Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

[p. 466]

3469. Bauterne¹⁾. (L.B.)

De zaak van den heer de Coligny²⁾ heeft mij te zeer ter neer gedrukt, om brieven te schrijven; nu zal waarschijnlijk de volgende week het Parlement wel verzachtende omstandigheden in aanmerking nemen. De heer de Guise bekent, dat hij dat duel niet geheel naar waarheid heeft voorgesteld. - Voor Z.H. heb ik reeds eenige boeken over geschiedenis en welsprekendheid gekocht, o.a. Davilla³⁾. ‘Je vous envoie une piece pour faire voir à leurs Altesses, qui est La mort de Pompée par Corneille⁴⁾, qui efface, à ce qu'on dit, tout ce qu'il a fait auparavant. Bref, jamais le Cid⁵⁾ n'a eu telle reputation. Si apres que les puissances superieures en seront satisfaites, vous le voulez jetter entre les bras d'Elzevir, je m'asseure qu'il⁶⁾ le recevra avec joie, car il ne hait pas le gain’. De Memoires van Sully⁷⁾ heb ik nog niet kunnen vinden; de erfgenamen hebben hun best gedaan de oplage te vernietigen. A Paris, ce 20 Febvrier 1644.

Hierbij gaat een lijstje van de boeken, die ik voor Z.H. heb gekocht⁸⁾.

1) Zie blz. 129.

2) Zeker Maurice de Coligny; zie II, blz. 449.

3) Waarschijnlijk de Historia delle guerre civili de Francia (1630) van den Italiaan Henrico Catherino Davila (1576-1631), die aan het hof van Hendrik IV verbonden is geweest.

4) Voor het eerst gespeeld in 1641.

5) Voor het eerst gespeeld in 1637.

6) Er staat: qui

7) Maximilien de Béthune (1560-1641), hertog van Sully, van 1594 tot 1610 lid van den Raad van State van Hendrik IV, die zooveel heeft gedaan voor de economische ontwikkeling van Frankrijk, heeft in 1634 twee deelen Mémoires uitgegeven, die in 1662 door twee andere zijn gevolgd.

8) Dat lijstje is nog bij den brief aanwezig; er staan o.a. vertalingen op van verschillende werken van Cicero.