Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644 (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644
Afbeelding van Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.55 MB)

XML (1.86 MB)

tekstbestand






Editeur

J.A. Worp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

(1914)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2925. J. PicardtGa naar voetnoot2). (L.B.)

Ick seinde alhijer over twee distincte missijven, voor enige dagen an mij van syn Excell. den H. graeff van Egmondt overgesonden, omme an syn V. Hoocheydt over te leveren, mett enig beveel an mij, omme mondelick an syn Hoocheydt te kennen te geven. Doch, vermitz ick wegen die tegenwoordige en ankomende feestdagen nijt well van huiss en mach, heb ick die voornaemste substantie daervan in schrifft gestelletGa naar voetnoot3), datt ick hijr beneffens overseinde,

[pagina 258]
[p. 258]

mett versouck, datt sulx syn Hoocheydt mag te kennen gegeven werden. Ick verstae, datt den prince van Gaveren well geneijgt soude syn, om in t heijmelick en onbekent een reijs herwartz te komen, sonder datt men t an die andere syde soude gewaer werden, allene tot dien einde, om haere Hoocheyden syn dienst te presenteren; datt men wiste, datt haere Hoocheyden geen ondienst daermede soude geschieden, so soud ick sulx te kennen geven. Syn Excell. soudt wonder gaerne enig secours hebben, omme tegenst den viandt te gebruiken, gelijck dan dieselve tott dien einde in die Verheerde Nederlanden groote correspondentie seydt te onderhouden, so mett syne ondersaten - die seer veel in getall syn - als mett andere. Op t'gene, datt ick syn Excell. wegen syn Hoocheydt geantwoordet hadde, naemelick, datt men also op die wilde boff nijt en koste te wercke gaen; datt men van te voren moste vaste fondamenten hebben, op wien datt men sich hadde te vertrowen, en waer datt men iet vrüchtbaerlix soude konen beginnen, etc., daerop en heb ick noch geen antwoordt bekomen, hoewell ick weet, dat een sergeant-majoor - die lange in dienst des Conings gewest iss - door bevel van syn Excell. daer in t landt gewest iss, wegen bekenden handel. So daer iet wass, waermede haere F. Hoocheyden gedienet waren, angaende die heerlickheyden, goederen, digniteten en pretensien, die syn Excell. syn competerende, ick mene, datt er noyt betere gelegenheydt gewest en sy, omme daervan in onderhandelinge te komen, als nu, en datt omme gewichtige redenen. Datt U. Ed. Gestr. eenige uirtjes daertoe implojeerde en alles doorsochte en mediteerde, watt hijrin soude konen gedaen werden, ick mene, datt er well watt goedts te doen soude syn voor haere Hoocheyden. Inmiddels so isset mij seer leedt, datt men sien moet, datt den goeden prince sich soseer verlaet op syn dienaers, en dieselve all te vele geloofft en toevertrowet, die dan doen all watt se willen, en spelen ondertüschen haere personagie, en weten hem dan met allerhande vlatteringe allerhande te doen geloven, t welck dan syn Excell. naer den aert van syne all te notoire goedigheydt anneemt, tott syn grote schade en consumptie syner jaerlixen intraden. Ick hebbe in alle getrowigheydt syn Excel. te kennen gegeven den staet en gelegenheydt van syne voorvaderen, van welcke dat sommige in dese contereijen door die dienaers in die uiterste rüine geprecipiteert syn, en datt et schijnt eene erffelicke plage te syn voor het hüis van Egmondt, dewelcke is duirende tott op den dach van hieden, en datt dieshalven syn Excell. sich hadde voor te sien, terwyle datt et tydt wass, en die Fransen nijt all te vele toe te vertrowen, also ick sach, datt den wagen nijt recht en ging, en datt men syn sincere goedigheydt in alle manieren misbrüickte, etc. Doch die dienaers syn also in t herte gewortelt, datt syn Excell. geen quaedt an dieselve sien kan. Daer iss vollenkomen geresolveert, datt syn Excell. bij testament an het Hüiss van Nassaw d'Orangien - so beijde, vader en soon, sonder wettelicke kinder quamen te overlyden - maken soude onderscheydelicke heerlicke goederen, mett et gene datt Syn Excell. te pretenderen heefft op die graeff-

[pagina 259]
[p. 259]

schap van Egmondt, mitz datt syn Hoocheydt en desselfs descendenten den titul en naem van graven van Egmondt souden voeren, opdatt denselven nijt en soude t'ondergaen. Doch dit blijfft naer - doch maer voor een tydt lanck - wegen den secretaris van syn Excell., die iss tott Parijs en blijfft tot Parijs, en voelt sich daer so well, datt hie nijt een reijs naer Engellandt en taelt, en datt heefft nu jaer en dach gedüirt, latende ondertusschen die saken van syn Heer op riemen drijven. So daer nu iet soude mogen te doen syn, waerom mijne tegenwoordigheydt soude mogen van noden syn, so stae ick bereijdt, omme alle üiren over te komen, so nijt, will ick gebeden hebben, datt U. Ed. Gestr. sich wille gevallen laten, mij een antwoordt wederomme te laten toekomen, omme dattselve naer Engellandt te remitteren ..... Uyt s'Graven-Houff, desen 27 Decemb. Ao. 1641.

