliteiten veronderstelt, maar van nationaliteiten, die

[pagina 427]
[p. 427]

elkander verdragen en uit verschil geen geschil maken -, kan het vat worden voor de nieuwe ethiek, waarin de tegenstelling van collectivisme en individualisme zal zijn opgeheven. Is het een ijdele droom, dat eens deze wereld nog zoo goed zou kunnen zijn? - Zelfs dan zouden wij het ideaal zoo hoog moeten stellen.

 

Doch zijn wij met deze wenschen en verwachtingen van een zuivering der geesten, een katharsis, die als een bekeering, een inkeer, een herboorte zou zijn, niet in tegenspraak gekomen met iets, wat wij in het begin meenden te moeten vaststellen? - Vroegere perioden, zeiden wij toen, in hun smachten naar betere samenleving, hebben het heil verwacht van een omkeer, een inzicht, een tot bezinning komen, als een bewuste en spoedige wending ten goede. Onze tijd daarentegen weet, dat de groote geestelijke en maatschappelijke veranderingen zich slechts voltrekken in geleidelijke ontwikkeling, hoogstens door schokken verhaast. - En nu eischen en hopen wij toch een omkeer, ja in zekeren zin een terugkeer?

Wij staan hier opnieuw voor de antinomische bepaaldheid van al ons oordeelen. Wij zijn gedwongen, in de oudere visie een deel van waarheid te bekennen. Er moet een mogelijkheid van bekeering en ommekeer zijn in den gang der beschaving, en wel dan, wanneer het de erkenning of terugvinding van eeuwige waarden betreft, die buiten den stroom van ontwikkeling en verandering staan. Om zulke waarden is het thans te doen.

 

Een tijd van zwaren geestelijken druk, als wij beleven, is gemakkelijker te dragen voor den oudere dan voor den jongere. De oudere weet, dat hij aan den last der tijden maar een eindweegs meer heeft mee te tillen. Hij overziet met gelatenheid, hoe het eenmaal was of scheen, toen hij mee te dragen begon, en hoe het nu te worden dreigt. Zijn gisteren en morgen vloeien haast ineen. Zijn vreezen en zorgen wordt lichter, in het aangezicht van den dood, zijn hopen en vertrouwen en zijn wil en moed tot daden legt hij in de handen van hen, die de taak om te leven nog vóór zich hebben. Aan hen blijft de ernstige verplichting van het oordeelen, het kiezen, het arbeiden, het handelen. Aan hen wordt overgedragen de zware verantwoordelijkheid, voor hen is weggelegd de kennis van het komende.

De schrijver van deze bladzijden behoort tot de talrijken, wier voorrecht het is, in hun ambtswerk en in hun persoonlijk leven steeds in

[pagina 428]
[p. 428]

voortdurende aanraking te blijven niet jeugd. Het is zijn overtuiging, dat de nu jonge generatie in geschiktheid voor het moeilijke leven niet achterstaat bij die welke voorafgingen. Al de losmaking van banden, verwarring van gedachten, verstrooiing van aandacht en verplaatsing van energie, waaronder deze generatie opgroeide, heeft haar niet zwak, noch traag, noch onverschillig gemaakt. Zij schijnt open, ruim, spontaan, vaardig tot genieten maar ook tot ontberen, snelberaden, moedig en van grooten zin. Zij is lichter geschoeid dan de vroegere waren.

Aan dit jonge geslacht de taak, deze wereld opnieuw te beheerschen, zooals zij beheerscht wil zijn, haar niet te laten ondergaan in haar overmoed en verdwazing, haar weer te doordringen met geest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken