Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

3313. Aan prinses Amalia van Oranje¹⁰⁾. (H.A.)*

Hierbij gaat een brief van den heer de Beringhen. Uit Frankrijk is geen nieuws, behalve dat men bezig is Thionville met eenige voorzichtigheid in te sluiten. De hertog van Anguien¹¹⁾ mag den Prins van Oranje wel dankbaar zijn, dat hij hem in de gelegenheid stelt zulk eene zaak te ondernemen. De heeren de Chavigny¹²⁾ en d'Avaulx¹³⁾ zijn gereed om te vertrekken.

‘M. de Beverweert¹⁴⁾, envoyé recognoistre la contenance des enemis au Polder de Namur, rapporte, contre ce que d'autres en avoyent jugé precipitam-

10) Iets uit dezen brief is uitgegeven in de Archives, t.a.p., blz. 86.

11) Zie blz. 393.

12) Zie II, blz. 410.

13) T.a.p., blz. 458.

14) T.a.p., blz. 186.

[p. 406]

ment, qu'ils n'y font rien du tout - apres deux baricades defensives qu'ils y ont levées de part et d'autre sur la digue - par où il puisse paroistre qu'ils ayent autre dessein que de faire vivre quelques trouppes en ce païs, qu'ils traictent incivilement. - Hier ils sont venus sur l'Escault entre eux et le païs de Ter Goes aveq une chalouppe armée de trente hommes, et y ont enlevé un petit bateau, menant deux ou trois de nos cavalliers blessez vers Nimmeghe.’

Gisteren kreeg Z.H. een brief van graaf Hendrik van Nassau uit Polen¹⁾. Hij schreef, dat de Koning²⁾ van zijne kwaal, die dezelfde is als die van Z.H., geheel genezen is door Dr. Cnöffel³⁾, en dat hij vol is van den lof van dien geleerde. Au camp à Assenede, le 13^e de Juïllet 1643.

1) Zie blz. 368.

2) Wladislaus IV, die van 1632-1648 regeerde.

3) Zie blz. 320.