Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649 (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649
Afbeelding van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.59 MB)

XML (1.90 MB)

tekstbestand






Editeur

J.A. Worp



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling. Deel 4: 1644-1649

(1915)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

3924. J. van ReedeGa naar voetnoot7). (H.A.)

Volgens ordre van haere Hoo. Mo. hebben wij op Sonnendach voorleden, den 2 Aprilis, ons afscheid genomen van syn Ma.teit in eene publycke audientie, allwaer sijn Ma.teit ons heeft verclaert, hoeseer hij hem versekert vondt van de goede vrindschappen der Geunierden Nederlantsche Provincien, dewelcke bij dese haer Ho. Mo. ambasade tot wechneminge van desen bedroefden oorloch oock in hem noch meer was versterckt, seggende, dien ijver altijt te sullen erkennen aen haer Ho. Mo., sijn oude ende sincere vrinden ende geallierden, ende dat hij noch persisterden bij sijne goede inclinatie tot vrede van dit coninckrijck, ende dat wij sulxs aen 't Parlement, of afscheid nemende, mede souden mogen verclaeren. In 't particulier afscheid nemende, heeft sijn Ma.teit

[pagina 139]
[p. 139]

so tot het eene als het andere noch ijveriger eere ende expressien betoont. Hiernaer sijn wij up Woensdach van Oxford gescheiden ende huijden alhier wel gearriveert, alwaer wij verstaen, dat GoringeGa naar voetnoot1) ende HoptonGa naar voetnoot2) in t' westen van Waller wel 6000 man souden hebben geslaegen ende gevangen. Prince Rupert heeft het castel Piston, een passe up Chester, ontsett ende des Parlements forces doen retireren. Het nieuwe legher van den prince van Walles tot Bristoll begon hem seer te verstercken, sodat het desen somer een bloedigen oorloch sall gheven. Op het schriftlijck versoeck van sijn Ma.teit tot resumptie van de handelinge tot Uxbridge, ende om selver te willen comen binnen London, ende dat een national sinode met assumptie van uijtlantsche gereformeerde kercken mocht werden beroepen, tot herstellinge van dese kerckelijcke disputen, heeft het Parlement noch niet geantwoordt. Van Oxford gaende ende comende voor de statt Henley, daer het guarnisoen bestaet alleen bij Independenten, seer bitter teghens de Presbiterialen, hebben ons soeken een affront te doen ende uijtgesonden eenige soldaeten, die een brief up den wech hebben geworpen, als geschreven binnen Oxford, ende als eenige onser carossen waeren voorbij gepasseert, den brief opgenomen ende comen vraegen aen de carossen, of ijemant een brief had laeten vallen, waerup een antwoorde, neen, so hebben sij onse dienaers versocht den brief mede naer London te willen nemen, die het alle refuserden, als te vooren van ons verboden sijnde, gheen brief van Oxford mede te neemen, waerup de soldaeten seijden, so willen wij dien upbreken, t'welck gedaen hebbende, sijn daermede gegaen naer den gouverneur, die daerup bij ons quaem, seggende, een brief van onse carossen gevallen bij sijne soldaeten upgeraept te sijn van grote consequentie, ende dien te sullen senden aen het Parlement. Wij gaeven hem daerup ons gevoelen, ende dat men sodaen[ig]e schelmstucken dickwils hier heeft gesien, ende nu hebben wij drie getuijgen, die een jongen hebben horen seggen, dat hij gesien had, dat een soldaet den brief eerst in den wech wierp ende daernaer weder upraepte. London, den 7 Aprilis 1645.

Hier comende, seyt men ons, dat in de commissie van Essex heeft gestaen, dat hy altijt sou in groote achting nemen den persoon van den Coninck en de plaetse, daer syn Mat. in sou mogen wesen, en dat de Commons dat souden hebben gelaten vwt de commissie van Fairfax, den nieuwen generael, enige seggende, omdat den Coninck nu haeren grootsten vyant was, waerop Essex seggende, dat geen man met eeren soo eene commissie conde aennemen, en dat hy daerdoor sou meriteren de naem van rebel, seyt men, dat men het daer weder in sou doen, maer die haer humeur kennen, geloven het contrarie.

voetnoot7)
Alleen het postcriptum is door Van Reede zelf geschreven.
voetnoot1)
Zie III, blz. 329.
voetnoot2)
T.a.p., blz. 425.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • over C. Barlaeus

  • over Marcus Zuerius van Boxhorn

  • over Johan van Brosterhuyzen

  • over Henrick Bruno

  • over Jacob van der Burgh

  • over P.C. Hooft

  • over Christiaan Huygens

  • over Constantijn Huygens jr.

  • over Lodewijk Huygens

  • over Marin Mersenne


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 7 april 1645