Naer dato deses ontfang ick wederom een missijff van London, waerin syn Excell. te kennen geefft, datt syn gemalinneGa naar voetnoot1) haeren soon, den prince van Gaveren, ten hoogsten vermane, datt hie synen H[eer] Vader in alles wille gehoorsamen, en synen goeden raedt volgen, etc. Waerin ick my ten hoogsten verwondere, als well wetende, mett watt bittere vinnigheydt die gravinne van Egmondt en die oude gravinne van Barlemont, haer vrow-moederGa naar voetnoot2), tegenst desen Staet syn ingenomen, daer sie nochtans well weten, datt syn Excell. met lijff en ziel naer desen Staedt verlanget, etc.; raden evenwell haeren soon, synen vader gehoorsaem te syn, t welck mijnes erachtens op een wonderlick fondament berüstet.

voetnoot2)
Zie No. 2651.
voetnoot3)
Dat stuk luidt aldus:
Syn Excellentie den Here Graeff van Egmondt etc. doet mitz desen syne allervriendelickste gebiedenisse an Haere Hoocheyden met presentatie aller syner diensten, en begeert, datt in synen naeme haere hoochgemelte Furstel. Hoocheyden angedient werdt:
Datt synen soon, den Prince van Gaveren, enen tydt lanck misleydet synde door den raedt van syn Vrow Moeder en Grootmoeder, die oude Gravinne Barlemont, en hem enen tydt lanck in Italien onthouden hebbende, nu eindelick tott andere kennisse gekomen iss, tott welcken einde dan denselven wederomme gekeert iss naer syn vaderlandt, hem begevende naer het landt van Lüick op syne heerlicheyden en goederen, hem wederomme stellende onder die absoluete gehoorsamheydt van synen Heer Vader.
Datt wellgemelte Prince nu vrij en onverhindert wederom mag komen in die Spaensche Nederlanden, mett groote hoope, datt denselven in alle goederen, heerlicheyden en digniteten des hüises van Egmondt wederomme sall ten vollen herstellet worden. Doch datt denselven tott noch toe in voorss. Nederlanden nijt en heefft begeert te komen, maer van te voren [te] ondersoucken, offer enige cantz off hope ter werlt wass, van enige apparentie te beleven van datt versochte howlick mett die oudtste Princesse van haere F. Hoocheyden; en so daer die minste hoope van wass, datt wellgemelte syn Excell. vaerdig en bereijdt stont, omme te doen en naer te komen all dattgene, dat haere Furstl. Hoocheyden hem souden mogen gebieden.
Datt den Here Graeff van Egmondt sekere heerlike goederen heeft liggen in t landt van Luyck, als die Baronnije van Hautepen, mett een seer sterck casteel, dessgelix een dorp, genaemt Eneis(?), liggende op die Maese, een myl van Luick, naemlick tuschen Luick en Namen - allwaer onderscheijdelike mijnen syn van diverse mineralen - en die baronnije van Hyerri, etc., in welcke plaetsen syn Execll. het recht heefft van te mogen fortificeren, en üit welcke plaetsen die Spaense fortressen, als Marienbourg, Charlemont, etc., grote affbreuke soude konen gedaen werden, die Maese gesloten en alle ommeliggende plaetsen onvrij gemaket werden, en in gevalle enig goedt hijrmede soude konen gedaen werden, tott proffyt van desen staedt, datt syn Excell. bereijdt iss, dieselvige off enige derselven an Haere Hooch M[og]. voor een redelike somma, off een sekere jaerlixe pensioen, te transporteren, omme daermede haer proffyt te doen.
Datt wellgemelte s. Excell. bereydt is, syne rechtvaerdige praetensie, die dieselvige sustineert te hebben op het Hertochdom van Gulich, alsmede op die stadt en daeronder sorterende dorpen van Weerdt, an het hüis van Nassaw d'Orangien te transporteren, so syn Hoocheydt gelieven sall met haere Excell. te treden in enige onderhandelinge.
So daer iet soude mogen [syn] in t gemeijn, waerin syn Excell, off mett syn persoon, off goederen, actien en pretensien, haere Vorst. Hoocheyden soude mogen enigen merckeliken dienst doen, off proffijt verschaffen, het sy binnen die Verenigde, off Verheerde Nederlanden, off naestgelegene neutrale landen, datt wellgemelte syn Excell. van gantscher herten geneyght en bereydt sy, omme tegenst haere Hoocheyden te betonen, met watt sincere affectie dieselve tott H. Hoocheyden en desen staet sy ingenomen.
Uyt den naem en van wegen syn Excell. den Here
Graeff van Egmondt, Prince van Gaveren, etc.
Dr. Joh. Picardt.
D[atum] den 27 Decemb. ao. 1641.
voetnoot1)
Zie blz. 143.
voetnoot2)
T.a.p.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over C. Barlaeus

  • over Henrick Bruno

  • over Marcus Zuerius van Boxhorn

  • over P.C. Hooft

  • over Jacob van der Burgh

  • over Daniël Heinsius

  • over Erycius Puteanus

  • over Anna Maria van Schurman

  • over Gerardus Vossius


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 27 december 1641