Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

[p. 48]

2416. Marie Lansame, Douair. van Zomerghem¹⁾. (S.B.)

Ik dank u voor uw brief. Was het maar vrede, zoodat ‘onse kijnderen zouden moghen sament goede aliancie houden’. Twee mijner zoons hebben de pokken en de jongste zal wel sterven. Wij zijn indertijd van Zomerghem gevlucht en de soldaten van den Prins hebben toen veel geroofd. Mijn oudste zoon zou graag een paspoort hebben en ik beveel u aan ‘onse prochie van Zomerghem, namenlicke mijn drie-herlicheyt Schepdonck, Schauwenburch ende Herzeele’. In Ghendt, den 21 van Junij 1640.

1) Zie blz. 45.