Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2740. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

De vijand heeft bij Lottum, dicht bij Venlo, eene brug over de Maas geslagen en trekt op langs dezen oever; onze cavalerie houdt zich gereed. Van daag heeft men eenige granaten in de stad geworpen en men is bezig met eene batterij van zes stukken op te stellen. Achttien soldaten van den vijand, Portugeezen, zijn gevlucht naar Breda en hebben nu een brief geschreven, waarin zij hunne kameraden aanraden, dat voorbeeld te volgen. Graaf Fontaine⁵⁾ heeft hen opgeeischt, maar hem is geantwoord, dat zij naar den Haag zijn, om vandaar naar Portugal te worden overgebracht en er hun Koning te dienen. Au camp à Offelen, le 20^e de Juni 1641, apres soupper.

5) Zie I, blz. 276.