Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

2854. Aan prinses Amalia van Oranje. (H.A.)*

Gisteren vóór het eten zijn wij met het grootste deel van de vloot voor Rammekens aangekomen. De heer van Brederode kwam zeggen, dat er nog niets bekend is van de komst der Koningin Moeder in Zeeland. Dezen middag kwamen wij hier aan, waar een groot deel der ruiterij al was. ‘Mess.^rs le Rhijngrave⁴⁾, IJsselstein⁵⁾, Beringhen⁶⁾ et quelques autres ont esté envoyez recognoistre le canal du Sas à Gant, aveq environ mil chevaulx, et ayant passé tout contré les forts, y ont esté saluez de quelques mousquettades, mais rien que d'un seul coup de canon’. - Sommige boeren zeggen, dat er heden te Selzate acht of tien compagnieën Spanjaarden zijn aangekomen, andere, dat zij niets gezien hebben. ‘Outre cela il y a les païsans en bon nombre et les regimens de Morgan⁷⁾ et la Grange⁸⁾; mesmes le comte Fontaine⁹⁾ - ayant marché aveq son gros depuis dimanche passé - y peut estre arrivé à son ayse’.

Het gerucht van den dood van den Kardinaal Infant is zeker onwaar. Onze troepen zijn nog niet alle aangekomen; misschien landen wij dus morgen nog niet. Au bateau devant Philippine, le 13^e de Sept. 1641.

4) Zie II, blz. 32.

5) Zie I, blz. 382.

6) T.a.p., blz. 398.

7) Zie II, blz. 82.

8) Hector de Correye, Sieur de la Grange Baigneuf, komt in 1625 en 1634 voor als kapitein. (Meded. van den Heer Wakker.)

9) Zie I, blz. 276.