Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

3807. D. de Wilhem. (L.B.)

Men zegt, dat de procureur-generaal bij het parlement van Dole, le Brun⁴⁾,

4) Antoine Brun (1600-1654) werd in 1632 procureur-generaal te Dole en in 1643 afgevaardigde wegens Spanje naar den vredeshandel te Munster. Van 1649 tot zijn dood was hij Spaansch gezant in den Haag. Hij heeft verscheidene politieke en andere werken in het Latijn en ook Fransche gedichten geschreven.

[p. 89]

nu plenipotentiaris van Frankrijk, een stuk geschreven heeft over de neutraliteit van Bourgogne, waarvan de titel in de Hollandsche vertaling luidt: Brief van eenen Hollander aen eenen synen vriendt in Vrieslant, hem zeyndende seker bericht aengaende de Neutraliteyt tussen de 2 Bourgoignen, door de Switsers besorght¹⁾. Het stuk is er op ingericht, om oneenigheid te verwekken tusschen Frankrijk en ons. Als le Brun er werkelijk de schrijver van is, moest Z.H. geen paspoort verleenen aan zijne vrouw. Misschien is een ander echter de schrijver, b.v. Bliterswyck²⁾. Er staat in dat pamflet heel veel tegen onzen staat en tegen den Prins. Ook moet ik u meedeelen, ‘que les Francois animent grandement Madame la Lantgrave de ne quitter ses quartiers d'Oostfrise³⁾ et luy offrent des gens, s'il sera besoin, pour la maintenir dans ledit pays d'Oostfrise, lesquelles ils promettent d'envoyer mesme par mer, si on veut, en cas qu'on ne se pourroit servir des trouppes francoises qui sont maintenant en Allemagne’. De heer Wicquefort heeft mij dat meegedeeld. ‘Monsieur Musch a dit tout hautement que Messieurs les Estats font dessein d'y envoyer bon nombre de nos trouppes pour asseurer et garder les frontieres dudit pays, comme estant de consequence et de bienseance pour nostre Estat. Par ce moyen on donne occasion d'exciter et d'irriter Madame la Lantgrave, laquelle a par advance desja envoye plus de deux mille hommes, a ce qu'on dit, et j'estime qu'il est vray’ ..... De la Haye, ce 15 d' 8b (Oct.) 1644, en haste.

1) Het pamflet kwam uit zonder naam van den drukker.

2) Willem van Blitterswijk († 1680) was schepen van Brugge, maar werd in 1643 raad en kanselier in het Hof van Opper-Gelderland en daarna lid van de Chambre mi-partie te Mechelen. Hij heeft een paar Latijnsche werken geschreven.

3) Zie No. 3704.