Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

3672. Theod. Boreel⁴⁾. (H.A.)

Voor de pakketten zal ik zorgen; dat aan den heer Tassin⁵⁾ gaat morgen ‘met den ordinarijsen’; dat aan baron de Couvrelles⁶⁾ heb ik gisteren meegegeven aan iemand, die met een oorlogsschip naar Calais ging; het briefje aan den agent de Glarges⁷⁾ heb ik daarbij gedaan en ook gevraagd, of de vorige boeken en brieven van u wel zijn overgekomen. Ik neem de Engelsche brieven aan de heeren Renswoude en Boreel mee en ik dank u voor uwe goede wenschen. Ik zal mijn best doen voor ‘Britannia Camdeni’⁸⁾ en de

4) No. 3672. Een briefje van 15 Oct. (H.A.) is zonder eenige beteekenis.
Zie III, blz. 329.

5) Zie II, blz. 483.

6) Zie No. 3667.

7) Zie II, blz. 252.

8) William Camden (1551-1623), oudheidkundige en geschiedschrijver, had in 1586 uitgegeven: Britannia, sive Florentissimorum Regnorum Angliae, Scotiae, Hiberniae, et Insularum adjacentium ex intimâ antiquitate Chorographica Descriptio. - Het werk heeft vele drukken beleefd.

[p. 33]

Engelse gedighten van den ouden Chaucer¹⁾’. Den 10^en Augusti 1644, Middelb.

Mijn broeder, burgemeester Boreel²⁾, verzoekt mij u te groeten; hij hoopt in den Raad te zullen blijven.

1) Geoffrey Chaucer (1328-1400), de beroemde dichter der Canterbury Tales.

2) Zie III, blz. 320.